Voor elke Hoppinpuntcategorie bepaalt het BVR Hoppinpunten een subsidiepercentage en een maximum (plafond)bedrag: Interregionaal Hoppinpunt o.b.v. netwerklogica50% van de kostprijsMaximum 500.000 euroRegionaal Hoppinpunt o.b.v. netwerklogica50% van de kostprijsMaximum 250.000 euroLokaal Hoppinpunt o.b.v. netwerklogica100% van de kostprijsMaximum 50.000 euroBuurt-Hoppinpunt o.b.v. netwerklogica100% van de kostprijsMaximum 25.000 euroSubsidiabele kostenMet dit bedrag kunnen de volgende subsidiabele kosten verrekend worden: de kosten voor studie en ontwerpde kosten voor de werken volgens de inschrijvingsprijs van de aannemer, in voorkomend geval te vermeerderen met de prijsherzieningen, verrekeningen, meer- of bijwerkenals de gemeente de werken in eigen beheer uitvoert: de kosten van de gebruikte materialen, te staven met de facturen van de aankoop ervande kosten voor de aankoop en plaatsing van fietsenstallingen, van informatiedragers en van de infrastructuur om data-uitwisseling mogelijk te makende kosten voor de aankoop en plaatsing van fietskluizen en -lockersde kosten verbonden aan specifieke uitrustingen die de toegankelijkheid van het Hoppinpunt verbeteren voor alle gebruikersde kosten voor de levering en aanplanting van groenvoorzieningen.Niet-subsidiabele kostenDe subsidieregeling Hoppinpunten betreft een wijziging van het besluit betreffende het mobiliteitsbeleid van 25 januari 2013 en moet dus samen gelezen worden met de andere bepalingen in dit besluit, in het bijzonder artikel 41, § 2 stelt dat volgende kosten daarom niet subsidiabel zijn: de levering en plaatsing van nieuwe voetpaden en het onderhoud ervanOpgelet: als de levering en plaatsing van een nieuw voetpad noodzakelijk is in het kader van toegankelijkheid, dan is dit een specifieke uitrusting en wél subsidiabel.de levering en plaatsing van straatmeubilair en het onderhoud ervande kosten die verbonden zijn aan de aanleg of aanpassing van nutsleidingen, met inbegrip van de aanleg of aanpassing van de rioleringOpgelet: het besluit Hoppinpunten heeft hier een wijziging op toegepast. De aanleg van infrastructuur voor data-uitwisseling op Hoppinpunten is wél subsidiabel.de kosten die verbonden zijn aan de levering en plaatsing van schuilhuisjes voor het geregeld vervoerde kosten die verbonden zijn aan de noodzakelijke grondverwerving.Dubbele subsidiëringAls er voor de (her)aanleg van een Hoppinpunt al een subsidie op basis van een andere grondslag is toegekend (i.h.k.v. klimaatprojecten, EFRO …), en afhankelijk van de totale kost, moet het bedrag dat reeds toegekend werd op basis van een andere subsidieregeling worden afgetrokken van de subsidiabele kostprijs dat in het kader van deze subsidieregeling in aanmerking zal worden genomen voor de subsidiebepaling. Voorbeeld 1: aanleg van een buurt-Hoppinpunt voor een totaalbedrag van 25.000 euro . Als een gemeente al 20.000 euro subsidie heeft gekregen op basis van een andere grondslag, kan ze voor dit buurt-Hoppinpunt nog 5.000 euro ontvangen op basis van het BVR Hoppinpunten. Voorbeeld 2: aanleg van een buurt-Hoppinpunt voor een totaalbedrag van 45.000 euro . Als een gemeente al 20.000 subsidie heeft gekregen op basis van een andere grondslag, kan ze voor dit buurt-Hoppinpunt nog 25.000 euro ontvangen op basis van het BVR Hoppinpunten. Schuilhuisjes aan haltes kunnen bijvoorbeeld niet via het BVR Hoppinpunten gesubsidieerd worden. Als gemeenten hiervoor via een andere weg subsidie ontvangen, wordt dat niet van het subsidiebedrag afgetrokken. De gemeente kan dan nog steeds 25.000 euro ontvangen voor de aanleg van een buurt-Hoppinpunt. Als de Vlaamse overheid instaat voor de werken langs een gewestweg, wordt zoiets beschouwd als een investering. De kosten worden in dat geval volledig door het Gewest betaald, met uitzondering van de zaken die traditioneel door gemeenten worden betaald (voetpaden, DWA (droogweerafvoer), straatmeubilair, schuilhuisjes, vuilbakken, … zoals dit nu ook het geval is voor de aanleg van de haltes van De Lijn). Veelgestelde vragen subsidiabele kosten . Kan de gemeente subsidie aanvragen voor de studiekosten, de onteigeningskosten en het onderhoud van een Hoppinpunt? De Hoppinsubsidie kan ingezet worden voor studiekosten, niet voor onteigeningskosten en onderhoud. Zijn diensten als pakketautomaten, openbare toiletten, … subsidieerbaar? Neen. Een fietsherstelzuil of fietspomp is wél subsidieerbaar. Kan de aanleg van een laadpaal mee gesubsidieerd worden? Lokale besturen en AWV kunnen de plaatsing van een laadpaal aanvragen via het bestaande loket, als een strategische plaatsing. Meer informatie . Is tijdelijke inrichting subsidieerbaar? Ja, zolang het een aankoop betreft. Zo kan bijvoorbeeld een tijdelijke toegankelijke halte worden aangelegd. Dit moet wel passen in het definitieve ontwerp, maar het kan bijvoorbeeld verschillen in timing van werken opvangen (bv. geplande heraanleg). Procedure . Aanvraag indienen . Een subsidie bestaat uit één enkele schijf en kan aangevraagd worden bij voorlopige oplevering van de werken via het e-loket Subsidies voor mobiliteitsbeleid.. Aan het eind van het aanvraagproces wordt gevraagd een verklaring op eer toe te voegen rond dubbele subsidiëring en de herkenbaarheid/toegankelijkheid van een Hoppinpunt dat is aangelegd of heringericht door een lokaal bestuur. Gebruik daarvoor dit document. Een subsidieaanvraag bevat de elementen zoals vermeld in artikel 9 van het BVR Hoppinpunten. §2 van dit artikel bepaalt dat u mits akkoord van de projectstuurgroep verschillende subsidieaanvragen per Hoppinpunt kunt indienen met het oog op de (her)aanleg ervan. Over de volledige looptijd van een lokale bestuursperiode mag de som van de subsidiebedragen van die verschillende aanvragen het maximumbedrag voor het Hoppinpunt niet overschrijden. Naar het e-loket . Hoe krijg ik de juiste rechten? Om uw subsidieaanvraag bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken te kunnen indienen, moet u als gemeenteambtenaar over de juiste rechten te beschikken. Er zijn 2 manieren om de rechten aan te vragen: De rechten voor het indienen van subsidies kunnen worden aangevraagd door de lokale beheerder van uw stad/gemeente via https://gebruikersbeheer.vlaanderen.be/.In de lijst van de gebruiksrechten moet dan het volgende recht worden geselecteerd:MOW Subsidies voor Mobiliteitsbeleid - Hoppinpunten GebruikerVia zelfregistratie op de volgende URL, waarbij u het KBO-nummer van uw gemeente in de URL moet in vullen: https://zelfregistratie-gebruikersbeheer.vlaanderen.be/user/aanvraag?&an=628&dg=LB&oc= . Controle van uw aanvraag . De dossierbehandelaar controleert of uw aanvraag volledig is en vraagt indien nodig aanvullende documenten op bij de contactpersoon die u hebt opgegeven. Controle van de voorwaarden . De dossierbehandelaar gaat na of de gemeente of stad en het beschreven project aan de minimale subsidievoorwaarden voldoen. Beslissing . Binnen een ordetermijn van 180 kalenderdagen nadat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken alle gegevens heeft ontvangen, wordt u via mail op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister of haar gedelegeerde. Bij een gunstige beslissing wordt het subsidiebedrag overgeschreven op het rekeningnummer dat u hebt opgegeven. Veelgestelde vragen procedure . Kan de Hoppinsubsidie nog worden aangevraagd als het grootste deel van de werken/infrastructuur recent is gerealiseerd? Dat kan, zolang de logische volgorde (projectstuurgroep, unieke verantwoordingsnota en vervolgens realisatie) gevolgd werd. Voor meer gedetailleerde vragen, contacteer het Hoppinpuntenmanagement via hoppinpunten@mow.vlaanderen.be. Kan de Hoppinsubsidie al worden aangevraagd als de gemeente reeds werken heeft uitgevoerd, maar het Agentschap Wegen en Verkeer pas op termijn een toegankelijke bushalte zal aanleggen? De Hoppinsubsidie kan aangevraagd worden na uitvoering van de werken waarvoor subsidie wordt aangevraagd, indien het volledige Hoppinpunt op korte termijn (max. 12 maanden) toegankelijk is. Een subsidievoorwaarde is “geïntegreerd in regionale mobiliteitsplan”. Moeten lokale besturen dan wachten tot de goedkeuring van het regionaal mobiliteitsplan om subsidies te kunnen aanvragen? Zodra de unieke verantwoordingsnota werd goedgekeurd door de projectstuurgroep én het Hoppinpunt is opgenomen op de lijst van de vervoerregio, kan een Hoppinpunt gerealiseerd en dus ook subsidie aangevraagd worden. Dat het regionale mobiliteitsplan nog niet definitief goedgekeurd zou zijn, is dit dus geen bezwaar. Kan de Hoppinsubsidie aangevraagd worden voor reeds uitgevoerde werken die niet in de unieke verantwoordingsnota staan maar wel de toegankelijkheid verhogen? Er kunnen subsidies worden aangevraagd voor alle werken die worden uitgevoerd na goedkeuring van de unieke verantwoordingsnota. Aanpassing van de unieke verantwoordingsnota (eventueel als bijlage) moeten telkens door de projectstuurgroep worden goedgekeurd, via e-mail. Zijn er gevolgen als bepaalde zaken die in unieke verantwoordingsnota werden goedgekeurd niet geplaatst worden? In de digitale aanvraag voor de Hoppinsubsidie zal de gemeente een verklaring op eer opladen. Zo verklaart de gemeente dat het Hoppinpunt voldoet aan de herkenbaarheids- en toegankelijkheidsvereisten voor het Hoppinpunt. Omwille van transparantie is het aangeraden om alle leden van de PSG op de hoogte te brengen van (belangrijke) wijzigingen bij uitvoering. Vragen? Met inhoudelijke vragen omtrent de (her)aanleg van een Hoppinpunt, kunt u terecht bij de regionale teams van de afdeling Beleid in uw vervoerregio.Hebt u een praktische vraag over het indienen van een subsidieaanvraag of de afhandeling ervan? Dan kunt u terecht bij de Hoppinpuntenmanager en zijn team via hoppinpunten@mow.vlaanderen.be.De subsidieaanvragen die vóór de datum van inwerkingtreding van het BVR Hoppinpunten werden ingediend, worden nog afgehandeld volgens de bepalingen van het Besluit van 11 september 2020 betreffende de mobipunten. Wetgeving . De Vlaamse Regering heeft op vrijdag 11 februari 2022 het Besluit Hoppinpunten definitief goedgekeurd. Dat besluit werd op 5 april in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en vindt u terug in de Vlaamse codex.