Gedaan met laden. U bevindt zich op: De bezettingsnorm Aan de slag met het technisch verslag

De bezettingsnorm

Wat is de bezettingsnorm?

De bezettingsnorm van een woning bepaalt voor hoeveel personen een woning geschikt is. De norm wordt berekend op basis van het aantal woonlokalen (dit zijn keuken, woonkamer en slaapkamers) en de netto-vloeroppervlakte van deze woonlokalen.

De bezettingsnorm vindt u terug in deel D van het technisch verslag voor de zelfstandige woningen en in deel F van dat van de kamers. Bij beide types kamers is er ook nog een stukje bezettingsnorm voor de gemeenschappelijke functies. De berekening van de bezettingsnorm staat uitvoerig beschreven in het technisch handboek dat u kunt raadplegen op het technisch handboek woningkwaliteit(opent in nieuw venster).

De oppervlakteberekening

De totale netto-vloeroppervlakte van een zelfstandige woning moet minstens 18 m² zijn. Hiervoor tellen enkel de woonlokalen (leefkamer(s), keuken en slaapkamers). Een kamer heeft een oppervlakte van minimaal 12 m².

Op de oppervlaktenorm zijn er wel enkele uitzonderingen en afwijkingen.

Afwijkingen voor zelfstandige woningen en (studenten)kamers:

De oppervlakte van de aparte badkamer telt mee, met een maximum van 3 m²:

  • als de nettovloeroppervlakte van de zelfstandige woning kleiner dan 18 m² is
  • als de nettovloeroppervlakte van een kamer kleiner dan 12 m² is.

De oppervlakte van de woning mag 2 m² kleiner zijn als er een wandmeubel met opklapbaar bed of een hoogslaper van minstens 2 m² is geïnstalleerd om ruimte te besparen. Bij een hoogslaper moet er wel een vrije hoogte zijn van 180 cm onder en 100 cm boven de hoogslaper.

Die twee afwijkingen gelden enkel voor zelfstandige woningen en (studenten)kamers die gebouwd of vergund zijn voor 1 oktober 2016 en zijn cumulatief.

Afwijkingen voor studentenkamers:

  • Voor studentenkamers van voor 1-9-1998 en met een eerste conformiteitsattest aangevraagd voor 1-9-2001, geldt een minimale oppervlakte van 8 m² . Deze afwijking is niet cumulatief met de vorige afwijkingen.

De leefruimten of woonlokalen moeten een minimumhoogte van 220 cm hebben. Ook hier zijn er een paar uitzonderingen zoals voor hellende daken.

Met de volgende lokalen wordt geen rekening gehouden:

  • lokalen waarvan de in aanmerking te nemen netto-vloeroppervlakte kleiner is dan 4 m²
  • lokalen die nergens een plafondhoogte van minstens 220 cm hebben.

Wanneer is een woning overbewoond?

Een woning is overbewoond als de bezettingsnorm zodanig is overschreden dat er een veiligheids- of gezondheidsrisico ontstaat of wanneer er sprake is van mensonwaardige levensomstandigheden.