Gedaan met laden. U bevindt zich op: Uitroepteken: voor aanhalingsteken of na aanhalingsteken? Taaladviezen

Uitroepteken: voor aanhalingsteken of na aanhalingsteken?

Als een uitroepteken tot een citaat behoort, staat het binnen de aanhalingstekens. Als een zin eindigt met zo’n citaat, komt er geen zinseindepunt meer achter het aanhalingsteken. Als het citaat vooraan in de zin staat, kan er een komma volgen na het afsluitende aanhalingsteken, maar die komma kan ook weggelaten worden.

  • Hij riep: ‘Dit gaat echt te ver!’
  • ‘Kijk toch uit!’, schreeuwde zij.
    ‘Kijk toch uit!’ schreeuwde zij.

Als alleen de rompzin, dat is de zin met een werkwoord als zeggen, roepen of vragen, een uitroepende zin is, staat het uitroepteken buiten de aanhalingstekens. In zinnen met het citaat achteraan staat het uitroepteken dan na het afsluitende aanhalingsteken. De punt binnen de aanhalingstekens valt weg.

  • Hij zei wel twintig keer: ‘Dat zal ik morgen in orde brengen’!

Als zowel de rompzin als het citaat een uitroepende zin is, zijn er twee mogelijkheden als het citaat achteraan in de zin staat: er komt zowel voor als na het aanhalingsteken een uitroepteken of er komt alleen een uitroepteken voor het aanhalingsteken.

  • Hij riep weer: ‘Dit gaat echt te ver!’!
    Hij riep weer: ‘Dit gaat echt te ver!’