Gedaan met laden. U bevindt zich op: Sperperiode voor verkiezingen: regels voor communicatie van de Vlaamse overheid Regelgeving voor overheidscommunicatie

Sperperiode voor verkiezingen: regels voor communicatie van de Vlaamse overheid

Overheidscommunicatie mag nooit gebruikt worden om het imago te bevorderen van een minister of een politieke partij. Ongeveer 4 maanden voor federale, regionale of lokale verkiezingen zijn er extra regels voor de overheidscommunicatie van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten. Deze pagina geeft meer informatie over de regels voor de communicatie van de Vlaamse overheid. 

Voor de communicatie van lokale besturen zijn er geen extra regels in de periode voor de verkiezingen. Omzendbrief KBBJ/ABB 2023/1: raadsbeslissingen tijdens verkiezingsjaar(opent in nieuw venster) wijst wel nog eens extra op het belang van neutrale en objectieve informatie voor de burger. Lokale informatiekanalen zijn officiële publicaties van de overheid en niet van een zittende meerderheid. Vragen? binnenland-verkiezingen@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).

De regels voor de politieke campagnes voor de lokale verkiezingen (verkiezingsdrukwerk, affiches van kandidaten, allerhande verkiezingsreclame, sponsoring, ...) vindt u op de website Vlaanderen-kiest/verkiezingscampagnes. Ook hierover kunt u vragen stellen via binnenland-verkiezingen@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).

Wat is de sperperiode? Wat is overheidscommunicatie?

De sperperiode is de periode van ongeveer 4 maanden voor verkiezingen.

Tijdens de sperperiode zijn er specifieke regels voor:

  • verkiezingscampagnes van politici en partijen
  • overheidscommunicatie: alle communicatie die direct of indirect gefinancierd wordt met overheidsgeld.

Deze pagina gaat vooral over overheidscommunicatie. Onderaan vindt u ook een korte uitleg met links naar meer informatie over de verkiezingscampagnes.

Wanneer begint de sperperiode?

In 2024 zijn er 2 sperperiodes:

  1. de 1e loopt tussen 9 februari 2024 en 9 juni 2024 (voor de bovenlokale verkiezingen)
  2. de 2e loopt tussen 1 juli 2024 en 13 oktober 2024 (voor de lokale verkiezingen).

Uitgangspunt: persoonlijk imago niet verbeteren met overheidsmiddelen

Ministers en parlementsvoorzitters mogen hun persoonlijke imago en dat van hun partij niet verbeteren via overheidscommunicatie en met overheidsmiddelen.

Belangrijk: ook buiten de sperperiode gelden er regels over de politieke neutraliteit van overheidscommunicatie. Die gelden voor alle overheidsinstanties die onder het bestuursdecreet vallen, dus ook voor de lokale besturen.

Gezamenlijk protocolakkoord voor federale overheid, gewesten en gemeenschappen

Voorafgaand aan elke verkiezing sluiten de 9 parlementsvoorzitters van de federale overheid en de gewesten en gemeenschappen in België telkens een gemeenschappelijk protocolakkoord af met afspraken over een strikte toepassing van het verbod voor ministers en parlementsvoorzitters om imagobevorderende initiatieven te nemen tijdens de sperperiode. Dat doen ze omdat ze alle hun eigen controleorgaan hebben om politiek gebruik van overheidscommunicatie te voorkomen. Een gemeenschappelijk protocol is dan handig. Het protocolakkoord is geen op zichzelf staande regeling, wel een interpretatieve toelichting bij de wet die de verspreiding van regeringsmededelingen en mededelingen van parlementsvoorzitters reguleert.

Zo’n protocolakkoord geldt voor “elke voor het publiek bestemde mededeling of voorlichtingscampagne waartoe men niet door een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling verplicht is en die direct of indirect met overheidsmiddelen wordt gefinancierd”.

Het is alleen van toepassing op officiële informatie en campagnes van regeringen, ministers, staatssecretarissen en parlementsvoorzitters, verspreid via kanalen die rechtstreeks of onrechtstreeks door de overheid gefinancierd worden.

Andere politici (bv. “gewone” parlementsleden of lokale mandatarissen, …) zijn niet onderworpen aan het protocolakkoord.

  1. Voor de bovenlokale verkiezingen ondertekenden de voorzitters van de federale kamers en de deelstaatparlementen het gezamenlijke protocolakkoord (PDF bestand opent in nieuw venster)op 22 november 2023.
  2. Voor de lokale verkiezingen ondertekenden de voorzitters van de federale kamers en de deelstaatparlementen het gezamenlijke protocolakkoord(PDF bestand opent in nieuw venster) op 17 april 2024. De inhoud is hetzelfde. Ook dit protocolakkoord is alleen van toepassing op regeringen, ministers, staatssecretarissen en parlementsvoorzitters.

Een protocolakkoord is bedoeld om tijdens de sperperiode één interpretatie te geven aan het toetsingscriterium i.v.m politieke neutraliteit van overheidscommunicatie.

De autonome appreciatiebevoegdheid van elk controleorgaan blijft wel gerespecteerd. Met andere woorden: voor de Vlaamse overheid is en blijft het de Controlecommissie voor Regeringsmededelingen die beslist of overheidscommunicatie gebruikt is om ‘het persoonlijke imago van een parlementsvoorzitter of een lid van de regering of het imago van een politieke partij te verbeteren’.

Elke Vlaamse minister kan de Controlecommissie vooraf om advies vragen, ook tijdens de sperperiode.

  • Het kabinet (dus niet de administratie) stelt de adviesvraag per mail aan de secretaris van de commissie(opent in nieuw venster) met een synthesenota als bijlage. Er zijn geen vormvereisten voor de synthesenota.
  • Adviesvragen worden door de commissie in discretie behandeld, achter gesloten deuren zonder publiek.
  • De termijn is 30 dagen.

Basisprincipes: terughoudendheid en depersonalisering

De basisprincipes van de protocolakkoorden zijn terughoudendheid en depersonalisering.

  • Terughoudendheid: de regering, de ministers en de parlementsvoorzitters moeten terughoudendheid in acht nemen bij het verspreiden van een mededeling tijdens de sperperiode, behalve wanneer die een geregeld en telkens wederkerend karakter heeft of gebonden is aan specifieke data. De mededeling of campagne moet altijd informatief en objectief zijn.
    • Bijvoorbeeld: campagnes worden uitgesteld tenzij een uitzondering geldt (zie verderop bij campagnes).
  • Depersonalisering: tijdens de sperperiode mag een minister of een parlementsvoorzitter alleen op anonieme wijze mededelingen verspreiden. De naam, handtekening, een foto, een video of een tekening van de minister of de parlementsvoorzitter zijn verboden. Alleen de functie mag eventueel vermeld worden.

Vallen niet onder de protocolakkoorden:

  • persoonlijke websites en socialemediakanalen die niet rechtstreeks of onrechtstreeks met publieke middelen gefinancierd worden, en
  • persconferenties. Maar in de begeleidende brief van de voorzitter van het Vlaams Parlement aan de minister-president van de Vlaamse Regering staat dat persconferenties wel zakelijk moeten zijn tijdens de sperperiode, en in het protocolakkoord staat bij dit punt dat “De overheden die onder dit protocol vallen zorgen ervoor dat communicatie zakelijk is”.

Onderaan deze pagina vind je links naar de decreten over de politieke neutraliteit van overheidscommunicatie en informatie over de protocolakkoorden tijdens de sperperiode.

Campagnes

Tijdens de sperperiode moeten campagnes worden uitgesteld, behalve terugkerende campagnes of campagnes die gebonden zijn aan vaste data, zoals het begin van het schooljaar. Campagnes die doorgaan moeten altijd informatief en objectief zijn.

Een campagne is terugkerend als ze:

  • in de 2 jaar voor de sperperiode 2 keer heeft plaatsgehad (dus jaarlijks)
  • in de 4 jaar voor de sperperiode 2 keer heeft plaatsgehad (dus tweejaarlijks).

Overheidscommunicatie online & in publicaties

Websites en sociale media van de overheid

Officiële berichten zoals de beslissingen van de Vlaamse Regering, mogen uiteraard met namen gepubliceerd worden.

Foto’s of video’s of tekeningen van ministers die al op een overheidswebsite staan, mogen blijven staan.

Maar er mogen geen nieuwe foto’s of video’s of tekeningen worden geplaatst van ministers

  • tenzij in het gezelschap van een vertegenwoordiger van hun overheidsdienst. Ideaal is een groepsfoto met de minister, iemand van zijn of haar overheidsdienst en de andere personen die aanwezig zijn of een belangrijke rol spelen.
    • In dat geval wordt in de bijhorende tekst de naam van de minister niet genoemd maar enkel de titel.
  • Of in het kader van evenementen die in partnerschap met andere internationale overheden worden georganiseerd (dus in het kader van internationale relaties of bijvoorbeeld het EU-voorzitterschap (EUVZP)) op voorwaarde dat de foto of video of tekening van de vertegenwoordigers van de andere internationale overheden ook worden afgebeeld. (Bijvoorbeeld naast de aanwezige Vlaamse minister ook de aanwezige federale staatssecretaris, de Waalse minister, de minister van de Duitstalige gemeenschap, de Europese commissaris, de Nederlandse minister, de Franse ambassadeur ...) Ideaal is bijvoorbeeld een groepsfoto en/of een opsomming van de delegatie.
    • Bij internationale samenwerking mogen ook namen of handtekeningen vermeld worden van ministers op voorwaarde dat de namen of handtekeningen van de vertegenwoordigers van de andere internationale overheden ook worden afgebeeld.

Hetzelfde geldt voor sociale media van de Vlaamse overheid.

Persoonlijke websites en socialemediakanalen van ministers die niet rechtstreeks of onrechtstreeks met overheidsgeld gefinancierd worden, zijn geen overheidscommunicatie en vallen niet onder deze regels.

Boeken en brochures

Tijdens de sperperiode neem je geen voorwoord, naam of foto op van een minister in een publicatie van de overheid of een gesubsidieerde organisatie. Wil een minister toch een voorwoord schrijven, dan mag hij dat alleen tekenen met zijn titel: ‘Vlaams minister van...’

Brochures van voor de sperperiode die getekend zijn door een minister, mogen verder verspreid worden tijdens de sperperiode. Het zou immers niet redelijk zijn dat een al gedrukte oplage van een publicatie moet blijven liggen.

Als er een herdruk nodig is vlak voor of tijdens de sperperiode, is het wel veiliger om de publicatie enkel te tekenen met de titel van de minister.

Publicaties zonder overheidsmiddelen

In principe mag een minister het voorwoord schrijven van publicaties waaraan de Vlaamse overheid op geen enkele manier mee betaalt, zoals boeken, brochures of krantenkaternen.
Maar spring hiermee voorzichtig om tijdens sperperiodes. De minister krijgt die vraag immers niet als privépersoon, maar net omdat hij minister is met een bepaalde bevoegdheid. Zorg er zeker voor dat het voorwoord niet voor verwarring kan zorgen, dus dat het niet lijkt alsof de publicatie communicatie is van de Vlaamse overheid.

Overheidssteun

Een gesubsidieerde organisatie mag overheidssteun alleen duidelijk maken met het logo van de Vlaamse overheid volgens de huisstijlregels.

Brieven en mails

Brieven en mails kunnen tijdens de sperperiode alleen:

  • naar een beperkte doelgroep
  • gedepersonaliseerd: zonder de naam van de minister.

Bijvoorbeeld: een brief naar alle scholen, een mail naar alle cultuurinstellingen kan de minister alleen tekenen met zijn of haar titel.

Dossiergebonden brieven, zoals over de toekenning van een subsidie, mag de minister uiteraard wel tekenen met naam en handtekening. Zeker als het juridisch nodig is.

Personeelsbladen, nieuwsbrieven, magazines van de Vlaamse overheid

In magazines, nieuwsbrieven en personeelsbladen kunnen tijdens de sperperiode geen voorwoord, naam of foto’s. De titel van de minister mag ook hier wel.

Publieke optredens

Een minister mag tijdens de sperperiode deelnemen aan evenementen of studiedagen, en mag er ook als spreker optreden. Gebruik voorzichtigheidshalve enkel de titel van de minister.

De uitnodigingen gaan tijdens de sperperiode het best uit van de administratie. Als het gaat om een beperkte doelgroep, en het duidelijk beter past bij de gelegenheid, kunnen uitnodigingen eventueel ook uitgaan van de minister. Gebruik ook in dat geval best enkel de titel van de minister.

Mediazenders hebben hun eigen deontologie om politici uit te nodigen in de periode voor de verkiezingen. Die bepaalt of een minister mag meedoen aan spelprogramma’s of human interest-programma’s op radio of tv die tijdens de sperperiode worden uitgezonden.

Omgaan met de pers

Een minister mag persconferenties geven of persberichten versturen. De pers beoordeelt immers zelf wat ze schrijft of toont. De persconferenties en persberichten moeten wel zakelijk zijn, en moeten uiteraard gaan over het beleid van de Vlaamse Regering of de minister, dus niet over partijstandpunten of het verkiezingsprogramma. Een persbericht dat verschijnt op een overheidswebsite en dus voor het publiek zichtbaar is, moet wel gedepersonaliseerd worden.

Advertorials, publireportages of redactionele samenwerking vallen onder ‘communicatie die gefinancierd wordt met overheidsgeld’. Daarin kan een interview met de bevoegde minister niet, en mag de minister ook niet getoond worden of bij naam genoemd worden.

Verkiezingscommunicatie medewerkers

Medewerkers van een minister die opkomen voor de verkiezingen mogen geen overheidsmiddelen of -kanalen gebruiken, zoals bijvoorbeeld briefpapier of omslagen van het kabinet van de minister.

Wel mogen ze eigen verkiezingscommunicatie voeren. Een raadgever van een minister die opkomt voor de verkiezingen mag in zijn eigen verkiezingscommunicatie vermelden dat hij voor die minister werkt.

De eigen verkiezingscommunicatie van die raadgever is geen overheidscommunicatie en valt dus ook niet onder de regels voor overheidscommunicatie. Ze valt wel onder de regelgeving voor verkiezingsuitgaven.

Mediadecreet: extra regels voor regeringsmededelingen op de VRT

Tijdens de sperperiode gelden er ook specifieke regels voor regeringsmededelingen op VRT(opent in nieuw venster). Twee maanden voor de verkiezingen kan een regeringsmededeling alleen worden uitgezonden in geval van hoogdringendheid.

Media leggen zichzelf extra regels op

Media leggen zichzelf tijdens sperperiodes ook vaak extra regels op.

Bijvoorbeeld: voor de verkiezingen van 9 juni 2024 gaat bij VRT de sperperiode in op maandag 15 april. Vanaf dan mogen politici en kandidaten niet meer te gast zijn in entertainmentprogramma’s. Ze mogen wel optreden in aanbod van de nieuwsdienst en in ander informatief aanbod met voorafgaande toestemming van de nieuwsdienst.

Decreten over politieke neutraliteit en protocolakkoorden tijdens de sperperiode