Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie. Advies SARiV

Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie. Advies SARiV

Beleidsadvies 
 •
februari 2011 
 •
Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen | SARiV (2007-2015)
De Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV) en VLABEST gaan akkoord met het ontwerp van instemmingsdecreet houdende het aanvullend protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie in de aangelegenheden van lokale autoriteiten. De Raden formuleren hierbij wel enkele bedenkingen inzake de voorbehouden die zijn aangetekend bij het oorspronkelijke Handvest (in het bijzonder het voorbehoud bij artikel 8 over het opportuniteitstoezicht), de rechten van individuele burgers of groepen die uit het Protocol volgen. Deze voorbehouden dateren van 2001 en zijn aan actualisering toe in functie van de Vlaamse bestuurspraktijk sinds de regionalisering van deze bevoegdheid. Zij wijzen tevens op de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel inzake lokale autonomie en het belang van het financieel kader waarin lokale autoriteiten werken, alsook op de lacune in de Memorie van toelichting wat betreft inspraak van de bevolking in verband met grote dossiers met een directe impact op de lokale bevolking. Ten slotte maken ze de regering attent op het mogelijke gebruik van het Protocol in communautaire dossiers en het stemrecht voor niet-onderdanen.
Uitgever
Publicatiedatum
Februari 2011
Publicatietype
Beleidsadvies
Auteur(s)
Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen
Reeks
SARiV Advies 2011/3
Opmerking

De Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV) vormde in de periode 2008-2014 een onafhankelijk adviesorgaan van de Vlaamse Regering. De strategische adviesraden werden per beleidsdomein opgericht in het kader van de herstructurering Beter Bestuurlijk Beleid (kaderdecreet van 18 juli 2003). Het oprichtingsdecreet van 16 mei 2007 maakte de SARiV operationeel. De Raad adviseerde de Vlaamse Regering bij de totstandkoming van haar buitenlands beleid, haar beleid inzake internationaal ondernemen, toerisme en internationale samenwerking. Hij droeg op die wijze bij tot het vormen van de beleidsvisie en de interpretatie van maatschappelijke ontwikkelingen. Hij werkte beleidsgericht zowel reactief (adviezen op vraag van de regering), als proactief en anticiperend (via eigen activiteiten en initiatiefadviezen). In de SARiV zetelden tien leden onafhankelijke leden en tien leden die werden voorgedragen door organisaties uit het maatschappelijk middenveld, telkens voor een mandaatsperiode van vier jaar.

Deel deze pagina