Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bijvoeglijke naamwoorden (komma ertussen of zonder komma) Taaladviezen

Bijvoeglijke naamwoorden (komma ertussen of zonder komma)

We zetten een komma tussen bijvoeglijke naamwoorden als de bijvoeglijke naamwoorden nevengeschikt zijn. Beide bijvoeglijke naamwoorden zijn dan bepalingen bij het zelfstandig naamwoord dat erop volgt. Ze kunnen in principe van plaats wisselen. De komma kan vervangen worden door en.

  • een oude, rijke vrouw of een rijke, oude vrouw (= een vrouw die oud en rijk is)
  • een lieve, zorgzame moeder of een zorgzame, lieve moeder (= een moeder die lief en zorgzaam is)
  • een superschattig, rosharig jongetje of een rosharig, superschattig jongetje
    (= een jongetje dat superschattig en rosharig is)

We zetten geen komma tussen bijvoeglijke naamwoorden als de bijvoeglijke naamwoorden niet op een gelijkwaardige manier bij het zelfstandig naamwoord staan. Het laatste bijvoeglijk naamwoord vormt dan een eenheid met het zelfstandig naamwoord dat erop volgt; het eerste bijvoeglijk naamwoord is een bepaling bij dat geheel.

  • een rijke oude vrouw (= een oude vrouw die rijk is)
  • een positieve economische situatie (= een economische situatie die positief is)
  • een lichte verstandelijke beperking (= een verstandelijke beperking die licht is)