Deze kaart geeft voor het grondgebied van Vlaanderen de veenwaarschijnlijkheid aan voor de ondiepe ondergrond (1,5 tot 10 m). Deze kaart geeft een goed beeld van de ruimtelijke variatie van veen en is een eerste inschatting voor waar er met een hoge waarschijnlijkheid veen aanwezig is in Vlaanderen op basis van de best beschikbare gegevens en technieken. De kaart geeft geen informatie over de dikte van het veen of de diepte waarop het waarschijnlijk voorkomt binnen het interval 1.5-10m. De rasterkaart is het resultaat van het toepassen van de methode en de data uit de studie 'Veen in Vlaamse bodem en ondergrond in relatie tot klimaat en boven- en ondergronds ruimtegebruik' (uitgevoerd door KUL in opdracht van DOMG) om een 5x5 m veenwaarschijnlijkheidskaart voor de ondiepe ondergrond te berekenen. Het eindrapport van deze studie kan gevonden worden via: https://researchportal.be/nl/publicatie/veen-vlaamse-bodem-en-ondergrond-relatie-tot-klimaat-en-boven-en-ondergronds. Deze rasterkaart is opgesteld zodat de methode gebruikt voor het opstellen van de veenwaarschijnlijkheidskaarten voor de drie diepte-intervallen (oppervlakteveen, bodemprofiel en ondiepe ondergrond) zoveel mogelijk in lijn blijft met elkaar. Gezien de verschillende doeleinden van deze kaart ten opzichte van de oppervlakteveen- en bodemprofielveenkaarten is beslist deze kaart in te delen in de 6 klassen voorgesteld door KUL (zeldzaam, weinig waarschijnlijk, mogelijk, waarschijnlijk, zeer waarschijnlijk, bijna zeker) en deze van 5x5 m op te schalen naar 50x50 m. Voor lokale toepassingen of toepassingen waarbij grote zekerheid over de aanwezigheid van veen vereist is met een hoog ruimtelijk detail blijft echter voorzichtigheid geboden en kan een bijkomende veldverificatie een aangewezen eerstvolgende stap zijn. Aangezien veen zeer onregelmatig kan voorkomen in het landschap kunnen de opgestelde kaarten deze variabiliteit niet perfect weergeven. De studie maakt voor het opstellen van deze kaart zowel gebruik van historische gegevens (die kunnen teruggaan tot de 19e eeuw) en recente gegevens van observaties van veen in de ondergrond. Zeker voor de historische gegevens is het mogelijk dat het toen geobserveerde veen nu niet meer aanwezig is, wat beperkingen oplegt aan de nauwkeurigheid van het uiteindelijke resultaat. Tijdens het aanmaken van deze kaart is er ook geen correctie gedaan voor gekende uitgravingen (havendokken, kanalen, …), infrastructuur in de ondergrond (tunnels, kelders, …) en waterlopen. Hierdoor kan het model voor deze locaties foutieve voorspellingen doen. Verder kan door de toegepaste technieken het hier bedoelde “er is waarschijnlijk veen aanwezig” zowel een dik veenpakket zijn over de volledige dikte van het diepte-interval als een dun veenlaagje ergens in het profiel. Deze kaart vormt samen met de veenwaarschijnlijkheidskaart van het oppervlakteveen en het bodemprofiel veen een set die het resultaat is van dezelfde herberekeningsoefening op basis van de resultaten van de studie uitgevoerd door KUL.
Filter
1397 resultaten
Milieu
- GeoTIFF
- Deze kaart toont de geulenstelsels kort voor 1570.GML
- Data met betrekking tot het Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Esmoreitpark" te Antwerpen, linkeroever.Esri ShapePDFTIFF
- Op voorliggende kaart wordt de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) voor verzuring van de Europees te beschermen stikstofgevoelige habitats in de Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in Vlaanderen weergegeven in de tinten geel-oranje-rood. De groene gebieden zijn de stikstofgevoelige habitats waarbij de KDW niet in overschrijding zijn. De KDW is de hoeveelheid depositie (voor verzuring in zuurequivalenten per hectare per jaar of Zeq/ha.jaar) voor een bepaald ecosysteem waaronder er op lange termijn, volgens de huidige wetenschappelijke kennis, geen betekenisvolle verandering in de biodiversiteit optreedt. Voor ieder habitattype is een specifieke KDW bepaald. De overschrijdingskaart is opgemaakt door het VITO op basis van volgende gegevens: (A) De gemodelleerde deposities van verzurende stoffen op basis van VLOPS23, dat gebruik maakt van emissie- en meteogegevens van het jaar 2021; (B) De BWK-habitatkaart versie 2023; (C) De voorlopige zoekzones voor instandhoudingsdoelstellingen - versie 0.2 en (D) de natuurstreefbeelden (passend beheer) zoals opgenomen in de natuurbeheerplannen, versie januari 2024. De kaartlagen B, C en D zijn samen ook beschikbaar als KDW-kaart versie 2024.GeoPackageGML
- Een project met een integrale en ruimtelijke invalshoek dat gebiedsgericht en over sector- of bestuursgrenzen heen actief wil bijdragen tot de versterking van de kwaliteit van de ruimtelijke structuur. Het moet op korte of halflange termijn uitgevoerd kunnen worden. Door de uitvoering van strategische projecten te stimuleren en er meer actief op in te zetten in het kader van (ruimtelijke) planningsprocessen verhoogt het draagvlak voor de ruimtelijke ordening, en de planning in het algemeen, en wordt een voorbeeldfunctie gecreëerd.GeoPackageGML
- Deze VLOPS-kaart toont de gemodelleerde droge depositiesnelheid (vd) van NOy (in cm/s) voor gans Vlaanderen op 1x1 km². Deze kaart werd berekend met VLOPS23 (gebaseerd op OPS 5.1.0.2), de emissiecijfers voor NOx in 2021 en de meteorologische gegevens van 2021.GeoTIFF
- Strategische geluidsbelastingskaart voor spoorverkeer met meer dan 30 000 trein- of trampassages per jaar volgens RL 2002/49/EG. Het referentiejaar van deze data is 2021. Op de geluidskaart wordt aangegeven aan hoeveel geluid de omgeving wordt blootgesteld. De geluidsbelasting wordt daarbij uitgedrukt in de parameter Lden. Het Lden-niveau is een gewogen jaargemiddeld geluidsdrukniveau over het etmaal waarbij de avond- en nachtniveaus relatief gezien zwaarder doorwegen, wat overeenkomt met de vaststelling dat geluidsoverlast ’s avonds en ’s nachts doorgaans als hinderlijker wordt ervaren. Uit Europees onderzoek blijkt dan ook dat een Lden een relatief goede voorspeller is van de mate waarin omwonenden hinder kunnen ondervinden. Deze geluidsbelastingskaarten worden geactualiseerd om de 5 jaar. Vanaf de strategische geluidsbelastingskaarten met referentiejaar 2021 werd er een nieuwe rekenmethode gehanteerd. Dit is een nieuwe gezamenlijke Europese rekenmethode die vanaf de karteringsronde met referentiejaar 2021 voor alle lidstaten verplicht is. Omdat deze rekenmethode verschilt van deze die werd toegepast bij eerdere karteringsrondes is het niet aangewezen om de resultaten van referentiejaar 2021 te vergelijken met voorgaande edities (2006, 2011 en 2016). Het valt immers niet uit te sluiten dat verschillen in berekende blootstelling louter te wijten zijn aan de toepassing van deze nieuwe rekenmethode en niet een gevolg zijn van een verhoogde of verminderde blootstelling.GeoPackageGML
- Data met betrekking tot het Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Eilandje".Esri ShapePDFTIFF
- Tijdens het groeiseizoen van de jaren 2002 en 2003 werd voor het volledige Vlaamse grondgebied een Zeer Hoge Resolutie IKONOS satellietbeelden bedekking aangemaakt. Deze dataset geeft een overzicht van de omtrekken van de originele IKONOS beeldscenes die hiervoor aangewend werden, inclusief hun opname karakteristieken. Uit de originele beeldscenes werd de dataset “IKONOS satellietbeelden, opname 2002-2003 (AGIV-product)” afgeleid. Daarvoor werd achtereenvolgens een orthorectificatie, een colour balancing en een dynamic range adjustment (DRA) en een mozaiekering uitgevoerd. Vervolgens werden uit deze aangemaakte mozaïeken de beeldtiles versneden. Meer informatie over de pre-processing van de originele beeldscenes kan gevonden worden in de technische tekst die meegeleverd wordt bij bestelling van de data.Esri ShapeGML
- Deze kaart geeft voor het grondgebied van Vlaanderen aan, waar er waarschijnlijk veen wordt verwacht aan het oppervlak en waar er waarschijnlijk geen veen wordt verwacht aan het oppervlak. Deze kaart geeft een goed beeld van de ruimtelijke variatie van veen en is een eerste inschatting voor waar er met een hoge waarschijnlijkheid veen aanwezig is in Vlaanderen op basis van de best beschikbare gegevens en technieken. De rasterkaart is het resultaat van het toepassen van de methode uit de studie 'Veen in Vlaamse bodem en ondergrond in relatie tot klimaat en boven- en ondergronds ruimtegebruik' (uitgevoerd door KUL in opdracht van DOMG) met de data verzameld in deze studie om een 5x5 m veenwaarschijnlijkheidskaart voor het oppervlak te berekenen. Het eindrapport van deze studie kan gevonden worden via: https://researchportal.be/nl/publicatie/veen-vlaamse-bodem-en-ondergrond-relatie-tot-klimaat-en-boven-en-ondergronds. Deze rasterkaart is opgesteld om meer informatie te geven over de lokale ruimtelijke variatie van veen dan met de 50x50 m kaart uit de studie van KUL mogelijk is. Dit maakt deze kaart geschikter om op lokaal niveau te gebruiken en te bepalen waar er best kan ingezet worden op veenbescherming. Voorzichtigheid blijft echter nog steeds nodig bij lokale toepassingen en vooral bij toepassingen die een zeer hoge zekerheid vereisen. Hiervoor wordt nog steeds veldverificatie als eerste stap aangeraden. De kaart is onderverdeeld in twee klassen (waarschijnlijk veen/waarschijnlijk geen veen) om visualisatie en interpretatie van de producten te vereenvoudigen. De studie maakt voor het opstellen van deze kaart zowel gebruik van historische gegevens (die kunnen teruggaan tot de 19de eeuw) als van recente gegevens van observaties van veen. Zeker voor de historische gegevens is het mogelijk dat het toen geobserveerde veen nu niet meer aanwezig is, wat beperkingen oplegt aan de nauwkeurigheid van het uiteindelijke resultaat. Tijdens het aanmaken van deze kaart is er ook geen correctie gedaan voor gekende uitgravingen (havendokken, kanalen, …), infrastructuur in de ondergrond (tunnels, kelders, …) en waterlopen. Hierdoor kan het model voor deze locaties foutieve voorspellingen doen. Deze kaart vormt samen met de veenwaarschijnlijkheidskaart van het bodemprofiel veen en het veen dat zicht situeert tussen 1,5 en 10 m diep een set die het resultaat is van dezelfde herberekeningsoefening op basis van de resultaten van de studie uitgevoerd door KUL.GeoTIFF
- Op voorliggende kaart wordt de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) voor eutrofiëring van de Europees te beschermen habitats in Vlaanderen weergegeven in de tinten geel-oranje-rood. De groene gebieden zijn de habitats waarbij de KDW (momenteel) niet in overschrijding zijn. De grijze gebieden zijn de habitats die niet gevoelig zijn voor het effect eutrofiëring via de lucht (> 34 kg N/ha.jaar). De KDW is de hoeveelheid stikstofdepositie (kilogram stikstof per hectare per jaar) voor een bepaald ecosysteem waaronder er op lange termijn, volgens de huidige wetenschappelijke kennis, geen betekenisvolle verandering in de biodiversiteit optreedt. Voor ieder habitattype is een specifieke KDW bepaald. Niet ieder natuurtype is immers even gevoelig voor eutrofiëring. De overschrijdingskaart is opgemaakt door het VITO op basis van volgende gegevens: (A) De gemodelleerde deposities van eutrofiërende stoffen op basis van VLOPS20, de versie van het VLOPSmodel in 2020 dat gebruik maakt van emissie- en meteogegevens van het jaar 2017. Dit is een rasterlaag met resolutie van 1 km²; (B) De BWK-habitatkaart versie 2020; en (C) De geschikte uitbreidingslocaties voor Europees beschermde habitats en soorten: de zgn. voorlopige zoekzones voor instandhoudingsdoelstellingen - versie 0.2 (ANB, 2015).ShapefileGML
- Directe downloadservice voor de boskartering 2000XML