Gedaan met laden. U bevindt zich op: Veranderen van huishoudpositie in het Vlaamse Gewest. Verlaten van en terugkeren naar het ouderlijke huis

Veranderen van huishoudpositie in het Vlaamse Gewest. Verlaten van en terugkeren naar het ouderlijke huis

Rapport
februari 2021
Statistiek Vlaanderen
Het rapport gaat in op het verlaten van en het terugkeren naar het ouderlijke huis. Daarbij wordt gebruik gemaakt van gegevens van Belgische statistiekbureau Statbel over de huishoudpositie van inwoners van het Vlaamse Gewest op 1 januari. Op basis van deze gegevens wordt geschat dat in de loop van 2019 bijna 74.000 18- tot 39-jarigen in het Vlaamse Gewest het ouderlijke huis verlieten. Dat komt overeen met 13% van de jongvolwassenen die begin 2019 bij hun ouder(s) woonden. Bij vrouwen lag dat percentage iets hoger, bij mannen iets lager. Vrouwen waren op het moment van het verlaten van het ouderlijke huis gemiddeld genomen 24,7 jaar en mannen 25,8 jaar. De helft ging na het verlaten van het ouderlijke huis samenwonen met een partner. Een derde ging alleenwonen en de overigen gingen met anderen samenwonen. Het percentage 18- tot 39-jarigen dat op jaarbasis het ouderlijke huis verlaat is nagenoeg gelijk gebleven tussen 1999 en 2019. De leeftijd waarop jongvolwassenen het ouderlijke huis verlaten is de voorbije 2 decennia in geringe mate gestegen. Meer dan voorheen gaat men bij het verlaten van het ouderlijke huis nu alleenwonen of met anderen samenwonen en dus minder met een partner samenwonen. Zij die gaan samenwonen met een partner deden dat in 2019 vaker ongehuwd dan in 1990. In 2019 keerden 13.500 18- tot 39-jarigen terug naar het ouderlijke huis. Het ging om iets meer mannen dan vrouwen. Mannen waren op dat moment gemiddeld genomen 27,7 jaar en vrouwen 26,9 jaar.
Publicatiedatum
Februari 2021
Publicatietype
Rapport
Thema's
Samenleving en bevolking , Statistieken , Gezin en samenleving
Auteur(s)
Jan Pickery , Martine Corijn
Reeks
Rapport Statistiek Vlaanderen, 2021/2