Geboorten

In 2022 waren er 63.284 geboorten (open definitie) bij vrouwen die wonen in het Vlaamse Gewest (bij de wettelijke bevolking (open definitie) ). Het ging daarbij om 32.429 jongens en 30.855 meisjes. In 2022 werden er bijna 2.500 kinderen minder geboren dan in 2021 en bijna 500 meer dan in 2020. In vergelijking met het topjaar 2010 werden er in 2022 6.795 minder kinderen geboren (-9,7%).

In 2022 waren er opnieuw minder geboorten dan overlijdens in het Vlaamse Gewest: 63.284 geboorten tegenover 67.528 overlijdens. Dat resulteerde in een negatief natuurlijk saldo (open definitie) van -4.244. Ook in 2020 overschreed het aantal overlijdens het aantal geboorten. Er waren toen 70.919 overlijdens tegenover 62.798 geboorten (negatief natuurlijk saldo van -8.121).

Tussen 2000 en 2019 alsook in 2021 waren er steeds meer geboorten dan overlijdens in het Vlaamse Gewest. Dat gaf telkens een positief natuurlijk saldo.

Iets meer dan 1 op de 10 borelingen (13%) in het Vlaams Gewest had in 2022 een buitenlandse (niet-Belgische) nationaliteit. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lag dat hoger (35%), in het Waalse Gewest lager (9%).

Vooral in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest waren er relatief veel borelingen met de nationaliteit van een land van buiten de Europese Unie (27%). Voor het Vlaamse en Waalse Gewest lag dat aandeel veel lager (beide 6%).

In 2022 lag het aantal geboorten per 1.000 inwoners in het Vlaamse Gewest op 9,4. Dat bruto geboortecijfer (open definitie) lag iets hoger in het Waalse Gewest (9,7 per 1.000 inwoners) en beduidend hoger in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (12 per 1.000 inwoners).

Sinds 2010 is het bruto geboortecijfer gedaald in de 3 gewesten. Enkel in 2021 was er een lichte stijging van het bruto geboortecijfer in het Vlaamse en Waalse Gewest.

Ongeveer 70% van de gemeenten had voor de periode 2020-2022 een bruto geboortecijfer lager dan de gemiddelde waarde voor het Vlaamse Gewest in dezelfde periode (9,6 geboorten per 1.000 inwoners). Van de centrumsteden scoorden Antwerpen (13,2), Turnhout (11,9), Gent (11,6), Mechelen (11,6), Sint-Niklaas (11,1), Leuven (10,4), Roeselare (10,0), Kortrijk (10,0) en Aalst (9,9) hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Ook gemeenten in de zuidelijke regio van West-Vlaanderen, rond het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en in de Noorderkempen toonden een bovengemiddeld bruto geboortecijfer.

Het bruto geboortecijfer weerspiegelt deels de leeftijdsopbouw van de bevolking met typisch lage waarden in gemeenten met een verouderde bevolking.

Het bruto geboortecijfer van 2021 voor het Vlaamse Gewest (9,9 geboorten per 1.000 inwoners) lag boven het gemiddelde van 9,1 geboorten per 1.000 inwoners voor de landen van de Europese Unie (EU27).

Hoge waarden waren er te vinden in Ierland (12), Cyprus (11,4) en Zweden (11). Lage waarden waren er vooral in de zuidelijke lidstaten met Italië als hekkensluiter (6,8).

De cijfers van de EU-landen hebben betrekking op de gewoonlijk verblijvende bevolking (open definitie) in elk land. Er zijn nog geen gegevens beschikbaar voor het observatiejaar 2022.