Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aanvullende reglementen (AR) op het wegverkeer

Aanvullende reglementen (AR) op het wegverkeer

Ontdek wat een aanvullend reglement precies is en hoe u zo’n reglement moet opmaken en overmaken. Voor meer info kunt u altijd de hulpgids(PDF bestand opent in nieuw venster) raadplegen.

Wat is een aanvullend reglement?

Wanneer een gemeente of gewest beslist om een permanente of periodieke verkeersmaatregel uit te voeren, gaat dat gepaard met het plaatsen van verkeerstekens (zoals verkeersborden). Voor het plaatsen van verkeerstekens die een gebod of verbod instellen of opheffen, is een aanvullend reglement vereist.

Bijvoorbeeld:

De wegcode (KB 01/12/75) bepaalt de betekenis van het bord C43, namelijk “verboden te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid”. Waar dat bord geplaatst wordt en welke snelheid ter plaatse geldt, geeft de wegcode niet aan. Die beslissing wordt opgenomen in een aanvullend reglement.

Arrest nr. 174/2004 van 03/11/04 van het Arbitragehof stelt het als volgt: “De aanvullende reglementen hebben aldus een bijzonder toepassingsgebied en strekken ertoe de verkeersreglementering aan te passen aan de plaatselijke of bijzondere omstandigheden. Uit hun aard zelf kunnen aanvullende verkeersreglementen geen regels van algemene politie bevatten.”

De bevoegde overheid bepaalt met het AR welke verkeersregels de weggebruiker op een bepaalde plaats moet naleven.

Voor de weggebruiker heeft een AR verregaande gevolgen: bij niet-naleving van de signalisatie begaat hij een inbreuk op het verkeersreglement en kan hij worden bestraft. Burgers moeten in het AR dan ook kunnen nagaan waarom bepaalde maatregelen op een bepaalde locatie werden ingevoerd en of er weloverwogen werd te werk gegaan.

Ook wanneer de burger het niet eens is met de beslissing tot bepaalde verkeersmaatregelen, moet hij deze kunnen aanvechten.

Hetzelfde geldt voor advocaten en verzekeraars die bijvoorbeeld worden ingeschakeld in de nasleep van verkeersongevallen. Zij moeten de mogelijkheid hebben om het doel van de maatregelen en de zorgvuldige werkwijze van de overheid na te gaan.