Gedaan met laden. U bevindt zich op: voorkomen (vervoegen) Taaladviezen

voorkomen (vervoegen)

Het werkwoord voorkomen heeft verschillende betekenissen en, daarmee samenhangend, een verschillende beklemtoning en verschillende vervoegingen.

In de betekenis ‘beletten, afweren' ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep (voorkómen) en is voorkomen een onscheidbaar werkwoord. Het voltooid deelwoord is voorkomen.

  • ik voorkom, jij voorkomt, wij voorkomen
  • ... dat ik voorkom, jij voorkomt, wij voorkomen
  • ik voorkwam, wij voorkwamen
  • ... dat ik voorkwam, wij voorkwamen
  • ik heb voorkomen
  • een voorkomen probleem

In de betekenissen ‘aangetroffen worden', ‘zich voordoen' en ‘voor het gerecht verschijnen' ligt de klemtoon op de eerste lettergreep (vóórkomen) en is voorkomen een scheidbaar werkwoord. Het voltooid deelwoord is voorgekomen.

  • ik kom voor, jij komt voor, wij komen voor
  • .. dat ik voorkom, jij voorkomt, wij voorkomen
  • ik kwam voor, wij kwamen voor
  • ... dat ik voorkwam, wij voorkwamen
  • ik ben voorgekomen
  • de voorgekomen rechtszaak