Gedaan met laden. U bevindt zich op: breien (vervoegen) Taaladviezen

breien (vervoegen)

Vervoeging:

  • ik brei, jij breit, wij breien
  • ik breide, wij breiden
  • ik heb gebreid
  • de gebreide trui

De verledentijdsvorm is breide, het voltooid deelwoord is gebreid. Bree* en gebreeƫn* komen soms voor, maar die vormen zijn geen standaardtaal.