Gedaan met laden. U bevindt zich op: wier / van wie / waarvan / wie d'r Taaladviezen

wier / van wie / waarvan / wie d'r

Wier en wiens betekenen ‘van wie'. Wiens wordt gebruikt om te verwijzen naar een mannelijke persoon enkelvoud, wier om te verwijzen naar een vrouwelijke persoon enkelvoud en naar een meervoud.

  • De man wiens fiets werd gestolen.
  • De vrouw wier fiets werd gestolen.
  • De kinderen wier ouders een benzinestation hebben.

Wier behoort tot het formele taalgebruik. Het is vlotter en gewoner om van wie te gebruiken. Dat is onder meer het geval in zinnen waarin wier / van wie een betrekkelijke bijzin inleidt.

  • Dat is de vrouw van wie de fiets werd gestolen.
  • Dat zijn de kinderen van wie de ouders een benzinestation hebben.

Ook de informelere vorm waarvan is mogelijk.

  • Dat is de vrouw waarvan de fiets werd gestolen.
  • Dat zijn de kinderen waarvan de ouders een benzinestation hebben.

In Nederland wordt in het vrouwelijk enkelvoud en het meervoud ook weleens wie d'r gebruikt; ook dat is informeel: Dat is de vrouw wie d'r fiets werd gestolen; Dat zijn de kinderen wie d'r ouders een benzinestation hebben.

Wier komt ook voor in vragende zinnen. Wier wordt daarin gebruikt om expliciet aan te geven dat het om een vrouwelijke persoon of om meerdere personen gaat. Ook dan is van wie te verkiezen boven wier.

  • Van wie is die jurk?
  • Van wie is het huwelijk?

In Nederland wordt in zulke zinnen ook wie d'r gebruikt. Het gebruik daarvan is er beperkt tot gesproken, informeel taalgebruik: Wie d'r jurk is dat?; Wie d'r huwelijk is dat?