Bio groeit stevig verder in 2020

2020 was een atypisch jaar door de coronacrisis. We bleven met z’n allen in ons kot en gingen weer massaal zelf koken. Daardoor stegen de voedingsbestedingen in retail met ruim 12%. De biomarkt kende zelfs een nog wat grotere groei (+14%), wat het aandeel van bio in België deed stijgen. Alle parameters (aantal kopers, aankoopfrequentie en besteed bedrag per winkelbezoek) stegen vorig jaar voor bio, zo concludeert VLAM uit de gegevens die GfK Belgium verzamelde via de consumerscanmethode bij 6.000 Belgische gezinnen. De klassieke supermarkt (DIS 1) blijft het grootste biokanaal, gevolgd door het gespecialiseerde kanaal (Speciaalzaak/Natuurvoeding/Overige algemene voeding waaronder ook Bio-Planet). De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn de kanalen met het hoogste bioaandeel. Hard discount heeft het laagste bioaandeel.

In 2020 bedroegen de totale biobestedingen (FMCG) in Vlaanderen zo’n 350 miljoen euro tegenover 892 miljoen euro voor heel België. Dit was 14% meer dan in 2019. Hiermee herneemt de groei in Vlaanderen en houdt het gelijke tred met het landelijke gemiddelde. De stijging bij bio is te danken aan zowel meer kopers, een hogere aankoopfrequentie (+1 aankoopakte/jaar) als een hoger besteed bedrag per aankoop. Het totale aantal biokopers steeg tot boven de 96 op 100 en het gemiddeld bestede bedrag per aankoop steeg van 7,81 naar 8,37 euro. De voorbije tien jaar groeide de biobesteding in België gemiddeld met 11% per jaar.

De biomarkt kende een iets grotere groei dan de totale voedingsmarkt, waardoor het aandeel van bio in België steeg van 3,1 naar 3,2%. Het marktaandeel van bioproducten in Vlaanderen bleef quasi stabiel op 2,2%. In Wallonië is het bioaandeel beduidend hoger dan in het Noorden van het land en bedraagt nu 4,5%.

Aardappelen, groenten en fruit (AGF) vormen veruit de belangrijkste biocategorie

De biobestedingen in Vlaanderen bestaan voor 42% uit AGF-producten. Bij gangbare producten is dit aandeel van AGF slechts 22%. De categorie ‘vlees, vis en ei’ neemt een vijfde van de biobestedingen voor zijn rekening. Deze categorie is voor de gangbare producten echter veel aanzienlijker (42%). Het zuivelaandeel schommelt bij zowel het gangbare als bij bio rond de 20%. De graanproducten nemen bij bio 11% in en bij gangbaar 9%. Tot slot zijn wijn en bier goed voor 4% van het bio-assortiment tegenover 9% bij het gangbare.

Het aantal biokopers stijgt in de meeste categorieën

Het aantal kopers in Vlaanderen dat op jaarbasis minstens eenmaal een vers bioproduct koopt, blijft hoog op 90 op 100. De biobestedingen worden voor drie vierde gerealiseerd door de frequente (heavy) biokopers die minstens wekelijks bio kopen. Deze groep maakt 19% van de kopers uit. Binnen de productgroepen zijn er grote verschillen in kopersaantallen. Het aantal biokopers was vorig jaar stabiel of stijgend voor alle categorieën. De kopers van biogroenten zijn veruit de grootste groep. 74% van de Vlaamse gezinnen koopt wel eens biogroenten en dit aantal steeg opnieuw vorig jaar. Op de tweede plaats komt fruit (55 kopers) en op de derde plaats zuivel (50 kopers). Het aantal kopers van bio-eieren verdubbelde sinds 2010 en staat nu op de vierde plaats, met 31 kopers op honderd. Op de vijfde plaats komen de bio-aardappelen waar het aantal kopers, in tien jaar, steeg van 9 naar 21 op honderd. Biobrood schommelt net als vlees rond de 15 kopers op 100. Biovleesvervangers kenden een verdubbeling in tien jaar tijd, maar blijven nu stabiel op 12 kopers op 100. Onderaan het lijstje staat de biogevogeltecategorie met 8 kopers op 100.

Welgestelde gepensioneerden en welgestelde gezinnen met kinderen zijn belangrijkste groep biokopers

De oudere alleenstaanden en de welgestelde gepensioneerden hebben met een bioaandeel dat boven de 5% uitstijgt, het hoogste percentage biologische aankopen in hun totale bestedingen aan verse voeding (excl. dranken).

In absolute cijfers zijn de welgestelde gezinnen met kinderen en de welgestelde gepensioneerden de belangrijkste groep biokopers. Samen zijn zij verantwoordelijk voor ruim de helft van de biobestedingen, terwijl ze slechts 39% van de bevolking uitmaken. De gezinnen met kinderen met een beperkt inkomen hebben het laagste bioaandeel (1,6%). Deze bevolkingsgroep heeft zijn bioaandeel wel verdubbeld sinds 2010. De introductie en de uitbouw van heel wat biocategorieën bij de harddiscounters liggen hier aan de basis. De sterkste toename qua bioaandeel, in de periode 2010-2020, vinden we bij de tweeverdieners en de koppels met één kostwinner.

Marktaandeel bio varieert sterk van product tot product

Het marktaandeel van de biologische versproducten in Vlaanderen stabiliseert op 2,6%, al verschilt het marktaandeel van bio wel sterk van product tot product. De vleesvervangers hebben met 17% het grootste marktaandeel, maar dit aandeel neemt af. Een andere categorie met een hoog bio-aandeel is ‘eieren’: het marktaandeel van bio-eieren bedroeg vorig jaar 11,1%. Dit is opnieuw het niveau van 2018 maar het blijft beduidend lager dan in Wallonië (23%). De AGF-categorie heeft ook een hoger bio-aandeel dan gemiddeld: 5,9% voor groenten, 4,9% voor aardappelen, 3,3% voor fruit. Zuivel en brood hebben een gemiddeld bio-aandeel (2,9% en 2,7%). Gevogelte en vlees presteren met 1,4% onder het gemiddelde. Vleeswaren bengelen achteraan met het laagste bio-aandeel van minder dan 1%.

DIS 1 blijft belangrijkste biokanaal

De klassieke supermarkt (DIS 1) blijft het grootste biokanaal met een marktaandeel van 38%. Het gespecialiseerde kanaal (de speciaalzaak waaronder de bakker en slager/natuurvoedingswinkel/overige algemene voeding waaronder ook Bio-Planet) volgt kort en zit met een aandeel van 34% dicht in de buurt van DIS 1. De buurtsupermarkt blijft het derde belangrijkste kanaal voor biovoeding (14%). De harddiscount en vooral de openbare markt zijn de kleine broertjes in bio en verloren verder terrein.

Qua distributie van bio zijn er enkele verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. In Wallonië staat het gespecialiseerde kanaal sterker en is in deze regio zelfs marktleider met 41% marktaandeel voor DIS 1 met 33%. In Vlaanderen is de rechtstreekse verkoop van bio op de hoeve en de boerenmarkt belangrijker dan in Wallonië (7% versus 3%). Verder heeft harddiscount in Vlaanderen een hoger marktaandeel dan in Wallonië (10% versus 6%).

De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn de kanalen met het hoogste bio-aandeel. Eén product op vier dat er verkocht wordt is bio. Bij de harddiscounter vinden we relatief het minst biologische producten terug: slechts 1,3% is hier bio.

Prijsverschil bio versus gangbaar

Biologische versproducten zijn gemiddeld 45% duurder dan gangbare producten. Er zijn wel grote prijsverschillen per product. Het grootste verschil is er bij eieren: een bio-ei is dubbel zo duur als een standaard scharrelei. Het kleinste prijsverschil is er bij vleesvervangers, waar de biovariant slechts 6% duurder is dan het gangbare product en het verschil krimpt.

In 2020 was het prijsverschil ten opzichte van het voorgaande jaar gelijk of groter voor de meeste bioproducten.

Het volledig artikel inclusief grafieken vindt u in onze kennisbank.