Maak de klik met de burger:
meer dan ooit digitaal, altijd de burger centraal . De burger centraal . Burgers en ondernemers vinden het normaal om hun bankzaken met de pc of een app te regelen. Ze bestellen vanuit hun zetel bij een online winkel, ontvangen pakketjes thuis of halen ze af in de krantenwinkel om de hoek. Op dezelfde manier willen ze hun persoonlijk dossier bij de gemeente inkijken en transacties uitvoeren, met een eenvoudige klik op de muis. In alle veiligheid. Zonder verplaatsing, zonder tijdverlies, zonder gedoe. Ze willen een persoonlijk gesprek wanneer dat nodig is, via een ruime keuze aan digitale communicatiemogelijkheden of via een fysieke ontmoeting. Maar laat ze vooral zelf kiezen. Digitaal als het makkelijker is, fysiek als het meerwaarde biedt. Kiezen ze voor een fysieke ontmoeting, dan liefst dicht bij huis. Het gemeentehuis is niet langer de enige ontmoetingsplaats. Ambtenaren kunnen even goed burgers te woord staan in cultuurcentra, bibliotheken of eender welke geschikte decentrale locatie. Of waarom zouden ze de burger niet thuis opzoeken? Wie zegt ‘digitaal’, zegt meteen ook ‘gebruiksvriendelijk’, via eenvoudige, intuïtieve toepassingen die onderling verbonden zijn. Zo hoeft de burger informatie maar een keer door te geven, en stroomt die info razendsnel door naar andere toepassingen, met de nodige veiligheidschecks. Proactieve dienstverlening op maat . Gemeenten kunnen die beschikbare data trouwens slim inzetten om de burgers en ondernemers proactief diensten voor te stellen en automatisch steunmaatregelen toe te kennen. Waarom info opvragen waarover je al beschikt? Al die kennis over de burger laat de gemeente ook toe om maatwerkdienstverlening te bieden bij complexere vragen. Met respect voor de privacy want de burger is eigenaar van zijn of haar data Daarenboven kunnen burgers hun stem laten horen via digitale platformen en zo het lokale beleid mee vormgeven. Een aantrekkelijke werkplek . Gemeentelijke medewerkers kunnen aan de slag met moderne digitale tools, en worden begeleid om hun digitale kennis continu bij te spijkeren. Alle info die ze nodig hebben, is online beschikbaar. Gedaan met stoffige, papieren dossiers opzoeken in ellenlange kasten. Met de laptop onder de arm kunnen ze vaker thuis of in coworking spaces terecht, in decentrale locaties of bij de burger thuis. Bovendien kunnen ze focussen op de essentie van hun werk: oplossingsgericht meedenken met de burger, op basis van correcte en geactualiseerde data. Ze moeten die gegevens vaak niet zelf invoeren dankzij het “only once”-principe. Door maximale gegevensdeling tussen overheden kunnen lokale besturen gekende informatie hergebruiken. Dankzij optimalisatie en digitalisering van processen, behoren tijdsintensieve, repetitieve taken tot het verleden. Tot slot: als je burgers en ondernemers kan tonen hoe digitale oplossingen hen het leven makkelijker maken, daar word je blij van. Werken voor de gemeente is top! Inspiratievideo's
Zoekresultaten voor 오토클릭 pc vsa822.top 구글홍보작업 블로그 댓글 프로그램 구글홍보업체 szb
867 resultaten gevonden voor 오토클릭 pc vsa822.top 구글홍보작업 블로그 댓글 프로그램 구글홍보업체 szb
Wilt u in aanmerking komen voor groenestroomcertificaten voor een zonne-installatie met een maximaal omvormervermogen groter dan 5 MW? Dien de principeaanvraag of definitieve aanvraag voor een projectspecifieke bandingfactor uiterlijk op 31 december 2022 in bij het VEKA! Via de schema’s kunt u nagaan of er een projectcategorie is. Groenestroominstallaties . Stroomschema PS GS-projectcategorieën . Enkel projecten met de afkorting PS (projectspecifiek) moeten onderstaande procedure volgen. Stroomschema representatieve GS PC met PS Cat 1 en 2 . Enkel projecten met de afkorting PS (projectspecifiek) moeten onderstaande procedure volgen. Warmte-krachtinstallaties . Stroomschema representatieve WKK met PS cat 4, 5, 12 en 13 . Enkel projecten met de afkorting PS (projectspecifiek) moeten onderstaande procedure volgen. Aanvraagprocedure . Hebt u een project dat valt onder een projectspecifieke projectcategorie, waarvoor u groenestroom- of warmte-krachtcertificaten wil ontvangen? Volg dan de aanvraagprocedure en dien minstens 2 aanvragen in: aanvraag voor de projectspecifieke onrendabele top en bandingfactoraanvraag voor de startdatum of toekenning van de groenestroom- of warmte-krachtcertificatenProjectspecifieke onrendabele top en bandingfactor aanvragenU kunt kiezen of u eerst een principeaanvraag indient of niet. Formulier Principeaanvraag projectspecifieke onrendabele top en bandingfactorFormulier Definitieve aanvraag projectspecifieke onrendabele top en bandingfactorDe belangrijkste voorwaarden worden vermeld in het aanvraagformulier en de schema’s. Schema aanvraagprocedure . Hoe de aanvraag van een projectspecifieke onrendabele top en bandingfactor verloopt wordt getoond in de schema’s. Eerst principeaanvraag, nadien definitieve aanvraag . Meteen definitieve aanvraag . Projecten met vergunning moeten binnen 1 maand nadat de laatste vergunning verkregen is, de definitieve aanvraag voor de projectspecifieke onrendabele top en bandingfactor indienen. Certificaten of startdatum aanvragen . De definitieve bandingfactor heeft een beperkte geldigheid: 6 maanden voor een project met vergunning(splicht)18 maanden voor een project zonder vergunning(splicht).Definitieve bandingfactor ontvangen? Dien de aanvraag binnen de termijn in om de startdatum vast te leggen of de certificaten te krijgen. Het indienen van de aanvraag doet u bij de netbeheerder van elektriciteit voor zonnepanelen via ExpertBase voor WKK, wind, biogas of biomassa. Of u best een principe- of definitieve aanvraag (voor de toekenning van de certificaten) indient is afhankelijk van de fase van het project. Project in werking?Zo ja, dien de definitieve aanvraag in voor de toekenning van de certificaten.Zo nee, dien eert een principe-aanvraag in om de startdatum vast te leggen. Pas nadat het project in werking is, kan de definitieve aanvraag voor de toekenning van certificaten ingediend worden.De voorwaarden om groenestroom- of warmte-krachtcertificaten te krijgen zijn beschreven op de pagina over groenestroomcertificatenwarmte-krachtcertificaten. Steun voor zonnepanelen . Vanaf 1 januari 2023 kunt u enkel steun aanvragen via de call groene stroom. Projectspecifieke steun voor zon . De bandingfactor kan jaarlijks geactualiseerd worden in functie van de elektriciteitsopbrengst. Voor de projectspecifieke projectcategorie PS cat. 0/1 of PS cat. 1 wordt jaarlijks een maximale waarde vastgelegd voor enkele parameters. De maximale waarden die van toepassing zijn voor het project hangen af van het moment waarop de berekening van de voorlopige of de definitieve bandingfactor wordt uitgevoerd. Hierdoor kan er bij de berekening van de voorlopige en definitieve bandingfactor met een andere maximale waarde gerekend worden. Parameterwaarden . Projectcategorie PS cat. 0/1 . Behoort het project tot de projectspecifieke projectcategorie PS cat. 0/1 ? Dan wordt voor volgende parameters een maximale waarde vastgelegd: Ki is de specifieke investeringskost per vermogenseenheid uitgedrukt in euro per kWp.Kv zijn de vaste kosten per eenheid capaciteit in jaar 0 uitgedrukt in euro per kWp.Maximale waarden van de parameters Ki en Kv t voor projecten behorende tot PS cat. 0/1 zijn: Berekeningen uitgevoerd inKi (euro/kWp)Kv (euro/kWp)202361311,8202257011,8202163711,8202069611,82019*69611,8 * Dateert de beslissing van een voorlopige of definitieve projectspecifieke bandingfactor voor 7 september 2019? Dan worden de parameters niet toegepast (ookal is de startdatum na 1 september 2019). Projectcategorie PS cat. 1 . Behoort het project tot de projectspecifieke projectcategorie PS cat. 1? Dan wordt voor volgende parameter een maximale waarde vastgelegd: Ki is de specifieke investeringskost per vermogenseenheid uitgedrukt in euro per kWp.De maximale waarden van de parameter Ki voor projecten behorende tot PS cat. 1 zijn: Berekeningen uitgevoerd in Ki (euro/kWp)202361320225702021637 . Berekeningsmethodiek voor zonnepanelen . De onrendabele top wordt berekend met de Berekeningstool OT. Hoe u deze tool kunt gebruiken is beschreven in de Handleiding bij berekeningstool projectspecifieke steun voor PV. Wetgeving . Het Energiebesluit legt de projectspecifieke projectcategorieën vast en bepaalt de berekeningswijze van de onrendabele top: Hoofdstuk II/1. Berekening van de onrendabele toppen en bandingfactorenArtikel 6.2/1.7. Projectspecifieke projectcategorieënBijlage III/3 Berekeningswijze . Begrippen certificatensteun . Aanvraagprocedure steuncertificatenBandingfactor en onrendabele topOverzicht begrippen certificatensteun
Topkaderfuncties . In volgende rapporten vindt u een overzicht terug van de topkaderfuncties van de Vlaamse overheid. Dit overzicht is opgemaakt volgens de definities zoals afgesproken binnen de administratie. Het beperkt zich dus tot de departementen, agentschappen en adviesraden (organisaties zoals geregeld binnen het kaderdecreet Beter Bestuurlijk Beleid). Naast deze organisaties worden ook volgende organisaties vermeld: het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschapde Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarktde Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (de Watergroep)de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganistie (de VRT)Hoewel zij strikt genomen geen entiteiten zijn binnen het voormelde Kaderdecreet, kunnen zij omwille van hun decretale oprichting en publieke rechtsvorm wel tot de Vlaamse overheid gerekend worden. We maken hierbij een onderscheid tussen Leidinggevende topkaderfuncties : topkaderfuncties die in hoofdzaak een leidinggevend karakter hebben. Dit zijn functies zoals een secretaris-generaal, administrateur-generaal, gedelegeerd bestuurder, …Niet-leidinggevende topkaderfuncties : topkaderfuncties die in hoofdzaak een inhoudelijke accent hebben, zoals projectleiderfuncties op N-niveau, secretarissen van strategische adviesraden, …In de rapporten vindt u naam en adres van de genoemde organisaties, aangevuld met naam, e-mailadres en functie van de topkaderfuncties. Deze rapporten kunnen via de ‘Download’-button eenvoudig als excel opgehaald worden. In excel kan u dan eventueel nog zelf de nodige bewerkingen doen. Middenkaderfuncties . In het onderstaande rapport vindt u de coördinaten terug van de middenkaderfuncties binnen de diensten van de Vlaamse overheid (cf. het toepassingsgebied Diensten van de Vlaamse overheid dat wordt gevormd door die entiteiten die onder het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 vallen). Met middenkaderfuncties worden hier de managementfuncties van N-1 niveau bedoeld: t.t.z. de afdelingshoofden. De projectleiderfuncties van N-1 niveau en de senior adviseurs vallen buiten de scope. U krijgt per beleidsdomein en per (sub)entiteit een opsomming van de huidige mandaathouders, met telkens ook hun functietitel, e-mailadres en adresgegevens. Leidinggevende middenkaderfuncties: hierbij gaat het over de afdelingshoofden, waarnemende afdelingshoofden en afdelingshoofden ad interim. We hanteren hier een strikte invulling van deze hoedanigheid. Leidinggevende functies . Het organisatieregister bevat heel wat organisaties buiten de hierboven vermelde. Indien u behoefte heeft aan de leidinggevende functies hiervan - of u wil ook een lijst van de leidinggevende functies die geen top- of middenkaderfunctie zijn - dan kan u deze via het volgende rapport raadplegen. Leidinggevende functies: de functies met een hoofdzakelijk leidinggevend karakter die buiten de definities hierboven vallen.Opmerkingen: Vindt u een fout in één van deze rapporten? Meld dit dan zeker via digitaal.vlaanderen@vlaanderen.be met de melding dat het gaat over een fout in het organisatieregister. De opmerking koppelen we dan terug naar de entiteit die instaat voor het actueel houden van deze info.Heeft u behoefte aan een ander rapport? Of u heeft tips voor andere overzichten? Laat het ook weten via digitaal.vlaanderen@vlaanderen.be met de vermelding van uw opmerking. Geef tevens aan dat u mailt m.b.t. het organisatieregister. Meer weten over deze rapporten? Voor het actueel houden van de organisatiegegevens van de verschillende departementen, agentschappen en instellingen wordt er een beroep gedaan op een uitgebreid netwerk van gemandateerde contactpersonen. U kan via dit rapport raadplegen over wie dit gaat.Die contactpersonen hebben via een gebruiksvriendelijke invoermodule toegang tot de organisatiedatabank en dragen de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de eigen organisatiegegevens. Eventuele foutjes kunnen/mogen hen rechtstreeks gesignaleerd worden (eventueel met een kopie naar adressen@vlaanderen.be). Enkele minuten na het uitvoeren van de aanpassing worden de bestanden op de site automatisch geactualiseerd.
De Vlaamse Regering besliste op 15 juli 2022 om een projectsubsidie toe te kennen van 203.000 euro aan vzw Blenders voor de oprichting van pc…
We gingen op gesprek bij Wouter Buelens, Claudio Vanhees en Tim Surma van het ExpertiseCentrum voor Effectief Leren (ExCEL) van hogeschool Thomas More. Ze geven je enkele aanknopingspunten om de juiste mobiele toestellen voor je school aan te schaffen. Omdat enkele van hun overwegingen je naar een bepaald type toestel kunnen sturen, verduidelijken we ze met de resultaten uit onderzoek. Zo kun je voor elke overweging beslissen of ze belangrijk genoeg is om je keuze te bepalen. Je schoolvisie op onderwijs . In je ICT-beleidsplan kun je de visie van je school op onderwijs beter zo concreet mogelijk maken. Net als hoe je met je ICT-infrastructuur en mobiele toestellen die visie ondersteunt. Houd daar liefst rekening mee wanneer je je toestellen aankoopt. Stel: een van je speerpunten is samenwerken en leren van en met elkaar. Dan kan je ecosysteem een belangrijke rol spelen in de aankoop. Ondersteunt het toestel bijvoorbeeld een cloudomgeving die het leerlingen en leraren en leerlingen onderling makkelijker maakt om samen te werken? Ondersteunt je cloudomgeving feedback via audio en video en heeft het toestel alle hard- en software om dat mogelijk te maken? Notities maken . Denk je eraan om je leerlingen notities te laten maken met het toestel? Stel jezelf dan 2 vragen. Maken je leerlingen met het toestel even efficiënt notities als met pen en papier? En kun je het best gewone laptops aankopen of pentoestellen? Pen en papier lijken efficiënterRelevant onderzoek naar notities maken op een laptop in het leerplichtonderwijs is vaak uitgevoerd in het hoger onderwijs. Een onderzoek uit 2014 van Mueller en Oppenheimer zegt dat pen en papier efficiënter zijn. Omdat studenten sneller kunnen tikken dan schrijven, tikken ze bijna woord voor woord wat ze horen. Zo hoeven ze wat de prof zegt niet in hun hersenen te verwerken voor ze het intikken. En dat bevordert het leren niet. Ook Fins onderzoek bij 10/11- en 16-jarigen toont aan dat leerlingen beter onthouden wanneer ze met pen en papier notities maken dan wanneer ze een laptop of tablet gebruiken. Ander onderzoek bij studenten hoger onderwijs is genuanceerder. De leerverschillen tussen noteren met een laptop en noteren met pen en papier zijn eerder beperkt of geven zelfs het voordeel aan laptops. Zeker bij jongere leerlingen heeft schrijven een positieve invloed op hoe ze informatie verwerken en opslaan. Zodra ze tikken op een klavier, valt die positieve invloed weg. Daarom kun je misschien beter een pentoestel aankopen als notities maken belangrijk voor je is. Pentoestellen kunnen papier vervangenWelk toestel is beter om te noteren? Er zijn aanwijzingen dat schrijven op een pentoestel schrijven met pen en papier kan vervangen. Maar het gevoel van papier zou ook een positief effect hebben op het opslaan en verwerken van informatie. Dat gevoel valt weg op een glad tabletoppervlak. Paperlike screenprotectors die simuleren dat je op papier schrijft, kunnen dat oplossen. Goede notities maken belangrijkerIn afwachting van meer specifiek onderzoek lijkt het belangrijker te zijn dat je je leerlingen leert hoe ze goede notities moeten maken. Denk bijvoorbeeld aan samenvattingen maken met de Cornell-methode. Als je leerlingen dat kunnen, speelt het toestel minder een rol. Schermlezen . In dit digitale tijdperk kreeg schermlezen een vaste plek in de leefwereld van je leerlingen. Maar dat schermlezen gebeurt vooral buiten de school. De vraag groeit om de kloof tussen thuis en school te overbruggen en ook in de klas digitale teksten aan te bieden. Maar wat is volgens onderzoek naar schermlezen relevant om mee te nemen in je beslissing om een bepaald toestel te kiezen? Op een tablet of e-reader begrijp je beter wat je leestElk toestel heeft specifieke kenmerken die een invloed hebben op de leeservaring van je leerlingen. Onderzoek toont aan dat we informatieve teksten minder goed begrijpen wanneer we moeten scrollen. In vergelijking met leesapps op een tablet of e-reader waarin je pagina’s digitaal omslaat, kan een laptop er dus voor zorgen dat je een tekst minder goed begrijpt. Tablets en e-readers kun je als lezer ook vastpakken zoals een echt boek. En dankzij e-inkt en leesapps geven ze een zintuiglijke ervaring die dichter aansluit bij lezen op papier. Ook dat zorgt dat je met zo’n tablet of e-reader beter begrijpt wat je leest. Informatieve teksten: papier beterBelangrijke opmerking: grote studies wijzen erop dat je onder tijdsdruk een informatieve tekst beter begrijpt als je hem op papier leest. De mythe van digital natives wordt ontkracht. Jonge lezers die elke dag mobiele toestellen gebruiken, lezen digitale teksten niet beter dan oudere lezers. Een reden zou zijn dat digitaal lezen gekoppeld wordt aan het snel en oppervlakkig scannen en skimmen – snellezen door woorden of stukken tekst over te slaan – van teksten. Berichten op sociale media vragen bijvoorbeeld niet om ze diepgaand te verwerken of om een grote inspanning van je brein. Die gewoonte kan ervoor zorgen dat we informatieve teksten op een scherm oppervlakkiger verwerken. Voor zo’n leesopdracht in de klas kun je papier dus niet Oefening baart kunstJe aanbod aan digitale teksten kun je dan ook beter geleidelijk opbouwen: eerst eenvoudige teksten en pas na genoeg oefening ook meervoudige teksten vol links zoals je die op het internet vindt. Die zijn veel moeilijker en uitdagender om te begrijpen. Daarbij moet je je leerlingen ook leren om relevante teksten te kiezen, die grondig te analyseren en de kennis uit de verschillende teksten achter de links samen te brengen tot ze de oorspronkelijke tekst helemaal begrijpen. Verhalende teksten: voordeel voor tabletsVerhalende teksten op een scherm zijn een ander verhaal. Tablets bieden interessante mogelijkheden om leerlingen met meer plezier te doen lezen. Een recent onderzoek bij leerlingen uit het secundair onderwijs vergelijkt hoe de leeservaring op verschillende toestellen is, hoe de toestellen motiveren om te lezen en hoe ze het leesplezier aanwakkeren. Tablets bieden na e-readers de aangenaamste leeservaring, gevolgd door smartphones en laptops. Tablets stimuleren jongeren bovendien even sterk als boeken en spreken hen meer aan dan e-readers. Positief voor leerlingen met beperkingen en leerstoornissenBijkomend voordeel van schermlezen: de mogelijkheden voor leerlingen met beperkingen of leerstoornissen zoals slechtziendheid en dyslexie. Op een mobiel toestel kun je: de schermresolutie aanpassende achtergrond, kleuren en lettertypes wijzigeneen voorleesfunctie inschakelen.De ADIBib van Eureka stelt digitale voorleesversies van gedrukte schoolboeken gratis ter beschikking van leerlingen met ernstige lees- en of schrijfbeperkingen. Efficiënte leerstrategieën . Welk toestel is het meest geschikt om efficiënt te leren en les te geven? Uit een recente studie blijkt dat ICT een meerwaarde kan hebben als ICT het je leerlingen mogelijk maakt om efficiënte leerstrategieën te gebruiken zoals herhalen, gespreid leren en zichzelf testen. En of het nu een laptop, een Chromebook of een tablet is: elk toestel heeft genoeg mogelijkheden om apps te gebruiken die focussen op die efficiënte leerstrategieën. Tools als Quizlet, Kahoot!; Quizizz of BookWidgets kun je met en zonder app gebruiken en zijn mobile friendly. Houd wel altijd rekening met de AVG-wetgeving als je een tool kiest. En natuurlijk speelt ook de mate waarin je van leerlingen verwacht dat ze grote werkstukken of opdrachten uittikken een rol in je keuze om een toestel aan te schaffen of om een extern toetsenbord aan te bieden bij een tablet. Samengevat . Belang van je onderwijsvisie . Maak je visie op onderwijs heel concreet in je ICT-beleidsplan. Zo kun je je mobiele toestellen zo goed mogelijk op die visie afstemmen. Belang van leeftijd . Leerlingen zijn geen homogene groep. Leerlingen uit de 3de graad van het secundair onderwijs kunnen notities maken met een laptop, leerlingen uit het 5de leerjaar niet. Oudere leerlingen kunnen al noteren en zichzelf reguleren. Jongere leerlingen hebben de beweging van het schrijven nodig om te leren. Notities maken: papier en pentoestel . Notities maken op papier lijkt jonge leerlingen beter te doen leren en schrijven. De schrijfbeweging zelf en de zintuiglijke ervaring van papier zouden daarbij een belangrijke rol spelen. Voor oudere leerlingen kun je de digitale mogelijkheden gebruiken die mobiele toestellen bieden. Belangrijk daarbij: ze moeten kunnen noteren en afleiding weerstaan. Om de schrijfbeweging te stimuleren en tekeningen in notities te kunnen maken, is een pentoestel een alternatief. Mobiele toestellen: voordelen én valkuilen . Mobiele toestellen hebben voordelen en valkuilen. In een notitieapp zoals GoodNotes voor iPad of OneNote voor Windows kunnen je leerlingen makkelijk een Cornell-sjabloon gebruiken om efficiënt te noteren. Maar ze zijn ook maar 1 klik of swipe verwijderd van online afleiding. Schermlezen: type tekst en toestel spelen rol . Lezen op een scherm hangt voor een deel af van het type toestel. De leeservaring op een tablet sluit nauwer aan bij lezen op papier dan de leeservaring op een laptop, en daardoor begrijpen je leerlingen beter wat ze lezen. Onder tijdsdruk vervangen online informatieve teksten niet zomaar informatieve teksten op papier. Bij verhalende teksten hebben tablets het meeste potentieel om de aangenaamste leeservaring te bieden en de motivatie om te lezen te verhogen. Efficiënte leerstrategieën gebruiken . Met mobiele toestellen kun je je leerlingen laten deelnemen aan ICT-ondersteunende leeractiviteiten die efficiënte leerstrategieën ondersteunen, zoals formatieve quizzen die hen laten bijleren. Er zijn niet direct sterke argumenten om op basis daarvan voor een type toestel te kiezen. BRONNEN . Bakker, N. (2019). De tablet voor vrij lezen: vriend of vijand? Amsterdam: Stichting Lezen. Clinton, V. (2019). Reading from paper compared to screens: A systematic review and meta-analysis. Journal of Research in Reading, 42(2), 288–325. Delgado, P., Vargas, C., Ackerman, R., & Salmerón, L. (2018). Don’t throw away your printed books: A meta-analysis on the effects of reading media on reading comprehension. Educational Research Review, 25, 23–38. Fiock, H., & Garcia, H. (2019, 11 november). How to Give Your Students Better Feedback With Technology. The Chronicle of Higher Education. Geraadpleegd op 2 mei 2022, van https://www.chronicle.com/article/how-to-give-your-students-betterfeedback-with-technology/ Frangou, S.M., Wikgren, J., Sintonen, S., Kairaluoma, L., & Vasari, P. (2019). The effect of writing modality on recollection in children and adolescents. Research in Learning Technology, 27. van Ginneken, L., & Jansen, A. (2017). Hulp bij de keuze tussen tablet, chromebook en laptop. Kennisnet. Geraadpleegd op 2 mei 2022, van https://www.kennisnet.nl/app/uploads/kennisnet/publicatie/Keuzehulp_devices.pdf Mangen, A., & Schilhab, T. (2012). An embodied view of reading: theoretical considerations, empirical findings, and educational implications. In: S. Matre, & A. Skaftung (Eds). Skriv! Les! (pp. 285-300). Akademika. Mangen, A., Walgermo, B. R., & Brønnick, K. (2013). Reading linear texts on paper versus computer screen: Effects on reading comprehension. International Journal of Educational Research, 58, 61-68. Morehead, K., Dunlosky, J., & Rawson, K. A. (2019a). How much mightier is the pen than the keyboard for note-taking? A replication and extension of Mueller and Oppenheimer (2014). Educational Psychology Review, 31(3), 753-780. Morehead, K., Dunlosky, J., Rawson, K. A., Blasiman, R., & Hollis, R. B. (2019b). Note-taking habits of 21st century college students: implications for student learning, memory, and achievement. Memory, 27(6), 807-819. Mueller, P. A., & Oppenheimer, D. M. (2014). The pen is mightier than the keyboard: Advantages of longhand over laptop note taking. Psychological Science, 25(6), 1159–1168. OECD (2015). Ose Askvik, E., Van der Weel, F. R., & van der Meer, A. L. (2020). The importance of cursive handwriting over typewriting for learning in the classroom: A high-density EEG study of 12-year-old children and young adults. Frontiers in Psychology, 11, 1-16. Shell, M. D., Strouth, M., & Reynolds, A. M. (2021). Make a Note of It: Comparison in Longhand, Keyboard, and Stylus Note-Taking Techniques. Learning Assistance Review (TLAR), 26(2), 1-21. Sumeracki, M. (2019). How should students take notes? Geraadpleegd op 2 mei 2022, van https://www.learningscientists.org/blog/2019/7/25-1 Vanhees, C., & Buelens, W. (2021). Een computerklavier, touchscreen of toch maar een balpen? ExCEL. Geraadpleegd op 2 mei 2022, van https://excel.thomasmore.be/2021/10/een-computerklavier-touchscreenpen-of-toch-maar-een-balpen/ Winstone, N., & Carless, D. (2019). Designing effective feedback processes in higher education: A learning focused approach. Routledge. Yeung, K. L., Carpenter, S. K., & Corral, D. (2021). A Comprehensive Review of Educational Technology on Objective Learning Outcomes in Academic Contexts. Educational Psychology Review, 33, 1583-1630. Ook interessant
Leer je graag je collega leidinggevenden (beter) kennen? Elk jaar organiseert het Agentschap Overheidspersoneel (AgO) het netwerk voor top- en…
Neen, je mag je pc niet meenemen naar het buitenland en dit vanwege veiligheidsredenen. Dit staat zo ook beschreven in de omzendbrief ICT-code voor personeelsleden. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer je naar een seminarie in het buitenland zou gaan, kan je goedkeuring vragen om je pc toch mee te nemen.
Titel 1. De management- en projectleiderfuncties van N-niveau en de functie van algemeen directeur . Titel 1 omvat Art. V 1 tot en met Art. V 17bis . Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen . Hoofdstuk 1 bevat Art. V 1 tot en met Art. V 3. . Art. V 1 . Art. V 2 . Art. V 3 . Hoofdstuk 2. De selectie voor de mandaatfuncties . Hoofdstuk 2 bevat Art. V 4 tot en met Art. V 7bis . Afdeling 1. In aanmerking komende kandidaten . (Art. V 4 en Art. V 5) . Art. V 4 . Art. V 5 . Afdeling 2. Selectiecriteria en -procedure . (Art. V 6 en Art. V 7bis) . Art. V 6 . Art. V 7 . Art. V 7bis . Hoofdstuk 3. De aanwijzing en de rechtspositie . Hoofdstuk 3 bevat Art. V 8 en Art. V 9. . Art. V 8 . Art. V 9 . Hoofdstuk 4. Mobiliteit . Hoofdstuk 4 bevat Art. V 10 . Art. V 10 . Hoofdstuk 5. De arbeidsvoorwaarden . Hoofdstuk 5 bevat Art. V 11 tot en met Art. V 12bis . Afdeling 1. Administratieve arbeidsvoorwaarden . (Art. V 11) . Art. V 11 . Afdeling 2. Geldelijke arbeidsvoorwaarden . (Art. V 12) . Art. V 12 . Afdeling 3. Mobiliteitskrediet . (Art. V 12bis)[38] . Art. V 12bis . Hoofdstuk 6. De evaluatie, het einde en de hernieuwing van de functie . Hoofdstuk 6 bevat Art. V 13 tot en met Art. V 17bis. . Art. V 13 . Art. V 14 . Art. V 15 . Art. V 15bis . Art. V 16 . Art. V 17 . Art. V 17bis
TITEL 2. Statuut van hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad . Titel 2 bevat Art. V 18 tot en met Art. V 32 . Hoofdstuk 1. Algemene bepaling . Hoofdstuk 1. omvat Art. V 18 . Art. V 18 . Hoofdstuk 2. De selectie . Hoofdstuk 2 bevat Art. V 19 tot en met Art. V 22 . Afdeling 1. In aanmerking komende kandidaten . (Art. V 19 en Art. V 20) . Art. V 19 . Art. V 20 . Afdeling 2. Selectiecriteria en -procedure . (Art. V 21 en Art. V 22) . Art. V 21 . Art. V 22 . Hoofdstuk 3. De aanwijzing en arbeidsvoorwaarden . Hoofdstuk 3 bevat Art. V 23 tot en met Art. V 29. . Art. V 23 . Art. V 24 . Art. V 25 . Art. V 26 . Art. V 27 . Art. V 28 . Art. V 29 . Hoofdstuk 3bis. Horizontale mobiliteit . Hoofdstuk 3bis bevat Art. V 29bis . Art. V 29bis . Hoofdstuk 4. De evaluatie . Hoofstuk 4 bevat Art. V 30 en Art. V 31. . Art. V 30 . Art. V 31 . Hoofdstuk 5. Einde van de functie . Hoofdstuk 5 bevat Art. V 32 . Art. V 32
De bandingfactor bepaalt het aantal groenestroom- of warmte-krachtcertificaten dat u voor uw project kunt ontvangen. Om de bandingfactor te kunnen berekenen, moet eerst de onrendabele top vastgesteld worden. Zodra de waarde van de onrendabele top gekend is, kan de bandingfactor hiervan afgeleid worden.
- pagina1 - 10 van 867
- Volgende pagina
ZOEKEN OP VLAANDEREN.BE
Er zijn geen resultaten gevonden voor uw zoekopdracht