Gedaan met laden. U bevindt zich op: Dierenwelzijnseisen voor kalkoenenhouderijen

Dierenwelzijnseisen voor kalkoenenhouderijen

De eigenaar of verantwoordelijke van een pluimvee- of loopvogelbedrijf heeft een aantal verplichtingen en voor kalkoenen is er een specifieke regelgeving. Vanaf 1 januari 2026 geldt die ook voor bestaande kalkoenenhouderijen.

Register

Noteer in een register voor elke individuele stal:

  • de toegediende medische zorg
  • het aantal binnengebrachte hanen met datum van levering
  • het aantal binnengebrachte hennen met datum van levering
  • het aantal verwijderde kalkoenen met het oog op verkoop of slacht
  • het aantal dood aangetroffen kalkoenen en gedode kalkoenen met een indicatie van de oorzaken, indien gekend, en dit bij iedere controle (controle 2 keer/dag)
  • de bruikbare oppervlakte: een oppervlakte met strooisel die permanent voor de kalkoenen toegankelijk is

Bewaar het register minstens 3 jaar. Bij controles of op aanvraag moet je het kunnen voorleggen.

Verzorging en voeding

Verzorging

  • Als houder ben je verantwoordelijk voor de controle en verzorging van de kalkoenen.
  • Er moeten voldoende én bekwame medewerkers beschikbaar zijn.
  • Geef de nodige instructies aan alle personen die de dieren verzorgen.
  • Zorg voor voldoende verlichting (vast of draagbaar) voor een grondige controle van alle kalkoenen op elk willekeurig tijdstip.
  • Controleer alle dieren één keer in de ochtend en één keer in de namiddag of avond. Neem voldoende tijd om de dieren grondig te inspecteren. Let vooral op aanwijzingen voor een verminderd dierenwelzijn zoals:
    • Uitwendige letsels
    • Aanwezigheid van dode dieren
    • Tekenen die wijzen op verenpikken of kannibalisme
  • Geef kalkoenen die ziek of gewond zijn een passende behandeling en zonder ze eventueel af in een ziekenboeg. Dieren die (vermoedelijk) lijden mag je onmiddellijk doden.
  • Zonder kalkoenen die verwondingen vertonen van verenpikken of kannibalisme af van de overige kalkoenen.
  • Raadpleeg ingeval van een ziekte in de stal of een verhoogde mortaliteit zonder duidelijke oorzaak steeds de dierenarts.
  • Op de houderij moet apparatuur aanwezig zijn om de dieren te bedwelmen voor ze gedood worden zoals een penschiettoestel. Alleen iemand met voldoende kennis en ervaring mag dit gebruiken. Kalkoenen van meer dan 3 kg mag je niet doden door middel van handmatige cervicale dislocatie.

Zieke dieren

  • Breng zieke dieren naar de ziekenboeg en geef ze extra aandacht en verzorging.
  • Controleer ze minstens driemaal per dag.
  • Bepaal voor elke kalkoen in de ziekenboeg humane eindpunten (toestand van sterk verminderd dierenwelzijn of langdurig lijden) waarop je de dierenarts contacteert of het dier onmiddellijk doodt. Je mag ook algemene criteria gebruiken als humane eindpunten voor de kalkoenen in het algemeen. Dieren in de ziekenboeg hebben steeds eenvoudige toegang tot voer en water. Een geschikte bedding is aanwezig in de ziekenboeg.

Vangen en optillen van de dieren

  • Tot en met de leeftijd van zeven weken: hou hun beide poten vast of hou zowel minimum één poot en één schouder vast.
  • Vanaf de leeftijd van acht weken: hou zowel één poot als één schouder vast.

Voeder en drinkwater

  • Zorg dat er altijd voldoende water en voeding is.
  • Neem het water alleen weg vlak voor je de dieren vangt en laadt.
  • Neem het voer niet vroeger dan 8 uur weg voor het geplande vertrek.
  • Geef voer dat geschikt is voor de dieren, permanent of op gezette tijden.
  • Let erop dat er geen overmatige concurrentie tussen de kalkoenen is voor het voer en drinkwater. Dien geen schadelijke stoffen toe, tenzij voor therapeutische, preventieve en zoötechnische doeleinden.

Huisvesting

  • De materialen en voorwerpen waarmee de dieren in contact (kunnen) komen, zijn veilig, niet schadelijk en gemakkelijk te reinigen en ontsmetten.
  • Reinig en ontsmet bij de opstart van elke nieuwe cyclus kalkoenen grondig (delen van) gebouwen en uitrusting of gereedschap die met de dieren in contact komen voor je nieuwe kuikens worden aangevoerd. Verwijder al het strooisel en vervang het door vers strooisel.

Ziekenboeg

De ziekenboeg is een aparte ruimte waar je zieke of gewonde dieren kan onderbrengen.

Een ziekenboeg is niet verplicht als je de zieke en gewonde dieren tijdig doodt.

Verhoogde zitmogelijkheden en verrijking

Strooisel

  • De kalkoenen kunnen altijd aan droog en los strooisel, waarin ze kunnen scharrelen.
  • Vermijd dat de watervoorziening lekt en het strooisel nat wordt. Strooi bij waar nodig.
  • Goed strooisel is belangrijk voor de preventie van voetzoolletsels. Deze pijnlijke aandoening ontstaat gemakkelijker bij contact met strooisel van slechte kwaliteit.

Verrijking

Verrijkingsmateriaal is goed voor het welzijn van de kalkoenen.

  • Voorzie per vierhonderd kalkoenen minstens één baal stro van ten minste 15 à 20 kg in de stal.
  • Verwijder al het plastiek dat rond een strobaal zit.
  • Zorg ervoor dat de dieren naast de baal stro ook aan één ander verrijkingsmateriaal kunnen dat op ooghoogte van de dieren staat.
  • Verdeel de verrijkingsmaterialen evenredig over de stal.
  • Een tweede verrijkingsmateriaal is niet nodig als de dieren vanaf een leeftijd van 35 dagen toegang hebben tot een buitenbeloop die voldoet aan volgende voorwaarden:
    • Er is voldoende bescherming tegen roofdieren.
    • De buitenloop is toegankelijk vanaf 10u ’s morgens en gedurende minstens acht uur met daglicht.
    • Er zijn verschillende uitgangen die rechtstreeks toegang geven tot het buitenbeloop. Ze zijn minstens 65 cm hoog en minstens 1,5 m breed.
    • Minstens 5% van de oppervlakte van de buitenloop is op natuurlijke wijze beschut. De oppervlakte is afgestemd op de bezettingsdichtheid van de kalkoenen. Dit wil zeggen dat de oppervlakte minsten 30% moet bedragen van de bruikbare oppervlakte van de stal.

Beperk de toegang tot de buitenbeloop alleen in volgende uitzonderlijke situaties:

  • bij ongeschikte weersomstandigheden
  • op voorschrift van jouw bedrijfsdierenarts als die een maximale duur voorschrijft
  • bij maatregelen opgelegd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen bijvoorbeeld bij een uitbraak van vogelgriep

Verhoogde zitmogelijkheden

Kalkoenen tot en met de leeftijd van vier weken moeten verhoogde zitstokken of platformen kunnen bereiken.

De zitstokken:

  • hebben geen scherpe randen
  • hun diameter is minstens 5 cm
  • hun lengte is minstens 3 cm per kalkoen

De platformen:

  • bieden voldoende steun aan de tenen
  • hebben een oppervlakte van minstens 100 cm² per kalkoen.
  • zijn via loopplanken bereikbaar voor kalkoenen ouder dan vier weken
  • hebben een hoogte van ten minsten 70 cm en een oppervlakte van minsten 100 cm² per kalkoen voor kalkoenen ouder dan vier weken
  • de strobalen die dienen als verrijking mogen ook gebruikt worden als platformen

Stalklimaat

Gasconcentraties, temperatuur en geluid

De luchtcirculatie, het stofgehalte van de lucht, de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid en de gasconcentraties mogen niet schadelijk zijn voor de dieren. Iedere stal is uitgerust met een ventilatiesysteem en indien nodig, met koel- en verwarmingssystemen zodat op kophoogte van de dieren:

  • De maximale concentratie van ammoniak (NH3) 20 ppm bedraagt
  • De maximale concentratie van koolstofdioxide (CO2) 3000 ppm bedraagt

Voorkom oververhitting van de kalkoenen door ventilatie en door het overmatig vocht te verwijderen. Hou rekening met de weersomstandigheden en neem, vooral bij periodes van hitte en koude, preventieve maatregelen om de temperatuur onder controle te houden.

Hou het geluidsniveau in de stal zo laag mogelijk. Vermijd aanhoudend geluid of plots lawaai. Ventilatoren, voermachines en andere uitrusting worden zo gebouwd, geplaatst, gebruikt en onderhouden dat ze zo weinig mogelijk geluid produceren.

Licht

De kalkoenen mogen niet continu in kunstlicht of in het duister verblijven.

  • Binnen de zeven dagen na aankomst in de stal wordt het lichtschema gradueel opgebouwd.
  • Hierna volgt de verlichting, een 24-uurcyclus met één ononderbroken donkerperiode (periode waarin het kunstlicht uit wordt gedaan) van minstens acht uur en één ononderbroken lichtperiode van minstens acht uur.
  • Tijdens de lichtperiode bedraagt de lichtintensiteit minstens 20 lux op ooghoogte van de dieren op de volledige bruikbare oppervlakte. Deze lichtintensiteit betekent bijvoorbeeld dat je een krant op armlengte kan lezen.
  • Het licht mag niet zichtbaar knipperen in de stal. Vogels nemen het licht anders waar dan mensen. Gebruik daarom lampen met een frequentie van minstens 120 Hertz zodat de dieren geen constante lichtknipperingen waarnemen.

Tijdens een uitbraak van verenpikkerij of kannibalisme is een tijdelijke vermindering in lichtintensiteit toegestaan als er aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de dieren krijgen bijkomend verrijkingsmateriaal.
  • tijdens de lichtperiode bedraagt de lichtintensiteit minstens 5 lux.
  • jouw bedrijfsdierenarts legt een maximale tijdsduur vast voor de vermindering in lichtintensiteit en geeft advies over het voorkomen van een nieuwe uitbraak. Bewaar het attest van de bedrijfsdierenarts minstens één jaar. Leg het bij controles of op aanvraag voor.

Voorzie lichtdoorlatende openingen in het dak of in de muren. De oppervlakte van de openingen bedraagt minstens 3% van de bruikbare oppervlakte van de stal. Kokers of andere technologieën zijn toegelaten als je kan aantonen dat de lichtinval gelijkwaardig is.

Automatische en mechanisme apparatuur

Neem gepaste maatregelen voor noodgevallen. Voorzie in de stal een alarmsysteem voor brand, voldoende brandblusapparatuur en een evacuatieplan.

De automatische apparatuur die belangrijk is voor de gezondheid en het welzijn van de dieren, zoals het ventilatiesysteem, is uitgerust met een alarmsysteem.

Controleer elke dag minstens eenmaal de goede werking van alle apparatuur die belangrijk is voor het welzijn van de dieren (ventilatie-, voeder- en drinkwatersysteem, …). Los gebreken of problemen onmiddellijk op.

Bij een defect of een probleem met het ventilatiesysteem gaat het alarm meteen af en treedt een vervangend verluchtingssysteem in werking. Laat dit alarmsysteem regelmatig testen om de goede werking te garanderen.

Groeisnelheid, voetzoolletsels en maximale bezettingsdichtheid

Groeisnelheid

Het is verboden om snelgroeiende kalkoenen te houden. De maximale groeisnelheid van de hennen mag gemiddeld niet hoger zijn dan 100 gram per dag. Bij hanen is dit 135 gram per dag.

De groeisnelheid wordt berekend aan de hand van volgende formule:

Groeisnelheid = totale gewicht kalkoen op slachtleeftijd (in gram)/slachtleeftijd (in dagen)

Monitoring van voetzoolletsels in het slachthuis

Voetzoolletsels veroorzaken een ernstige pijn, beperken de beweging en bemoeilijken de verplaatsing naar de voederbak en watervoorziening. Er zijn meerdere oorzaken voor voetzoolletsels, maar de voornaamste is een langdurig contact met strooisel van slechte kwaliteit.

Er wordt daarom systematisch gemonitord in het slachthuis op het voorkomen van deze pijnlijke letsels. Van minstens 100 dieren per toom wordt één poot gecontroleerd op de aanwezigheid van deze letsels en gescoord:

  • Score 0: geen of een zeer kleine verkleuring zichtbaar
  • Score 1: kleine verkleuring, maar geen diepe aantasting van de voetzool
  • Score 2: een letsel met aantasting van de opperhuid en onderhuidse ontsteking

Vervolgens wordt een totaalscore per toom gegeven aan de hand van volgende formule:

→ Totaalscore = 0,5 X (aantal kalkoenen met score 1) + 2 X (aantal kalkoenen met score 2)

Als er meer dan 100 kalkoenen gescoord werden en/of er gebruik werd gemaakt van een digitaal meetsysteem gebruikt men percentages i.p.v. aantallen. De formule ziet er dan als volgt uit:

→ Totaalscore = 0,5 X (percentage kalkoenen met score 1) + 2 X (percentage kalkoenen met score 2)

De totaalscore per stal mag niet hoger zijn dan 80. Een hogere score heeft een invloed op de bezettingsdichtheid.

De functionaris voor het dierenwelzijn van het slachthuis meldt de totaalscores aan zowel de houder als aan Dierenwelzijn Vlaanderen uiterlijk 15 dagen na de controle.

Als de kalkoenen geslacht worden in een buitenlands slachthuis en daar niet kunnen gescoord worden, mag een externe controle-instantie de totaalscore bepalen op het bedrijf. Deze controle gebeurt maximaal vijf dagen voor de slacht. Je meldt de totaalscores uiterlijk 15 dagen na de controle aan Dierenwelzijn Vlaanderen.

Op houderijen met minder dan tweehonderd kalkoenen hoeven de voetzolen niet gescoord te worden.

Bezettingsdichtheid

De maximale bezettingsdichtheid is leeftijdsafhankelijk.

Dier

Max. aantal dieren per m²

Max. gewicht per m²

Kalkoenen tot 7 weken oud

10 dieren per m²

-

Hennen vanaf 8 weken oud

5 dieren per m²

52 kg per m²

Hanen vanaf 8 weken oud

3,5 dieren per m²

56 kg per m²

Een tijdelijke afwijking in de bezettingsdichtheid is alleen toegestaan wanneer je de dieren niet kan wegvoeren door overmacht.

Als in twee opeenvolgende tomen van dezelfde stal de totaalscore van voetzoolletsels hoger is dan 80, moet de bezettingsdichtheid verlaagd worden met 10%. De vermindering gaat in op de toom na de eerstvolgende toom van dezelfde stal. Telkens als de totaalscore van de toom opnieuw hoger is dan 80, wordt de bezettingsdichtheid met 10% verminderd. De bezettingsdichtheid kan alleen opnieuw verhoogd worden in de stal als voor twee opeenvolgende tomen een totaalscore minder dan 80 gemeten wordt en er geen dierenwelzijnsovertredingen werden gepleegd.