De gebruiker moet altijd kunnen zien:

• In welke stap hij zich momenteel bevindt.
• Hoeveel stappen er in totaal zijn
• Hoeveel stappen er nog te gaan zijn

Dit gebeurt door middel van:

• Een pretitel: “Stap [nummer van huidige stap] van [totaal aantal stappen]”.
• Titel: De naam van de huidige stap.

In een voorbeeldopzet kunnen de pre-titel en titel aangevuld worden met een progress bar. Deze laat visueel zien waar de gebruiker zich bevindt in het proces:

• De huidige stap wordt groter en gekleurd weergegeven.
• Toekomstige stappen zijn neutraal
• Afgeronde stappen worden kleiner, maar ook gekleurd weergegeven.

Elke stap in de progress bar moet een korte titel bevatten die maximaal twee regels beslaat.

Door middel van de knoppen onderaan het formulier, kan de gebruiker verder navigeren naar de volgende stap, of terugkeren naar de vorige stap.

• Volgende stap: Elke stap moet eindigen met een knop om door te gaan naar de volgende stap. Deze knop wordt onderaan het formulier geplaatst.
• Vorige stap: Als er een vorige stap is, moet de gebruiker ook terug kunnen navigeren. Aangezien deze actie secundair is aan de primaire actie ‘volgende’, gebruiken we hiervoor een naked button. Deze naked button komt links te staan van de ‘volgende’ primaire actieknop, dit omdat het logisch is om ‘terug te gaan’ links te plaatsen van ‘verder gaan’, wat rechts komt te staan.

De progress bar kan ook gebruikt worden om te navigeren tussen stappen, maar mag nooit de enige manier zijn om dit te verwezenlijken. Let op dat als bepaalde elementen in de progress bar klikbaar zijn, deze ook zo dienen weergegeven te worden.

Wanneer de gebruiker de laatste stap van het formulier bereikt, moet de actieknop een duidelijke, beschrijvende tekst hebben, zoals “Indienen” of “Bevestigen”, in plaats van “Volgende”, om de actie die volgt te verduidelijken.