Het zoneringsplan geeft tot op huisniveau weer wat de maatregelen zijn die burger en gemeente moeten treffen voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater. Hiervoor deelt het zoneringsplan het grondgebied van de gemeente op in het reeds gerioleerde gebied, het gebied waar nog een collectieve zuivering zal worden voorzien en het gebied waar geen collectieve, maar een individuele zuivering zal worden voorzien.
De lozingsvoorwaarden huishoudelijk afvalwater zijn opgenomen in Vlarem titel II en zijn verschillend naargelang de zone waarin de lozing van huishoudelijk afvalwater kan ondergebracht worden.
Deze laag geeft de afbakening van het centraal gebied – woonkernen binnen de zoneringsplannen. Centraal gebied betekent dat er al geruime tijd riolering aanwezig is en die is aangesloten op een waterzuivering.
Filter
1453 resultaten
Milieu
- WMS
- Aslijnen van de wegen in de Atlas der Buurtwegen waar een wijzigingsdossier van toepassing is. De gegevens bevatten de wijzigingen tot 31 augustus 2019. Dossiers vanaf 1 september 2019 vallen onder de bevoegdheid van de steden en gemeenten.WMSWFS
- Het geoloket saneringsinfrastructuur geeft je een overzicht van bestaande en geplande infrastructuur voor afvoer en zuivering van huishoudelijk afvalwater. Op het geoloket Saneringsinfrastructuur vind je per adres of gemeente: knelpunten saneringsinfrastructuur; lozingspunten gemeentelijke saneringsinfrastructuur; projecten gemeentelijke investeringsprogramma's; projecten Lokaal Pact; projecten meest recente (24/03/2017) bovengemeentelijk optimalisatieprogramma.HTML
- Weergave van de variatie weer in de concentratie van CH4 in de mondiale atmosfeer over meer dan 800 000 jaar.CSV
- De Europese kaderrichtlijn Water stelt als doel de “goede toestand” voor de waterlichamen voorop. Voor natuurlijke oppervlaktewateren betekent dit onder meer een goede ecologische toestand. Voor kunstmatige en sterk veranderde oppervlaktewateren kunnen de doelstellingen lager liggen (= goed ecologisch potentieel). De biologische kwaliteitselementen fytoplankton, macrofyten, fytobenthos, macro-invertebraten en vissen en een aantal hydromorfologische, chemische en fysisch-chemische parameters bepalen de ecologische toestand. Bij de eindbeoordeling worden de waterlichamen ingedeeld in klassen (“zeer goed”, “goed”, “matig”, “ontoereikend” en “slecht”). Daarbij bepaalt de minst goede score de eindscore (“one out all out”).CSV
- Pesticiden die in het oppervlaktewater terechtkomen, kunnen toxisch zijn voor waterorganismen. Piekconcentraties kunnen acute effecten veroorzaken, zoals sterfte. Concentraties die gedurende langere tijd te hoog liggen, kunnen chronische effecten veroorzaken, zoals een verminderde voortplanting.CSV
- de ozonvormende stoffen stikstofoxiden (NOx (NO2)), koolstofmonoxide (CO), methaan (CH4) en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) worden ook ozonprecursoren genoemd. Ze hebben een verschillend aandeel in de troposferische ozonvorming.CSV
- Het zeeniveau wordt op wereldschaal beïnvloed door tal van factoren, waarondervolumeverandering van een watermassa bij veranderende temperaturen;uitwisseling van watermassa met (afsmeltende) ijskappen en gletsjers op het land;veranderende opslag van water op het land (zowel oppervlaktewater als grondwater).Een temperatuurstijging (bv. onder invloed van broeikasgasemissies van menselijke oorsprong) kan leiden tot een uitzetting van het zeewater en de afsmelting van de ijskappen, met een stijging van de zeespiegel en groter overstromingsgevaar in lager gelegen gebieden tot gevolg. Ook uitputting van grondwatervoorraden (onder invloed van oplopende temperaturen) draagt bij aan de zeespiegelstijging doordat opgepompt en gebruikt grondwater uiteindelijk grotendeels afvloeit naar de zee.CSV
- Naast de neerslag wordt de waterbeschikbaarheid voor mensen, dieren en planten ook bepaald door de evapotranspiratie. Die evapotranspiratie is een verzamelterm voor de waterafgifte door de bodem en de vegetatie aan de atmosfeer. Dit omvat alle neerslag die rechtstreeks in de atmosfeer komt door verdamping of onrechtstreeks via ecosystemen. De ‘potentiële evapotranspiratie' of PET wordt uitgedrukt in mm neerslag per jaar. Dit is de maximaal mogelijke evapotranspiratie die optreedt indien er steeds voldoende water beschikbaar zou zijn aan de oppervlakte of in de bodem. Indien dit laatste niet het geval is, zoals tijdens droge zomerperiodes, is de werkelijk optredende evapotranspiratie lager dan de potentiële. Toch beschrijft deze indicator de potentiële en niet de werkelijke evapotranspiratie omdat deze laatste erg moeilijk te kwantificeren is. Redenen daarvoor zijn dat de evapotranspiratie sterk gebiedsafhankelijk is en functie is van de waterbeschikbaarheid aan de oppervlakte en in de bodem. Een bosgebied of een sterk verstedelijkt gebied hebben daardoor een sterk verschillende evapotranspiratie.CSV
- Verontreiniging van oppervlaktewater blijft niet beperkt tot de waterkolom zelf. Een aantal stoffen hebben immers de neiging zich te binden aan het zwevend stof. Als dit zwevend stof bezinkt, gaat het samen met de eraan vastgehechte polluenten de waterbodem of sedimentlaag vormen. Verontreiniging van waterbodems is vaak het gevolg van historische vervuiling met zware metalen, pesticiden, PCB's … De kwaliteit van de Vlaamse waterbodems wordt al geruime tijd opgevolgd met de triademethode. Die methode integreert de resultaten van chemische, biologische en ecotoxicologische analyses en laat toe waterbodems in te delen in kwaliteitsklassen, gaande van niet verontreinigd tot sterk verontreinigd.CSV
- De relatie tussen temperatuur en sterfte is U-vormig: de mortaliteit neemt toe bij temperaturen die ver boven of onder de optimale temperatuur liggen. Dat optimum is trouwens locatiespecifiek: de bevolking van Zuid-Europese landen is beter bestand tegen hoge temperaturen dan inwoners van onze regio.Hogere temperaturen verhogen vooral de sterfte bij bejaarden, bij mensen met hart- en vaatziekten en ademhalingsproblemen, en bij kinderen jonger dan 4 jaar. De impact van hitteperiodes is vaak minder zichtbaar dan de schade door bijvoorbeeld overstromingen of orkanen. Nochtans blijkt de blootstelling aan hitte toch beduidend meer slachtoffers te maken: vergelijk bijvoorbeeld de 1 500 slachtoffers van orkaan Katrina van 2005 in de VS met de ruim 70 000 slachtoffers van de Europese hittegolf in de zomer van 2003.Deze indicator gaat daarom na tot welke oversterfte hittegolven leiden in België, en is gebaseerd op analyses uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Een hittegolf is hierbij gedefinieerd als een periode van minstens vijf dagen waarin de maximale dagtemperatuur te Ukkel 25 °C of meer bedraagt (zomerdagen), en waarin bovendien drie dagen lang de temperatuur er boven de 30 °C stijgt (tropische dagen). En ook andere gezondheidseffecten van hittegolven komen aan bod.CSVPNG
- De laag bevat de emissies van zwevende stof die in de waterloop terechtkomen en afkomstig zijn van de sector huishoudens. Dit gebeurt onder meer via rechtstreekse lozingen, via waterzuiveringsinstallaties, via overstorten of niet aangesloten rioleringen.GeoTIFF