Thuisverbruik van vlees & gevogelte steeg in 2024 voor tweede jaar op rij met 1%
In 2024 steeg het thuisverbruik van vers en bevroren vlees en gevogelte in België voor het tweede opeenvolgende jaar met 1%, wat resulteerde in een consumptie van 28,1 kg per capita. Ook het thuisverbruik van plantaardige alternatieven voor vlees nam in 2024 licht toe tot 0,6 kg per capita. Vlees en gevogelte blijft wel een dominant volumeaandeel van 83% behouden binnen het totale thuisverbruik van vlees, vis en plantaardige alternatieven. Binnen de categorie vlees en gevogelte is kip op langere termijn de grootste groeier. Ook in 2024 steeg het thuisverbruik van kip, maar ook dat van andere vleessoorten zoals rundvlees, kalfsvlees en vleesmengelingen. Voor varkensvlees zien we in 2024 een daling, na een sterk 2023. Qua vleesversnijdingen winnen de laatste jaren vooral gehakt en kleine versnijdingen zoals reepjes en blokjes aan populariteit. Naast het thuisverbruik van vers vlees noteerden we in 2024 ook een thuisverbruik van 1,7 kg kant-en-klare vleesbereidingen per persoon, 3,9 kg kant-en-klare maaltijden met vlees en 10,4 kg vleeswaren. Die kant-en-klare bereidingen en maaltijden winnen aan populariteit. Dit blijkt uit de aankoopgegevens verzameld door YouGov België bij 6.000 Belgische huishoudens in opdracht van VLAM.
Naast dit thuisverbruik is er ook buitenshuisverbruik en verbruik van afgehaalde of thuisgeleverde maaltijden. Uit de Consumptietracker van VLAM uitgevoerd door iVox bij 7.300 Belgen tussen 18 en 75 jaar blijkt dat het thuisverbruik van vlees ongeveer drie kwart van het totale vleesverbruik dekt.
De Vleestracking van VLAM uitgevoerd door iVox bij 1.000 Belgen tussen 18 en 65 jaar bevestigt de positieve evolutie van de houding ten aanzien van inlands vlees. De Belgische consument associeert inlands vlees in de eerste plaats met sterk gecontroleerd en veilig.

Thuisverbruik vers en bevroren vlees en gevogelte groeide voor tweede jaar op rij met 1%
In 2024 bedroeg het thuisverbruik van vers en bevroren vlees en gevogelte 28,1 kg per capita, een stijging van 1% ten opzichte van 2023, toen we ook al een stijging van 1% zagen. Na een lichte dalende tendens voor de coronacrisis, zien we na de coronacrisis een licht stijging in het thuisverbruik van vlees en gevogelte, waardoor we bijna het consumptieniveau van 2016 bereiken.

Bijna alle Belgische gezinnen (99%) kopen jaarlijks vlees en gevogelte. Deze jaarpenetratie blijft stabiel op een hoog niveau. In 2024 kochten Belgische gezinnen gemiddeld 58 keer per jaar vlees en gevogelte. Deze aankoopfrequentie zit de laatste jaren in stijgende lijn. Na een sterke stijging van de gemiddelde prijs in 2022(+7%) en 2023 (+8%), bleef die prijsstijging in 2024 beperkt tot +1%.
Ook thuisverbruik van plantaardige alternatieven voor vlees steeg licht, maar hun aandeel blijft relatief klein.
Het thuisverbruik van plantaardige alternatieven voor vlees (zoals seitan, quorn, groenteburgers en vleesimitaties) kent een licht stijgende trend en kwam in 2024 uit op 0,6 kg per capita, tegenover 0,4 kg in 2016. Ook het aantal kopende gezinnen steeg van 27% in 2016 naar 36% in 2024. Het thuisverbruik van eiwitrijke peulvruchten (linzen, kikkererwten, bonen, …) schommelde de voorbije jaren tussen 0,8 en 0,9 kg per capita en telt een kleine 60% kopende gezinnen. Voor vis, week- en schaaldieren bedroeg het thuisverbruik 4,2 kg per capita in 2024, wat lager is dan de 4,3 kg in 2023 en de 5,0 kg in 2016. Binnen de totale korf vlees-vis-vegetarisch had vlees en gevogelte in 2024 een volumeaandeel van 83%, tegenover 12% voor vis, week- en schaaldieren en 4% voor eiwitrijke peulvruchten en plantaardige alternatieven voor vlees. Het volumeaandeel van vlees en gevogelte is de laatste jaren licht gestegen.

Kip is de grootste groeier binnen vlees en gevogelte
Binnen het thuisverbruik van vlees en gevogelte heeft kip het grootste volumeaandeel (31%), gevolgd door vleesmengelingen met 22%, varkensvlees met 21% en rundvlees met 16%. In 2023 (periode van de hogere inflatie) hadden vooral de duurdere vleessoorten het moeilijker dan de goedkopere vleessoorten. Dit speelde minder in 2024. Op langere termijn weet vooral kip aan belang te winnen. Het volumeaandeel van rundvlees stijgt met de leeftijd, het volumeaandeel van varkensvlees is het hoogst bij de lagere sociale groepen, kip is het populairst bij (jonge) alleenstaanden en vleesmengelingen doen het eerder goed bij gezinnen met kinderen.

Het thuisverbruik van rundvlees steeg in 2024 voor het tweede jaar op rij met 1%. Kalfsvlees kende in 2024 een groei na een daling de voorgaande jaren. Het thuisverbruik van varkensvlees daalde daarentegen in 2024 na een positief 2023, terwijl de vleesmengelingen in 2024 sterk stegen na een kleinere stijging in 2023. Het thuisverbruik van kip stijgt jaarlijks.

Binnen de versnijdingen zijn gehakt en kleine versnijdingen zoals blokjes en reepjes de groeiers
Bijna 2/3 van het gekochte vlees en gevogelte is bewerkt vlees (zoals gehakt, worst, gepaneerd, gemarineerd, …). Dit aandeel van bewerkt groeit de laatste jaren. Binnen het onbewerkte vlees verschuift de voorkeur van grote stukken (zoals steak, filet, kotelet) naar kleine stukken (zoals blokjes, reepjes, sneetjes). Toch blijft het grootste deel van het onbewerkt vlees bestaan uit grote stukken. Bij bewerkt vlees wint vooral gehakt aan populariteit. Het thuisverbruik van gehakt steeg van 3,4 kg per capita in 2016 naar 4,5 kg in 2024. Ook gepaneerd vlees wint volumeaandeel, terwijl gemarineerd vlees een daling kent.

Thuisverbruik van vleesbereidingen en kant-en-klaarmaaltijden in stijgende lijn, thuisverbruik van vleeswaren licht dalend.
Het hierboven beschreven thuisverbruik van vers en bevroren vlees en gevogelte dekt slechts een deel van het totale thuisverbruik van vlees en gevogelte, aangezien vlees ook wordt gekocht in vleesbereidingen, kant-en-klare maaltijden en vleeswaren.
Het thuisverbruik van vleesbereidingen (zoals bereid stoofvlees en vol-au-vent) is de afgelopen jaren populairder geworden: van 1,1 kg per persoon in 2016 tot 1,6 kg in 2023 en 1,7 kg in 2024. Ook het thuisverbruik van kant-en-klare maaltijden met vlees en gevogelte (driecomponentenmaaltijden) steeg van 3,1 kg per capita in 2016 tot 3,9 kg in 2024. Het thuisverbruik van vleeswaren daalde met 1% tot 10,4 kg in 2024 tegenover 2023.
Totale vleesconsumptie: dagpenetratie van 54%, gemiddelde verklaarde eetfrequentie van 3,6 keer per week
Naast het thuisverbruik is er ook buitenshuisverbruik en verbruik van afgehaalde of thuisgeleverde maaltijden. Uit de Consumptietracker van VLAM uitgevoerd door iVox bij 7.300 Belgen tussen 18 en 75 jaar blijkt dat het thuisverbruik van vlees ongeveer drie kwart van het totale vleesverbruik dekt.
Op een gemiddelde dag in 2024 at 54% van de Belgen tussen 18 en 75 jaar vlees of gevogelte (excl. vleeswaren, vleessnacks, …). Die 54% die de dag voordien vlees aten, zijn in verhouding eerder mannen, samenwonenden met thuiswonende kinderen en personen uit de hogere sociale groepen.
Naast bovenstaande dagpenetratie vroeg iVox ook aan 1.000 Belgen tussen 18 en 64 jaar een inschatting te maken van hoe vaak ze vlees en gevogelte (excl. vleeswaren) eten. 51% gaf aan minstens 4 keer per week vlees te eten en 29% zegt dit twee tot drie keer per week te doen. Slechts 3% zegt dit nooit te doen. De verklaarde eetfrequentie van vlees is doorheen de jaren dalend en dit vooral bij 18 tot 34 jarigen. 47% van hen geeft nog wel aan minstens vier keer per week vlees te eten, 30% zegt dit twee tot drie keer per week te doen en slechts 4% zegt dit nooit te doen.

Belg heeft een voorkeur voor inlands vlees
Het merendeel van de Belgen heeft een positieve houding t.a.v. vlees blijkt uit de Vleestracking die iVox uitvoerde (feb 2025) in opdracht van VLAM. Slechts 9% staat negatief tegenover vlees. Als positieve elementen voor vlees worden zeker de smaak en de variatie naar voor geschoven. Belgen vinden vlees doorgaans lekkerder dan vis en plantaardige alternatieven. Het ruime assortiment aan vleessoorten en versnijdingen is eveneens een troef. Belgische consumenten vinden ten slotte dat vlees past in een gezonde voeding zolang men niet overdrijft.
Bij de helft van de Belgen speelt het land van herkomst een rol bij de aankoopkeuze. 92% van deze groep stelt een (sterke) voorkeur te hebben voor inlands vlees. De Belgische consument associeert inlands vlees in de eerste plaats met sterk gecontroleerd en veilig. De helft van de Belgen vindt inlands vlees ook milieuvriendelijker (vooral omwille van het mindere transport) en wil met de keuze voor inlands vlees de lokale economie steunen. De houding ten aanzien van inlands vlees is de voorbije 10 jaar positief geëvolueerd.