Gedaan met laden. U bevindt zich op: toetsen / aftoetsen Taaladviezen

toetsen / aftoetsen

In combinatie met het voorzetsel aan is zowel toetsen als aftoetsen correct. Toetsen en aftoetsen zijn synoniemen in de betekenis ‘onderzoeken om zich een oordeel te kunnen vormen over de waarde, juistheid, omvang enzovoort'.

  • De Dienst Vreemdelingenzaken moet asielaanvragen toetsen / aftoetsen aan de regelgeving.
  • Hij toetst de werkelijkheid (af) aan zijn idealen.
  • Het nieuwe product is getoetst / afgetoetst aan de milieu-eisen.

In combinatie met het voorzetsel bij is alleen het werkwoord aftoetsen gebruikelijk. Aftoetsen betekent dan ‘laten nakijken, voorleggen ter beoordeling'.

  • De vakbonden willen het voorstel eerst aftoetsen bij de achterban.
  • Ik moet uw voorstel even aftoetsen bij mijn collega's.