Gedaan met laden. U bevindt zich op: Specifieke aandachtspunten bij het rapporteren van een warmtepomp Veelgemaakte fouten

Specifieke aandachtspunten bij het rapporteren van een warmtepomp

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2016

Vermijd fouten bij het rapporteren van warmtepompen. De onderstaande aandachtspunten komen uit een steekproefcontrole op 110 dossiers. 

Actieve koeling is niet gerapporteerd

In de EPB-aangifte is de warmtepomp die zowel kan koelen als verwarmen niet gerapporteerd als actieve koeling.

In de EPB-software moet voor residentiële projecten echter aangevinkt worden dat er actieve koeling aanwezig is. Verdere gegevens van het toestel moeten niet ingevoerd worden.

Dat is ook het geval als de reversibele warmtepomp niet wordt gebruikt om te koelen, of als de koelfunctie achteraf onmogelijk werd gemaakt. Als ‘standaard-koeling’ permanent is uitgeschakeld door de aankoop van een standaardoptie om de koelfunctie uit te schakelen, is het noodzakelijk om over staving te beschikken die dat aantoont.

De waarde van SCOPon is niet correct of de warmtepomp is geen lage temperatuurwarmtepomp

De waarde van SCOPON werd niet correct overgenomen uit de Ecodesignfiche of werd foutief berekend.

Een hoge temperatuurwarmtepomp kan zowel werken bij een lage temperatuur (35°C) als bij een hoge temperatuur (55°C). In dit geval moet de fabrikant enkel de gegevens bij 55°C verplicht beschikbaar stellen. Als er voor een warmtepomp een fiche beschikbaar is met gegevens van het Ecodesignrendement ηs, dat bepaald is volgens EU 813/2013 zowel bij 55°C als bij 35°C, moet er gerapporteerd worden met het rendement bij 55°C. Dat staat los van de temperatuur van het afgiftesysteem.

De SCOPON kan naast een berekening via een extern rekenblad(Excel bestand opent in nieuw venster) ook bepaald worden door de gegevens op te vragen bij de fabrikant, of via vereenvoudigde berekening in de EPB-software op basis van gegevens uit de ErP-fiche (Ecodesign). De EPB-software maakt achterliggend dezelfde berekening als het externe rekenblad. Het is dus makkelijker om rechtstreeks via de EPB-software te rekenen.

De bijkomende elektrische weerstand van de warmtepomp is wel of niet ingerekend

Situatie 1

Als de aangereikte staving (bijvoorbeeld technische fiche) over de warmtepomp niet aangeeft dat de elektrische weerstand als bijverwarming inbegrepen is in de bepaling van de Ecodesigngegevens, moet de bijverwarming ingerekend worden als niet-preferente opwekker.

Afhankelijk van de situatie moet deze weerstand alleen voor ruimteverwarming, alleen voor sanitair warm water of voor beide functies als bijkomende opwekker ingevoerd worden.

Situatie 2

Als de technische fiche van de warmtepomp wel aangeeft dat de elektrische weerstand als bijverwarming inbegrepen is in de bepaling van de Ecodesigngegevens, moet de bijverwarming niet bijkomend ingerekend worden als niet-preferente opwekker.

Dat is ook het geval als de opwekker voor ruimteverwarming en/of sanitair warm water niet beschikt over een bijkomende weerstand.

Niettegenstaande stelt het VEKA vast dat er vaak wel nog een bijkomende weerstand wordt gerapporteerd terwijl dat niet vereist is. Mogelijk werd dat ingevoerd als ‘veilige aanname’ of is de rapportering blijven staan uit de voorafberekening. Dat aspect wordt best nog eens nagekeken voor de EPB-aangiften definitief worden ingediend.

Bij de bodem-water warmtepomp is een foutieve warmtebron gerapporteerd

Als er voor de bepaling van het rendement van de warmtepomp niet gekozen wordt voor de waarde bij ontstentenis, is het van belang om de verschillende Ecodesignparameters correct over te nemen uit de ErP-fiche.

Bij de bepaling van SCOPON volgens Europese Verordening (EU) n°813/2013 wordt aangegeven welke de warmtebron is, waarbij SCOPON werd bepaald: lucht, water of pekel. De warmtebron bij de bepaling van SCOPON en de warmtebron in de reële installatie bepalen de waarde van fθ,source.

  • Als de warmtebron bij de bepaling van SCOPON of SGUEheatwater is, of als de warmtebron niet gekend is, wordt die temperatuur vastgelegd op 10°C.
  • Als de warmtebron bij de bepaling van SCOPON of SGUEheatpekel is, wordt deze temperatuur vastgelegd op 0°C.

In de fiche met Ecodesigngegevens wordt vermeld of de warmtepomp werd getest als een bodem-water of een water-water warmtepomp.

  • Voor warmtepompen getest als bodem-water warmtepomp, werd de SCOPON of SGUEheat bepaald met pekel als warmtebron.
  • Voor warmtepompen getest als water-water warmtepomp, zijn de gegevens bepaald met water als warmtebron.

Best is altijd de technische fiche van de warmtepomp op te vragen, met de gegevens in overeenstemming met de Europese Verordening (EU) n°813/2013. Bovenaan de fiche staat aangegeven of de warmtebron pekel (bodem, brine) of water is.

De fout komt relatief weinig voor en heeft eerder een geringe invloed op het E-peil.

Voorbeelden:

Het vermogen van de pomp naar de verdamper werd niet correct overgenomen uit de Ecodesigngegevens

Het vermogen van de pomp naar de verdamper van een bodemgekoppelde warmtepomp is met een andere waarde gerapporteerd dan opgenomen in de Ecodesigngegevens. De fout komt relatief weinig voor en heeft eerder een geringe invloed op het E-peil.