Gedaan met laden. U bevindt zich op: Brandblusoefeningen met PFAS-houdend blusschuim gekwalificeerd als risicoactiviteit PFAS-vervuiling

Brandblusoefeningen met PFAS-houdend blusschuim gekwalificeerd als risicoactiviteit

Nieuwsbericht
8 februari 2024

De Vlaamse regering heeft beslist om brandblusoefeningen waarbij PFAS-houdend blusschuim gebruikt wordt of werd te kwalificeren als een risicoactiviteit binnen de bodemwetgeving. De OVAM bekijkt momenteel op welke manier die al bekende brandblusoefenterreinen in haar databank als risicogrond gecatalogeerd kunnen worden.

Dankzij voortschrijdend wetenschappelijk onderzoek verkrijgen we steeds meer nieuwe inzichten in de PFAS-problematiek en is het noodzakelijk de bodemwetgeving daarop af te stemmen.

Onderzoek naar de aanwezigheid van PFAS in grondwater, bodem en waterbodem in Vlaanderen heeft uitgewezen dat onder meer brandblusoefenterreinen waarbij PFAS-houdend blusschuim gebruikt wordt of werd locaties zijn met een verhoogd risico op de aanwezigheid van PFAS-verontreiniging.

Alleen zijn dergelijke brandblusoefenterreinen van de brandweer volgens de huidige bodemwetgeving niet te beschouwen als risicogrond en zijn de daaraan gekoppelde wettelijke bodemonderzoeksverplichtingen van het Bodemdecreet dan ook niet van toepassing. Verder zijn de brandblusactiviteiten ook niet opgenomen als ingedeelde inrichting of activiteit in de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II. Ze vallen dus niet onder de omgevingsvergunningsplicht.

    Oriënterend bodemonderzoek voor overdracht

    De Vlaamse regering heeft beslist om de uitvoering van brandblusoefeningen waarbij PFAS-houdend blusschuim gebruikt wordt of werd uitdrukkelijk in het VLAREBO-besluit te kwalificeren als risico-inrichting voor de toepassing van de bodemwetgeving. Dat betekent dat de overdrager van een terrein waar brandblusoefeningen met PFAS-houdend blusschuim worden of werden gehouden, verplicht is om voor overdracht van de grond een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren en het verslag ervan aan de OVAM te bezorgen.

    Op die manier kan een eventueel aanwezige PFAS-verontreiniging gedetecteerd worden en bepaald worden of verdere maatregelen noodzakelijk zijn.

    De OVAM bekijkt momenteel op welke manier de reeds bij haar gekende brandblusoefenterreinen waarbij PFAS-houdend blusschuim gebruikt wordt of werd in haar databank als risicogrond gecatalogeerd kunnen worden en zal deze werkwijze op zo kort mogelijke termijn communiceren naar de lokale besturen.