Gedaan met laden. U bevindt zich op: Vervoerregio Brugge

Vervoerregio Brugge

In 2018 besliste de Vlaamse overheid dat gemeentebesturen meer zelf kunnen beslissen hoe ze ‘hun’ mobiliteit organiseren. Maar omdat verkeer natuurlijk niet stopt aan de grens van een gemeente werd Vlaanderen hiervoor opgedeeld in 15 zogenaamde vervoerregio’s. In deze vervoerregio’s of VVR’s werken verschillende gemeenten samen een mobiliteitsplan uit, specifiek voor hun regio. Vervoerregio Brugge is één van die regio’s.

Regionaal Mobiliteitsplan

Op 23 december 2023 heeft de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters het Regionaal Mobiliteitsplan 2030-2050 voor de vervoerregio Brugge officieel goedgekeurd, nadat de Vervoerregioraad het plan op 18 december 2023 definitief heeft vastgesteld. Dat plan tekent de toekomst van de mobiliteit in de vervoerregio Brugge uit en bevat acties voor lokale en bovenlokale overheden om die toekomstvisie te realiseren. Dit plan is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen de steden en gemeenten van de vervoerregio met de Vlaamse Overheid, de provincie en de haven. De nadruk wordt gelegd op het bovenlokale aspect, zonder het lokale uit het oog te verliezen. Ook het middenveld en de burger zelf werkten hieraan mee.

Bekijk het Regionaal Mobiliteitsplan:

Uitdagingen

Maak kennis met basisbereikbaarheid en de uitdagingen voor de Vervoerregio Brugge in deze video.

Inhoud is aan het laden

Over de vervoerregio Brugge

De vervoerregio Brugge beslaat zo’n 620 km² en bestaat uit 9 gemeenten. Er wonen om en bij de 260.000 mensen waarvan bijna de helft op het grondgebied van de stad Brugge. De 98.000 arbeidsplaatsen die de regio telt, zijn voornamelijk te vinden in de stad Brugge. Toch hebben ook de andere steden en gemeenten over het algemeen een jobratio die hoger ligt dan het Vlaamse gemiddelde. Dat betekent dat heel wat werknemers uit andere vervoerregio’s in de Vervoerregio Brugge komen werken.

De vervoerregio Brugge is een zinderende regio met enkele speciale uitdagingen. Brugge valt, als centrumstad van deze regio, te beschouwen als een economisch knooppunt. De zeehaven van Zeebrugge, een haven van Vlaams belang, zorgt voor heel wat logistiek verkeer.

De kustgemeenten Blankenberge, Knokke-Heist en Zeebrugge zorgen in het toeristisch seizoen voor een aparte dynamiek. De historische centra van Brugge en Damme zijn dan weer het hele jaar rond toeristische trekpleisters. Gemeenten als Beernem, Jabbeke, Oostkamp en Zedelgem profiteren van het uitstekende bereikbaarheidspotentieel van de E40 en de E403 en zijn uitgegroeid tot middelgrote gemeenten met heel wat bedrijvigheid. Ingeklemd tussen Brugge en de kuststrook vind je de poldergemeente Zuienkerke.

De snel- en autowegen E40, E403, A11, N31 en N49 én de spoorlijn 50A Brussel-Oostende, met vertakkingen naar 51 Blankenberge, 51A Zeebrugge en 51B Knokke-Heist en spoorlijn 66 Brugge-Kortrijk, doorkruisen de regio. Parallel met de kustlijn liggen de Koninklijke Baan en de tramsporen. De stedelijke ringweg R30 rond Brugge volgt, samen met de Ringvaart het tracé van de vesten van de stad en sluit aan op de historische steenwegen die de verbinding met de overige kernen maken. Die Ringvaart verbindt, met het Boudewijnkanaal (Brugge - Zeebrugge) en het kanaal Gent-Brugge, de haven van Zeebrugge met Gent. Andere waterwegen zijn het kanaal Gent-Oostende en het Schipdonkkanaal, het afleidingskanaal van de Leie.

De vervoerregio Brugge is dus een unieke regio met heel uiteenlopende uitdagingen. Hoe die uitdagingen op een goede en gestructureerde manier aangepakt kunnen worden, is een belangrijke vraag.

Officiële documenten

  • Stap ->

    De vervoerregioraad stelt een mobiliteitsplan op voor de hele regio. Dit plan legt de globale mobiliteitsvisie voor een langere termijn vast voor de vervoerregio en dat voor alle vervoersmodi.

    Vervoerregioraad Brugge heeft op 21 februari 2020 de oriëntatienota goedgekeurd. De oriëntatienota is een eerste stap in de opmaak van het regionaal mobiliteitsplan. De oriëntatienota beschrijft hoe onze mobiliteit georganiseerd is, hoe de bestaande netwerken gebruikt worden, hoe we ons verplaatsen, welke verplaatsingsrelaties er zijn, …

    Ook knelpunten en sterktes komen aan bod. Kortom, de oriëntatienota geeft een beeld van de bestaande toestand van mobiliteit in onze regio.

    Oriëntatienota(PDF bestand opent in nieuw venster)

    In de tweede fase – de synthesefase – bepalen we de doelstellingen en schetsen we het gewenste toekomstscenario. Dat doen we samen met de gemeenten en de regionale beleidsactoren, met input van burgers en stakeholders. Het resultaat wordt gebundeld in de synthesenota, die zal bestaan uit 2 elementen: de visienota en de netwerken.

    De visienota geeft aan welke richting we uit willen als vervoerregio. Die visienota zal als basis dienen voor het milieuonderzoek. Het is belangrijk om voor de verdere uitwerking van het RMP en dus ook het opmaken van het actieplan te kunnen terugvallen op een solide, gedragen basis. Aangezien de visienota aangeeft hoe de vervoerregio de mobiliteit in de toekomst ziet, vormt het dus ook de basis voor het actieplan.

    Op de vervoerregioraad van 27 juni 2022 werd de visienota gevalideerd door de leden van de vervoerregioraad.

    Bekijk de visienota(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Op 23 december 2023 heeft de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters het Regionaal Mobiliteitsplan 2030-2050 voor de vervoerregio Brugge officieel goedgekeurd, nadat de Vervoerregioraad het plan op 18 december 2023 definitief heeft vastgesteld. Dat plan tekent de toekomst van de mobiliteit in de vervoerregio Brugge uit en bevat acties voor lokale en bovenlokale overheden om die toekomstvisie te realiseren. Dit plan is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen de steden en gemeenten van de vervoerregio met de Vlaamse Overheid, de provincie en de haven. De nadruk wordt gelegd op het bovenlokale aspect, zonder het lokale uit het oog te verliezen. Ook het middenveld en de burger zelf werkten hieraan mee.

    Bekijk het Regionaal Mobiliteitsplan:

    Mobiliteit visienota(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Actietabel(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Actieplan(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Netwerkkaarten(PDF bestand opent in nieuw venster)

  • Stap ->

    De vervoerregio Brugge heeft op maandag 23 november 2020 het nieuwe vervoerplan voor de regio definitief goedgekeurd. De Lijn en de Vlaamse overheid nemen de implementatie van dit plan nu verder op zich.

    Maak kennis met de speerpunten van het OV-plan

    Het openbaar vervoerplan werd in mei 2020 voorlopig goedgekeurd en heeft de afgelopen maanden de goedkeuring gekregen van de gemeenteraden uit de vervoerregio. “Met de definitieve goedkeuring sluiten we een fase van intens overleg af tussen de lokale besturen, De Lijn en de andere Vlaamse partners die in dit proces betrokken zijn. Ik ben tevreden over de rol die de steden en gemeenten uit de regio in dit debat gespeeld hebben. De steun vanuit de gemeenteraden laat ons nu toe dit plan definitief goed te keuren en uit te rollen”, zegt Dirk De fauw, burgemeester van Brugge en namens de gemeenten voorzitter van de vervoerregioraad.

    Stevig netwerk dat rekening houdt met stijging in gebruik openbaar vervoer
    De vervoerregio Brugge ging, net als de andere vervoerregio’s, aan de slag met duidelijke spelregels voor de opmaak van dit openbaar vervoerplan. “Voor het nieuwe netwerk werd een budget van zo’n 30 miljoen euro vanuit Vlaanderen ter beschikking gesteld. Hoewel budgetneutraliteit een belangrijke randvoorwaarde was, zijn we er toch in geslaagd een stevig netwerk uit te tekenen. De Lijn heeft de impact daarvan in de loop van de zomer berekend en verwacht een stijging van het gebruik met 4,2%”, zegt Hannelore Deblaere, covoorzitter van de vervoerregio.

    De belangrijkste speerpunten van het regulier net

    Het openbaar vervoerplan treedt in werking op 1 januari 2022. De belangrijkste speerpunten zijn:

    • een busnetwerk dat zowel qua reiswegen als qua dienstregeling beter wordt afgestemd op het treinnetwerk van de NMBS en inspeelt op de effectieve vervoersvraag tussen kernen;
    • inzetten op sterke stamassen, dus hogere frequenties op die assen waar de grootste verplaatsingsstromen worden vastgesteld, zowel tijdens weekdagen als in het weekend;
    • het bundelen van een aantal buslijnen op grote assen waardoor frequenter, maar ook sneller gereisd kan worden;
    • een geïntegreerd avond- en nachtnet met latere ritten op de sterke stamassen binnen stad Brugge en in de regio.

    Voor de vervoerregio Brugge is op die manier een radiaal netwerk uitgetekend met een sterke focus op bundeling van lijnen op de invalswegen van en naar Brugge. Zo ontstaan sterke stamassen vanuit Sijsele, Beernem en Oedelem, Oostkamp, Zedelgem en Loppem, Jabbeke, Blankenberge en Knokke-Heist. Die sterke stamassen worden aangevuld met specifieke functionele lijnen en ritten die vooral rijden tijdens de spitsuren in functie van woon-school- en woon-werkverkeer.

    Ook het stedelijk openbaar vervoer van Brugge is volledig hertekend. Er is uitdrukkelijk gekozen om een aantal sterke bundels te creëren op een aantal radiale invalswegen door combinatie van stads- en streeklijnen. Binnen de stadsgrens kunnen daardoor frequenties van 10 of 15 minuten gerealiseerd worden op de invalswegen. Daarnaast zijn ook nog een aantal meer ontsluitende stadslijnen ingetekend die zorgen voor de ontsluiting van de Brugse wijken en geënt zijn op ’t Zand en het Station.

    Ook de centrumbediening zal er in de toekomst totaal anders uitzien met specifieke centrumlijnen die vanuit specifieke eindpunten (met een belangrijke relatie met het centrum) door het centrum zullen rijden.

    Het avond- en het nachtnet in de Brugse regio wordt een verlengde van het reguliere netwerk. Er zijn geen afzonderlijke reiswegen meer, en ook geen andere lijnnummers voor de avondbediening. Op de belangrijkste stamassen wordt een verlengd aanbod voorzien.

    Vervoer op maat via vier sporen

    Lacunes in het regulier net worden ingevuld met het zogenaamde vervoer op maat. Voor de plaatsen die niet of minder goed gedekt zijn door het treinnet en het reguliere busnet biedt het vervoer op maat flexibele en vraaggestuurde oplossingen. Elke vervoerregio krijgt daarvoor middelen ter beschikking vanuit Vlaanderen. Dit systeem van vervoer op maat gaat ook in werking op 1 januari 2022. Het aanbod aan vervoer op maat in de Brugse regio is zeer breed.

    Vervoerregio Brugge heeft een concept van vervoer op maat uitgewerkt geënt op 4 sporen

    • Flexvervoer
      Om de ‘witte vlekken’ in het vervoerssysteem kwaliteitsvol te kunnen ontsluiten, is een vraagafhankelijk systeem van flexibel vervoer voorzien. Dat vervoer richt zich zowel naar de open gebruiker als naar de doelgroepgebruikers (vervoer van personen met een rolstoel en vervoer van personen die begeleiding nodig hebben).
    • Deelmobiliteit
      Deelmobiliteit is een belangrijke pijler in het vervoerplan. Er wordt geïnvesteerd om zowel fiets- als autodeelsystemen regiobreed uit te rollen.
    • Semi-flex vervoer naar specifieke attractiepolen
      Specifieke attractiepolen, zoals de haven, het Zwin, Ramskapelle in combinatie met het AZ Zeno en de stad Damme (in functie van toeristisch verkeer), kunnen vraagafhankelijk ontsloten worden.
    • Aanvullende vaste lijnen
      Voor een aantal specifieke verbindingen wordt een vaste lijn voorzien, onder meer voor de relatie Brugge – Zeebrugge en de zuidelijke ontsluiting van de vervoerregio tussen de stations Torhout en Beernem. De centrumbus van Blankenberge blijft ook behouden.

    Bij de start van de zomer van 2020 werd door de Vlaamse Regering bijkomend budget voor vervoer op maat toegekend aan de vervoerregio Brugge. Het aanbod binnen de vervoerregio werd hiermee verhoogd met o.a. een uitbreiding van het budget voor flexvervoer (o.a. voor de gebruikers van de Zeebruggebus), een uitbreiding van het systeem van nachtvervoer en een bijkomende autodeellocatie.

    Basisbereikbaarheid: een vraaggestuurde mobiliteitsvisie vanuit 15 vervoerregio’s
    Vervoerregio Brugge bestaat sinds 2019 en is een van de 15 vervoerregio’s die werd opgericht in het kader van basisbereikbaarheid, de nieuwe Vlaamse visie op mobiliteit. Basisbereikbaarheid vertrekt vanuit een vraaggestuurd mobiliteitsaanbod en zet in op combimobiliteit: het combineren van verschillende vervoermiddelen. Vlaanderen versterkt daarvoor onder meer het openbaar vervoersaanbod op overbevraagde lijnen en bouwt onderbenutte lijnen af. Die oefening zorgt voor meer comfort op drukke lijnen en zet de beschikbare middelen voor mobiliteit in Vlaanderen optimaal in. Basisbereikbaarheid ondersteunt tegelijk de Vlaming om alle beschikbare vervoersopties te verkennen en te gebruiken: openbaar vervoer, fiets, wagen, deelsystemen, … Zo bouwen we samen aan de modal shift in Vlaanderen.

    De vervoerregio Brugge bestaat uit de steden en gemeenten Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, Knokke-Heist, Oostkamp, Zedelgem en Zuienkerke. In de vervoerregioraad Brugge zijn alle gemeenten vertegenwoordigd, alsook de Vlaamse overheid, het provinciebestuur en NMBS/Infrabel. Deze raad is het officieel overlegplatform dat de korte en lange termijnbeleidsvisie inzake mobiliteit voor de hele regio moet vaststellen.

    Vervolgtraject
    Het definitief goedgekeurde openbaar vervoerplan zal nu verder uitgewerkt worden door De Lijn en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. De bedoeling is om het nieuwe netwerk tegen 1 januari 2022 operationeel te hebben. De komende maanden wordt daarom samen met de gemeenten gewerkt aan de praktische kant van het nieuwe netwerk zoals haltelocaties, doorstroming, toegankelijkheid, …

    De vervoerregio Brugge werkt daarnaast verder aan het opstellen van een mobiliteitsplan op de lange termijn. Daarin wordt de gezamenlijke toekomstvisie op mobiliteit voor de hele regio vastgelegd, rekening houdend met alle vervoermiddelen.

    De vervoerregioraad Brugge bestaat uit :

    Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, Knokke-Heist, Oostkamp, Zedelgem en Zuienkerke, Departement MOW, departement MOW- afdeling AMT, departement MOW – afdeling MDK, het AWV, De Lijn, De Vlaamse Waterweg, NMBS, Infrabel, WVI, de Provincie West-Vlaanderen, MBZ (Haven Zeebrugge) en departement OMG

    Openbaar vervoerplan 2020(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 1: kaarten KN-AN(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 2: bundeling kaarten bestaande situatie(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 3: overzicht KN-AN(Excel bestand opent in nieuw venster)

    Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 4: mobipunten(Excel bestand opent in nieuw venster)

    Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 5: Vervoer Op Maat initiatieven(PDF bestand opent in nieuw venster)

Plan-Mer

In het kader van de opmaak van het Regionaal Mobiliteitsplan (RMP) voor de vervoerregio Brugge wordt een plan-MER opgemaakt krachtens het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met integratie van de milieueffectrapportage’. De milieubeoordeling verloopt in verschillende fases.

Verslagen vervoerregioraad Brugge

Participatietraject

  • Stap 28/112019

    Mensen met een mobiliteitsbeperking en vertegenwoordigers van organisaties die het voor hen opnemen gingen in dialoog rond de uitdagingen voor mobiliteit.

  • Stap 17/12020

    Jongeren gingen in dialoog rond de uitdagingen voor mobiliteit.

  • Stap 29/12020

    Op een startmoment kregen stakeholders en raadsleden informatie over de doelstellingen van de vervoerregio en het verloop van het beleidsplantraject.

  • Stap 15/42020

    Stakeholders werden geïnformeerd over het OV-plan en konden feedback geven op de verschillende initiatieven en acties.

  • Stap 14/72020

    5.000 burgers werden uitgenodigd om een enquête in te vullen over mobiliteit.

  • Stap 16/112020
  • Stap 3/122020

    De stakeholders krijgen verschillende denksporen toegelicht en gaan in dialoog rond beleidsrichtingen over ruimte en mobiliteit, fiets en veiligheid, wagen en vracht; openbaar vervoer.

  • Stap 3/122020
  • Stap 24/22021
  • Stap 18/32021
  • Stap 6/92022
  • Stap 12/122022
  • Stap 3/12023
  • Stap 2/52023
  • Stap 22/62023

Hebt u vragen voor ons?

Contact

VERVOERREGIO BRUGGE
VAC Brugge
Koning Albert I-laan 1-2, bus 81
8200 Brugge
vervoerregio.brugge@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)
Voorzitters
Dirk De Fauw
dirk.defauw@brugge.be(opent in uw e-mail applicatie)
Stad Brugge
Voorzitter
Hannelore Deblaere
hannelore.deblaere@mow.vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)
Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW)
Voorzitter
Team MOW
Kathleen Huet
kathleen.huet@mow.vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)
Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW)
Mobiliteitsbegeleider
Sylvie Decloedt
T 050 24 80 00
sylvie.decloedt@mow.vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)
Agentschap Wegen en Verkeer (AWV)
Regiomanager
Anneleen De Schrijver
T 059 56 53 05
anneleen.deschrijver@delijn.be(opent in uw e-mail applicatie)
De Lijn
Vervoerregiomanager
Sven Hoverbeke
T 059 56 53 07
sven.hoverbeke@delijn.be(opent in uw e-mail applicatie)
De Lijn
Vervoerregiodeskundige
Sofie Pauwels
T 059 29 59 31
sofie.pauwels@vlaamsewaterweg.be(opent in uw e-mail applicatie)
De Vlaamse Waterweg nv
Districtshoofd Kanalen West