Publicatiedatum: 2023-04-13T10:00:00+01:00
In 2023 is de Rode Lijst van de macro-nachtvlinders vastgesteld. Het gaat over 717 standvlinders. Dit brengt het totaal van gevalideerde soorten op alle lijsten samen op 3671. Hiervan zijn 244 soorten, of 6,6%, in de loop van de voorbije eeuw uit Vlaanderen verdwenen. Verder is 28,8% “Ernstig bedreigd”, “Bedreigd” of “Kwetsbaar”. Hun populaties zijn de afgelopen decennia sterk achteruitgegaan of hebben een kritisch minimum bereikt, waardoor soorten op het punt staat te verdwijnen. Daarnaast is 13,8 procent van de soorten bijna in gevaar.
Verdeling van de Rode Lijst-categorieën per soortgroep en voor het totaal van alle soortgroepen
Rode Lijsten geven aan hoe groot de kans is dat een soort zal uitsterven in Vlaanderen. Dit gebeurt op basis van objectieve en internationaal aanvaarde criteria van de International Union for Conservation of Nature (IUCN). Deze indicator toont de verdeling van de Rode Lijst-categorieën per soortgroep en voor het totaal van alle soortgroepen.
Momenteel zijn er gevalideerde Rode Lijsten beschikbaar voor hogere planten, blad-, hauw- en levermossen, dagvlinders, macro-nachtvlinders, houtbewonende bladsprietkevers (o.a. vliegend hert), libellen, lieveheersbeestjes, loopkevers, sprinkhanen en krekels, waterwantsen, zweefvliegen, pissebedden, amfibieën en reptielen, zoetwatervissen, broedvogels en zoogdieren. Voor de berekening van deze indicator worden enkel de recent gevalideerde Rode Lijsten gebruikt. In de figuur zijn de insecten als één groep voorgesteld. Ook voor de paddenstoelen, landslakken, spinnen, mieren, slankpootvliegen en dansvliegen zijn er Rode Lijsten. Maar omdat er onvoldoende en betrouwbare data beschikbaar zijn, kunnen deze niet gevalideerd worden.
De populaties van ernstig bedreigde, bedreigde en kwetsbare soorten zijn dus sterk achteruitgegaan en/of hebben een kritisch minimum bereikt waardoor deze soorten op het punt staat te verdwijnen. Dit is onder andere het geval voor het gentiaanblauwtje, de knoflookpad, paling en de grauwe gors.
De Rode-Lijst status verschilt sterk tussen de verschillende
soortengroepen.
De categorie “Regionaal uitgestorven” varieert van 27% bij de
dagvlinders tot ca. 4% bij de broedvogels en 0% bij reptielen en
hauwmossen. “Momenteel niet in gevaar” varieert van 21% bij de
levermossen tot ca. 65% bij de sprinkhanen en krekels. Bij de
macro-nachtvlinders is dit 55%.
Het verdwijnen of achteruitgaan van soorten is een gevolg van diverse factoren zoals de achteruitgang van de oppervlakte geschikt habitat, de versnippering van het leefgebied en een dalende habitatkwaliteit. Ook soorten uit het landbouwgebied komen steeds meer op de Rode Lijst terecht.
Publicatiedatum: 2023-04-13T10:00:00+01:00
De rode lijsten kennen zes categorieën met de mate waarin een soort bedreigd is. Een rode lijst zal soorten van een bepaalde groep waar mogelijk toekennen aan een van volgende categorieën: regionaal uitgestorven, ernstig bedreigd, bedreigd, kwetsbaar, bijna in gevaar, momenteel niet in gevaar, onvoldoende data. De categorie onvoldoende data betreft soorten met onvoldoende informatie om de kans op uitsterven goed te bepalen. Er is bijvoorbeeld te weinig geweten over de verspreiding of de populatiegrootte. Niet geëvalueerde soorten zijn soorten die (nog) niet getoetst zijn aan de bedreigingscriteria.
De categorieën met gekende bedreigingstatus hebben een logische volgorde. Ze volgen een ordinale schaal. We kunnen elke van de categorieën een volgnummer \(k\) geven gaande van \(k = 1\) voor de meest bedreigde categorie tot \(k = 7\) voor de minst bedreigde categorie. Ordinale data kunnen we met behulp van een proprotional odds model (POM) analyseren. Een POM beschrijft dat kans dat een soort \(y\) tot hoogste categorie \(k\) behoort als.
\[\mbox{Prob}(y \le k) = \frac{e^{\gamma_k}}{1 + e^{\gamma_k}}\]
Hierbij hangt \(\gamma_k\) af van een drempel \(\alpha_k\) tussen categorie \(k\) en \(k + 1\) en een lineaire predictor \(\eta\).
\[\gamma_k = \alpha_k - \eta\]
Als lineaire predictor \(\eta\) gebruiken we twee componenten: een globaal effect \(\beta_0\) en effect per soortengroep \(b_i\). Het globale effect kunnen we interpreteren als het effect voor een gemiddelde soortengroep. Het effect per soortgroep kunnen we gebruiken om de verschillende soortengroepen met elkaar te vergelijken.
\[\eta = \beta_0 + b_i \quad \quad b_i \sim \mathcal{N}(0, \sigma_s^2)\]
De statistische analyse maakt gebruikt van R versie 4.0.1 (R Core Team 2020) en het INLA package (Rue e.a. 2017).
Beschrijving | Gegevens | Metadata |
---|---|---|
Aantal soorten per rode lijst en per categorie | rodelijst_nieuw.tsv | rodelijst_nieuw.yml |
Lijst van de categorieën | afkorting.tsv | afkorting.yml |