Gedaan met laden. U bevindt zich op: Uithuiszetting

Uithuiszetting

De verhuurder mag huurders niet eenzijdig uit de woning zetten wanneer ze de huurprijs of kosten niet betalen, zelfs niet als de uithuiszetting uitdrukkelijk als sanctie in de huurovereenkomst wordt vermeld. Enkel een bevoegde rechter mag een uithuiszetting bevelen.

Verhuurder en huurder kunnen het OCMW om ondersteuning vragen om uithuiszetting wegens huurachterstand te vermijden. Het OCMW kan hiervoor het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen inschakelen. Vraagt de verhuurder uiteindelijk toch een uithuiszetting? Dan kan de uitgewezen huurder rekenen op 4 beschermende maatregelen.

Uithuiszetting vermijden: Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen

Verhuurder en/of huurder kunnen het OCMW om ondersteuning vragen als de huurder de huur niet kan betalen. Het OCMW beslist of begeleiding van de huurder mogelijk is om de achterstallige huur af te betalen.

Het OCMW kan hierbij het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen inschakelen. Dankzij het Fonds kunt u op ondersteuning rekenen om een uithuiszetting te vermijden.

Waarschuwing van het OCMW

De vrederechter brengt het OCMW van de betrokken gemeente preventief op de hoogte wanneer een vordering tot uithuiszetting bij de rechtbank wordt ingeleid. De huurder kan zich tegen die mededeling aan het OCMW verzetten.

Het OCMW neemt schriftelijk contact op met de huurder en de verhuurder om te bemiddelen bij het geschil. Het OCMW biedt de nodige hulp om de uithuiszetting te vermijden.

Tijd om de woning te verlaten

Wanneer de rechter de uithuiszetting uitspreekt, heeft de huurder exact 1 maand de tijd om de woning te verlaten. De termijn van 1 maand gaat in vanaf de betekening (officiële bekendmaking) van het vonnis door de gerechtsdeurwaarder.

De termijn kan korter of langer zijn:

  • De verhuurder bewijst dat de huurder de woning al verlaten heeft.
  • De huurder en de verhuurder zijn een andere termijn overeengekomen en dat akkoord wordt in het vonnis tot uithuiszetting opgenomen.
  • De rechter verlengt of verkort de termijn op verzoek van de huurder of de verhuurder.

De gerechtsdeurwaarder moet de huurder ten minste 5 werkdagen van tevoren de exacte datum van de uithuiszetting meedelen.

Bewaring van de inboedel

De goederen die zich bij de uithuiszetting nog in de woning bevinden, zullen op kosten van de huurder op de openbare weg worden gezet. Wanneer de goederen de openbare weg belemmeren, zal de gemeente ze op kosten van de huurder komen weghalen en 6 maanden bewaren (tenzij het gaat om bederfelijke goederen of goederen die schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid).

Onbeslagbare goederen

Sommige goederen zijn niet vatbaar voor beslag, zoals bedden en beddengoed, kleren en kleerkasten, een wasmachine, een strijkijzer, een eettafel met stoelen, een kookfornuis, een koelkast, studiegoederen en beroepsgoederen.