Wanneer gebruik je Kaart en hoe bouw je dit storyblock op? Op deze pagina vind je zowel de basis als tips voor gevorderden.
Doel
Met het storyblock Kaart kun je locaties tonen en extra informatie geven over deze locaties. Een Kaart bevat meerdere kaartlagen. Elke kaartlaag kan een of meerdere locaties bevatten (punt, lijn of zone) en extra informatie over deze locaties.
Aanmaken
- Storyblock Kaart kan gebruikt worden in volgende inhoudstypes: Artikel, Topic, Topicsubpagina, Journey, Hub, Verhaal en Nieuwsbericht.
- Kaarten verschijnen niet op de voorlichterssite: als de informatie in de kaart (bijv. adressen) ook moet voorgelicht kunnen worden door 1700, dan moet de informatie ook op een andere manier worden aangeboden, zoals in de tekst of via een veelgestelde vraag.
- Voor sommige kaarten is extra ontwikkelwerk nodig en mogelijk. Interesse? Bespreek dit met je contactpersoon van de centrale redactie van webplatform.
Opbouw
- Stap 1
- Stap 2
- Stap 1
- Klik op Pin toevoegen.
- Gebruik de kaart ‘OpenStreetMap_Mapnik’. Dit is de kaart die standaard verschijnt.
- Voeg een pin toe door op de kaart te klikken of door de velden Breedtegraad en Lengtegraad in te vullen
- Geef de locatie een naam
- Voeg eventueel een adres toe
- Stap 2
- Laad je GeoJson bestand eerst op in de tab Media (optie bestand)
- Koppel je bestand hier
- Kies om de kaartlaag te gebruiken als achtergrondlaag of als gegevenslaag:
- Een achtergrondlaag wordt gebruikt om gebieden op de kaart te markeren.
- Een gegevenslaag geeft informatie over locaties op de kaart.
- Om bij een gegevenslaag aan te geven waar en hoe de data op de kaart worden getoond, laad je een Jsonbestand op in het veld “metagegevens”.
- Stap 3
- Geef de geoservice URL in
- Kies om de kaartlaag te gebruiken als achtergrondlaag of als gegevenslaag:
- Een achtergrondlaag wordt gebruikt om gebieden op de kaart te markeren.
- Een gegevenslaag geeft informatie over locaties op de kaart.
- Om bij een gegevenslaag aan te geven waar en hoe de data op de kaart worden getoond, laad je een Jsonbestand op in het veld “metagegevens”.
- Bij een gegevenslaag heb je nog de optie om
als je werkt met zones (en in de toekomst lijnen), deze een bepaalde kleur en doorzichtigheid geven. Als je geen kleur selecteert, zal de locatie blauw zijn.
clustering aan te vinken. Hiermee zorg je dat locaties (pointers, zones) die dicht bij elkaar staan, clusters worden wanneer je uitzoomt.
- Stap 4
- Kies om de kaartlaag te gebruiken als achtergrondlaag of als gegevenslaag:
- Een achtergrondlaag wordt gebruikt om gebieden op de kaart te markeren.
- Een gegevenslaag geeft informatie over locaties op de kaart.
- Selecteer de juiste hub(s) om projecten uit een bepaalde of bepaalde hubs te selecteren. Inhoud subtype en Resolver context scope mag je leeg laten.
- Om bij een gegevenslaag aan te geven waar en hoe de data op de kaart worden getoond, laad je een Jsonbestand op in het veld “metagegevens”.
- Bij een gegevenslaag heb je nog de optie om
als je werkt met zones (en in de toekomst lijnen), deze een bepaalde kleur en doorzichtigheid geven. Als je geen kleur selecteert, zal de locatie blauw zijn.
clustering aan te vinken. Hiermee zorg je dat locaties (pointers, zones) die dicht bij elkaar staan, clusters worden wanneer je uitzoomt.
- Kies om de kaartlaag te gebruiken als achtergrondlaag of als gegevenslaag:
- Stap 3
Voorbeeld
Kaartlaag met geoservice.