Waarom kijkrichtingen gebruiken?

De Natuurverkenning 2050 wil een bijdrage leveren aan het maatschappelijk en politiek debat over de ontwikkeling van een langetermijnvisie en -strategie voor groene infrastructuur in Vlaanderen en inspiratie bieden voor een nieuw natuurbeleid voor de toekomst. Met dat doel voor ogen, verkennen we vier toekomstscenario’s voor 2050 of ‘kijkrichtingen’ die de ontwikkeling van een groene infrastructuur in Vlaanderen beschrijven. Deze kijkrichtingen vertrekken vanuit uiteenlopende ‘kijken’ op natuur of met andere woorden vanuit de verschillende waarden die mensen aan natuur toekennen. Ze geven dus een beeld van hoe de toekomst er kan uitzien als een bepaald waardenkader of denkpatroon de komende decennia de overhand krijgt.

Waarom gebruiken we kijkrichtingen?

Kijkrichtingen zijn bij uitstek geschikt als inspiratie voor visievorming en strategische beleidsvorming:

  • Het vereist immers de nodige verbeeldingskracht om ons voor te bereiden op de toekomst en de onzekerheid waarmee die gepaard gaat. Kijkrichtingen helpen ons om deze te kunnen voorstellen. Hoe kan onze groene infrastructuur eruit zien in 2050, en op welke uitdagingen kan ze een antwoord bieden? Elke kijkrichting biedt een ander antwoord op deze vraag en maakt de keuzes die ermee gepaard gaan expliciet. De vier kijkrichtingen samen kunnen ons op een gestructureerde manier doen nadenken over de toekomst van onze groene infrastructuur.

  • Met kijkrichtingen richten we onze blik op een verre toekomst. Dat is nodig als we inspiratie willen bieden voor een nieuw natuurbeleid voor de toekomst, want natuurlijke processen verlopen gewoonlijk langzaam en de implementatie van nieuwe strategieën en maatregelen vergt tijd. Bovendien laten ze ons toe om los te komen van een aantal huidige beperkingen en randvoorwaarden, en rekening te houden met mogelijke drastische veranderingen in de omgeving en samenleving van de toekomst. Zo kunnen we inzichten bieden voor een robuust en toekomstbestendig beleid.

  • De vier kijkrichtingen vertrekken vanuit verschillende ‘kijken’ of visies op natuur en samenleving om de groene infrastructuur van 2050 in beeld te brengen. Mensen kennen namelijk erg uiteenlopende betekenissen toe aan de term ‘natuur’. Ze beleven natuur op verschillende manieren en verwachten er verschillende dingen van. Dé natuur en dé groene infrastructuur bestaan niet. Een groene-infrastructuurstrategie die vertrekt vanuit de kansen en oplossingen van elk van die visies op natuur kan diverse sectoren en burgers aanspreken. Ze laat toe om een ruime set van sectoroverschrijdende doelstellingen en acties te formuleren en kan daarmee de basis vormen voor een breed gedragen natuurbeleid.

  • Kijkrichtingen kunnen een open discussie over een sectoroverschrijdend en waardegeladen onderwerp als groene infrastructuur stimuleren en helpen om polarisering te vermijden. Kijkrichtingen moedigen belanghebbenden aan om buiten hun eigen referentiekaders te denken en zich in een andere visie in te leven. Ze bieden een taal en een forum om samen in een positieve sfeer te reflecteren over de onzekerheden die de toekomst met zich meebrengt.

  • Met onze vier kijkrichtingen brengen we niet alleen de uiteenlopende visies op natuur en samenleving die in de maatschappij leven in beeld, we verkennen ook de gevolgen daarvan voor een aantal belangrijke maatschappelijke uitdagingen van de toekomst. Zo kunnen we de meest prominente sterktes en zwaktes van elke kijkrichting/redenering blootleggen en nagaan op welke grenzen de realisatie van een visie kan stuiten. Het laat ons ook toe om op zoek te gaan naar strategieën of principes die elkaar versterken en andere die niet met elkaar te rijmen vallen.

  • De kijkrichtingen die we ontwikkelden, zijn niet bedoeld als kant-en-klare blauwdrukken voor het beleid. Ze beschrijven verschillende opties en handelingsperspectieven, die elk een ander antwoord formuleren op een aantal belangrijke uitdagingen voor de toekomst. Het is aan beleidsmakers en samenleving om zich door de kijkrichtingen te laten inspireren en bij elk project af te wegen welke uitdagingen primeren en welke combinaties van kijkrichtingen en maatregelen te verkiezen zijn.

  • De kijkrichtingen zijn dus een hulpmiddel in processen van visievorming en strategische beleidsvorming rond multifunctioneel ruimtegebruik in het algemeen en groene infrastructuur in het bijzonder. Betrokkenen bij zo’n processen kunnen onze beschrijvingen, beelden, verhalen, voorbeelden, infografieken en analyses gebruiken om discussies te faciliteren en een gezamenlijke toekomstvisie en -strategie te onderbouwen.