Aslijnen van de wegen in de Atlas der Buurtwegen waar een wijzigingsdossier van toepassing is. De gegevens bevatten de wijzigingen tot 31 augustus 2019. Dossiers vanaf 1 september 2019 vallen onder de bevoegdheid van de steden en gemeenten.
Filter
1508 resultaten
Milieu
- WMSWFS
- De laag bevat de emissies van zwevende stof die in de waterloop terechtkomen en afkomstig zijn van de sector huishoudens. Dit gebeurt onder meer via rechtstreekse lozingen, via waterzuiveringsinstallaties, via overstorten of niet aangesloten rioleringen.GeoTIFF
- Puntvormige aanduiding van de status van de aanvragen voor een omgevingsvergunning voor windturbines, met vermelding of de turbine al dan niet gebouwd is.GML
- Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle planelementen - van het type punten indicatieve aanduiding - van herzien of opgeheven verouderde inrichtingsvoorschriften zoals beschreven in VCRO artikel 7.4.4/1, zowel de definitief goedgekeurde als diegene in opmaak. Ook de schorsingen en vernietigingen van de Raad van State zijn hierin verwerkt. Een planelement is een object waarmee de betrokken overheid het toepassingsgebied van (een deel van) de ruimtelijke optie die zij heeft genomen aan de hand van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften, weergeeft op het grafische plan, als zij dat nodig acht. Dit object is conceptueel altijd te herleiden tot een vlak, lijn of punt, waaraan een zeker legendesymbool is toegekend. Om de koppeling te garanderen tussen een “locatie” en de “volledige set van voorschriften die gelden op die locatie”, is het nodig een plan te ontrafelen in enkele complementaire geodatalagen in vectorformaat. Zo bekomen we een eenduidige koppeling tussen voorschriftteksten en hun bijhorende planelementen. Voorschriften die gekoppeld zijn aan lijnvormige of puntvormige planelementen kunnen, in tegenstelling tot diegene die gekoppeld zijn aan vlakken, nooit onderliggende planelementen bedekken, in die zin dat ze die vervangen. In een plan kunnen stedenbouwkundige voorschriften toegevoegd worden die van toepassing zijn op een gebied, lijn of plek die de opmaker van het plan niet geometrisch nauwkeurig wil bepalen. Dit zijn de zogenaamde indicatieve aanduidingen. Er bestaan 3 types van indicatieve aanduidingen: punten, lijnen en overdrukken.GML
- Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle planelementen - van het type overdrukken - van de bijzondere plannen van aanleg. Een planelement is een object waarmee de betrokken overheid het toepassingsgebied van (een deel van) de ruimtelijke optie die zij heeft genomen aan de hand van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften, weergeeft op het grafische plan, als zij dat nodig acht. Dit object is conceptueel altijd te herleiden tot een vlak, lijn of punt, waaraan een zeker legendesymbool is toegekend. Om de koppeling te garanderen tussen een “locatie” en de “volledige set van voorschriften die gelden op die locatie”, is het nodig een plan te ontrafelen in enkele complementaire geodatalagen in vectorformaat. Zo bekomen we een eenduidige koppeling tussen voorschriftteksten en hun bijhorende planelementen. Overdrukvlakvoorschriften betreffen een detaillering van of een bijkomende voorwaarde op een grondvlak, ongeacht of dit laatste voorschrift tot een ouder plan of hetzelfde plan behoort. Dit betekent in de praktijk dat voor de bewuste gebieden de overdrukvoorschriften nog samen met 1 of meerdere onderliggende voorschriften (van een ouder plan of van hetzelfde plan) moeten gelezen worden, omdat ze de onderliggende grondvlakvoorschriften niet vervangen. De planelementen zijn in deze dataset beschikbaar voor zover ze al zijn opgeladen door het betreffende gemeentebestuur, dat eigenaar is van de data en verantwoordelijk voor de inhoud.ShapefileGML
- Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van de gewestelijke bouwverordeningen. Elke verordening wordt afgebakend door zijn contour.ShapefileGML
- Strategische geluidsbelastingkaart van belangrijke luchthavens. Het referentiejaar van deze data is 2011. Op de geluidskaart wordt de jaargemiddelde geluidsimmissie rond de luchthavens van Brussels Airport, Oostende-Brugge, Antwerpen-Deurne en Kortrijk-Wevelgem aangegeven. De geluidsbelasting wordt daarbij uitgedrukt in de parameter Lnight. Het Lnight-niveau is het gemiddelde van de geluidsniveaus tijdens de nacht (23-07u) en is één van de geluidindicatoren die representatief zijn voor mogelijke, nachtelijke slaapverstoring. Deze geluidsbelastingkaart wordt 5-jaarlijks geactualiseerd. De strategische geluidsbelastingskaarten met referentiejaren 2006, 2011 en 2016 werden berekend met een oude rekenmethode. Vanaf de strategische geluidsbelastingskaarten met referentiejaar 2021 werd er een nieuwe rekenmethode gehanteerd. Dit is een nieuwe gezamenlijke Europese rekenmethode die vanaf de karteringsronde met referentiejaar 2021 voor alle lidstaten verplicht is. Omdat deze rekenmethode verschilt van deze die werd toegepast bij eerdere karteringsrondes is het niet aangewezen om de resultaten van referentiejaar 2021 te vergelijken met voorgaande edities (2006, 2011 en 2016). Het valt immers niet uit te sluiten dat verschillen in berekende blootstelling louter te wijten zijn aan de toepassing van deze nieuwe rekenmethode en niet een gevolg zijn van een verhoogde of verminderde blootstelling.ShapefileGML
- Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle planelementen - van het type grondvlak - van de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, zowel de definitief goedgekeurde als diegene in opmaak. Ook de schorsingen en vernietigingen van de Raad van State zijn hierin verwerkt. Een planelement is een object waarmee de betrokken overheid het toepassingsgebied van (een deel van) de ruimtelijke optie die zij heeft genomen aan de hand van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften, weergeeft op het grafische plan, als zij dat nodig acht. Dit object is conceptueel altijd te herleiden tot een vlak, lijn of punt, waaraan een zeker legendesymbool is toegekend. Om de koppeling te garanderen tussen een “locatie” en de “volledige set van voorschriften die gelden op die locatie”, is het nodig een plan te ontrafelen in enkele complementaire geodatalagen in vectorformaat. Zo bekomen we een eenduidige koppeling tussen voorschriftteksten en hun bijhorende planelementen. Grondvlakvoorschriften zullen in de praktijk altijd aan een vlakvormig planelement gekoppeld worden dat op zijn beurt een vlakvullend legendesymbool ontvangt, m.a.w. een dekkende symboliek. Dit soort voorschriften kan zowel een vervangend als een aanvullend karakter vertonen ten opzicht van andere voorschriften, afhankelijk van de geldende decretale marges betreffende subsidiariteit, hiërarchie van de plannen, en de overgang van de plannen van de oude wetgeving naar de nieuwe. Bovenop de grondvlakken van het plan kunnen andersoortige planelementen gelegd worden. Deze worden ingedeeld volgens geometrie: vlakken, lijnen, punten en volgens de geometrische nauwkeurigheid van de planelementen (geometrisch nauwkeurig te bepalen of bij wijze van aanduiding).ShapefileGML
- Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle planelementen - van het type lijnen indicatieve aanduiding - van herzien of opgeheven verouderde inrichtingsvoorschriften zoals beschreven in VCRO artikel 7.4.4/1, zowell de definitief goedgekeurde als diegene in opmaak. Ook de schorsingen en vernietigingen van de Raad van State zijn hierin verwerkt. Een planelement is een object waarmee de betrokken overheid het toepassingsgebied van (een deel van) de ruimtelijke optie die zij heeft genomen aan de hand van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften, weergeeft op het grafische plan, als zij dat nodig acht. Dit object is conceptueel altijd te herleiden tot een vlak, lijn of punt, waaraan een zeker legendesymbool is toegekend. Om de koppeling te garanderen tussen een “locatie” en de “volledige set van voorschriften die gelden op die locatie”, is het nodig een plan te ontrafelen in enkele complementaire geodatalagen in vectorformaat. Zo bekomen we een eenduidige koppeling tussen voorschriftteksten en hun bijhorende planelementen. Voorschriften die gekoppeld zijn aan lijnvormige of puntvormige planelementen kunnen, in tegenstelling tot diegene die gekoppeld zijn aan vlakken, nooit onderliggende planelementen bedekken, in die zin dat ze die vervangen. In een plan kunnen stedenbouwkundige voorschriften toegevoegd worden die van toepassing zijn op een gebied, lijn of plek die de opmaker van het plan niet geometrisch nauwkeurig wil bepalen. Dit zijn de zogenaamde indicatieve aanduidingen. Er bestaan 3 types van indicatieve aanduidingen: punten, lijnen en overdrukken.GML
- Deze dataset bevat de omhullende contour van de "grondvlakvoorschriften" van de definitief goedgekeurde verordenende gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.GML
- Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle planelementen - van het type overdrukken indicatieve aanduiding- van de bijzondere plannen van aanleg. Een planelement is een object waarmee de betrokken overheid het toepassingsgebied van (een deel van) de ruimtelijke optie die zij heeft genomen aan de hand van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften, weergeeft op het grafische plan, als zij dat nodig acht. Dit object is conceptueel altijd te herleiden tot een vlak, lijn of punt, waaraan een zeker legendesymbool is toegekend. Om de koppeling te garanderen tussen een “locatie” en de “volledige set van voorschriften die gelden op die locatie”, is het nodig een plan te ontrafelen in enkele complementaire geodatalagen in vectorformaat. Zo bekomen we een eenduidige koppeling tussen voorschriftteksten en hun bijhorende planelementen. Overdrukvlakvoorschriften betreffen een detaillering van of een bijkomende voorwaarde op een grondvlak, ongeacht of dit laatste voorschrift tot een ouder plan of hetzelfde plan behoort. Dit betekent in de praktijk dat voor de bewuste gebieden de overdrukvoorschriften nog samen met 1 of meerdere onderliggende voorschriften (van een ouder plan of van hetzelfde plan) moeten gelezen worden, omdat ze de onderliggende grondvlakvoorschriften niet vervangen. In een plan kunnen stedenbouwkundige voorschriften toegevoegd worden die van toepassing zijn op een gebied, lijn of plek die de opmaker van het plan niet geometrisch nauwkeurig wil bepalen. Dit zijn de zogenaamde indicatieve aanduidingen. Er bestaan 3 types van indicatieve aanduidingen: punten, lijnen en overdrukken. De planelementen zijn in deze dataset beschikbaar voor zover ze al zijn opgeladen door het betreffende gemeentebestuur, dat eigenaar is van de data en verantwoordelijk voor de inhoud.ShapefileGML
- Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle contouren van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, zowel de definitief goedgekeurde als diegene in opmaak. Ook de schorsingen en vernietigingen van de Raad van State zijn hierin verwerkt. Elk plan wordt afgebakend door zijn contour. Deze contour betreft de geometrische omhullende van alle bevattende lagen van het plan. Er is conceptueel beslist om rondom eventuele lijnelementen die niet binnen een grondvlak voorkomen, een buffer te tekenen om toe te laten die op te nemen binnen de omhullende contour. Aan deze plancontourlaag worden de administratieve gegevens van het plan in de attributen opgenomen. De contouren zijn in deze dataset beschikbaar voor zover ze al zijn opgeladen door het betreffende gemeentebestuur, dat eigenaar is van de data en verantwoordelijk voor de inhoud.ShapefileGML