Voorstellen en voordragen zijn allebei standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘iemand als kandidaat voor een benoeming of bevordering aanbevelen'. Er is een klein nuanceverschil tussen voorstellen en voordragen. Iemand voorstellen heeft een suggestief karakter: het gaat maar om een voorstel.

• De directeur van de middelbare school stelde een leerkracht wiskunde voor als coördinator van de eerste graad.
• De voorzitter van de voetbalclub stelt een ex-voetballer voor als trainer van de jeugdploeg.

Iemand voordragen is vrij plechtig en officieel. Het is zeer waarschijnlijk dat de voorgedragen persoon ook verkozen zal worden.

• Het lid met de meeste anciënniteit werd voorgedragen als voorzitter van de raad van bestuur.
• De jonge politicus werd door zijn partijgenoten voorgedragen als schepen.

Voorstellen is ook standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘iemand bij anderen brengen om kennis te maken'.

• Tijdens zijn afscheidsspeech stelde hij zijn opvolger voor.
• Afgelopen weekend heeft mijn zoon zijn vriendin voorgesteld.