Bepaal wie je wil bereiken
Kruip in het hoofd van je lezer, zodat je perfect weet met welke informatie, argumenten en toon je je doel kunt bereiken.
Wat hebben je lezers gemeenschappelijk?
Achterhaal wat je lezers gemeen hebben en bekijk daarna welke kenmerken relevant zijn om je tekstdoel te bereiken. Denk daarbij aan eigenschappen zoals opleidingsniveau, gezinssituatie of beroep.
Probeer er bij een tekst voor een breed publiek voor te zorgen dat 80% van de bevolking hem verstaat. Streef dus naar een zo duidelijk mogelijke tekst en een helder taalniveau.
Dat is een uitdaging, want vaak moet je de tekst laten nakijken door inhoudelijke experts die vaktaal of moeilijke formuleringen voorstellen. De tekst die je uiteindelijk publiceert is ongetwijfeld een compromis.
Stel de juiste vragen
Waarom is die voorbereiding belangrijk? Omdat je lezer afhaakt als je hem overbodige of irrelevante info geeft. Denk daarom vanuit je lezer en focus op de informatie en argumenten die nodig zijn om je doel te bereiken. Dat is een evenwichtsoefening: je mag je lezer nooit overschatten of onderschatten.
Stel alle vragen die je doelgroep ook stelt:
- wie
- wat
- waarom
- waarvoor
- hoe
- wanneer
- …
Andere teksten voor andere doelgroepen
Je doelgroep is nooit ‘iedereen’. Bestaat je lezerspubliek uit 2 of meer doelgroepen die verschillen? Dan kun je het best 2 of meer verschillende teksten schrijven. Anders haken al je lezers af en stijgt de kans op vragen voor jou en je collega’s.