De laag geeft de kritische depositiewaarden (KDW) voor verzuring binnen habitatrichtlijngebied weer van de actuele habitats en de tot doel gestelde habitats in de voorlopige zoekzones en het passend beheer.
Filter
105 resultaten
Agentschap voor Natuur en Bos
- GeoPackageGML
- Op voorliggende kaart wordt de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) voor verzuring van de Europees te beschermen stikstofgevoelige habitats in de Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in Vlaanderen weergegeven in de tinten geel-oranje-rood. De groene gebieden zijn de stikstofgevoelige habitats waarbij de KDW niet in overschrijding zijn. De KDW is de hoeveelheid depositie (voor verzuring in zuurequivalenten per hectare per jaar of Zeq/ha.jaar) voor een bepaald ecosysteem waaronder er op lange termijn, volgens de huidige wetenschappelijke kennis, geen betekenisvolle verandering in de biodiversiteit optreedt. Voor ieder habitattype is een specifieke KDW bepaald. De overschrijdingskaart is opgemaakt door het VITO op basis van volgende gegevens: (A) De gemodelleerde deposities van verzurende stoffen op basis van VLOPS23, dat gebruik maakt van emissie- en meteogegevens van het jaar 2021; (B) De BWK-habitatkaart versie 2023; (C) De voorlopige zoekzones voor instandhoudingsdoelstellingen - versie 0.2 en (D) de natuurstreefbeelden (passend beheer) zoals opgenomen in de natuurbeheerplannen, versie januari 2024. De kaartlagen B, C en D zijn samen ook beschikbaar als KDW-kaart versie 2024.GeoPackageGML
- Op voorliggende kaart wordt de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) voor eutrofiëring van de Europees te beschermen habitats in Vlaanderen weergegeven in de tinten geel-oranje-rood. De groene gebieden zijn de habitats waarbij de KDW (momenteel) niet in overschrijding zijn. De grijze gebieden zijn de habitats die niet gevoelig zijn voor het effect eutrofiëring via de lucht (> 34 kg N/ha.jaar). De KDW is de hoeveelheid stikstofdepositie (kilogram stikstof per hectare per jaar) voor een bepaald ecosysteem waaronder er op lange termijn, volgens de huidige wetenschappelijke kennis, geen betekenisvolle verandering in de biodiversiteit optreedt. Voor ieder habitattype is een specifieke KDW bepaald. Niet ieder natuurtype is immers even gevoelig voor eutrofiëring. De overschrijdingskaart is opgemaakt door het VITO op basis van volgende gegevens: (A) De gemodelleerde deposities van eutrofiërende stoffen op basis van VLOPS20, de versie van het VLOPSmodel in 2020 dat gebruik maakt van emissie- en meteogegevens van het jaar 2017. Dit is een rasterlaag met resolutie van 1 km²; (B) De BWK-habitatkaart versie 2020; en (C) De geschikte uitbreidingslocaties voor Europees beschermde habitats en soorten: de zgn. voorlopige zoekzones voor instandhoudingsdoelstellingen - versie 0.2 (ANB, 2015).ShapefileGML
- Dit bestand bevat de afbakeningen van de habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 4 mei 2001, bekrachtigd op 24 mei 2002 en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 17 augustus 2002. Op 15 februari 2008 werd door de Vlaamse Regering ook de waterzone van het IJzer- en Schelde-estuarium bij de Commissie voorgesteld als bijkomende gebieden van communautair belang. Na openbaar onderzoek beslist de Vlaamse regering op 15 januari 2013 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 04 februari 2013) tot definitieve vaststelling van de afbakening van het deelgebied 11 'Boterakker' van de speciale beschermingszone BE2200037 'Uiterwaarden van de Limburgse Maas met Vijverbroek' als speciale beschermingszone in toepassing van de Habitatrichtlijn. Voor de definitieve aanwijzing van de Habitatrichtlijngebieden opteerde de Vlaamse overheid ervoor om per gebied een apart aanwijzingsbesluit goed te keuren, waarin meteen ook de instandhoudingsdoelstellingen voor dit gebied (S-IHD) worden opgenomen. De habitatrichtlijn of de Europese Richtlijn 92/43/EEG heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding en het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. De belangrijkste maatregel is de aanduiding van Speciale Beschermingszones. Dit bestand vervangt het vroeger verspreide bestand met de afbakeningen van de Habitatrichtlijngebieden en bevat aanvullende afbakeningen ten opzichte van de afbakeningen van de Habitatrichtlijngebieden op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 24/05/2002. Deze dataset wordt op twee manieren ontsloten: -De habitatrichtlijngebieden, waarin gebieden die bestaan uit meerdere polygonen worden beschouwd als één element. Dit resultaat wordt bekomen door een dissolve-operatie uit te voeren op de oorspronkelijke dataset. -De habitatrichtlijndeelgebieden, waarbij er afzonderlijke polygonen zijn per deelgebied.ShapefileGML
- De laag geeft de kritische depositiewaarden (KDW) voor vermesting binnen habitatrichtlijngebied weer van de actuele habitats en de tot doel gestelde habitats in de voorlopige zoekzones en het passend beheer.GeoPackageGML
- In opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), Cel Groenbeleid, voerde het Agentschap voor Geografische Informatie (AGIV) een classificatie uit van de IKONOS beelden (2002-2003) om er bruikbare informatie voor het stedelijk groenbeleid uit te distilleren. Met relatief een hoge nauwkeurigheden (90%) bleek het mogelijk om over gans Vlaanderen de vegetatie in kaart te brengen. Het onderscheid tussen “landbouw groen” en “stedelijk groen” werd gemaakt aan de hand van de Landbouwpercelenkaarten van 2002 en 2003. Binnen de vegetatie werd nog een bijkomend onderscheid gemaakt tussen “gras” en “begroeiing” (nauwkeurigheid 70%-85%).GeoTIFF
- Dit bestand bevat de afbakeningen van de vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 17 oktober 1988, 20 september 1996, 23 juni 1998, 17 juli 2000 en 22 juli 2005. De vogelrichtlijn of de Europese Richtlijn 2009/147/EG heeft tot doel de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te bevorderen. De belangrijkste maatregel is de aanduiding van Speciale Beschermingszones. In deze gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de vogelsoorten en van hun leefgebieden. De aanduiding of afbakening van de gebieden is gebeurd op het terrein op analoge kaarten. De digitalisering is gebeurd op het scherm met behulp van middenschalig kaartmateriaal op schaal 1/25.000 of op 1/50.000.ShapefileGML
- De PNV geeft weer welke Potentieel Natuurlijke Vegetatie zich zou kunnen ontwikkelen bij een natuurlijke verbossing. Met menselijke ingrepen die hydrologie, bodem e.d. sterk wijzigen, werd geen rekening gehouden. De kaart wordt optimaal gebruikt op schaal 1:20.000. De kaart is geschikt voor landschapsstudies, ecosysteemvisies e.d. maar minder voor detailstudies (beheersplannen, MER's, ... ). De kaart werd immers ontwikkeld uit de digitale bodemkaart en neemt de fouten ervan gedeeltelijk over. In zeepolders en polders in het brakwatergebied langsheen de Schelde is bos geen climax en deze gebieden werden niet ingekleurd.Esri ShapeGML
- De laag toont de maatwerkgebieden zoals opgenomen in bijlage 3 tot en met bijlage 7 van het stikstofdecreet. Het betreft habitatrichtlijngebieden, of delen ervan, en een contour van 2 km rond deze gebieden, zoals beschreven in artikels 41 en 44 van het stikstofdecreet.GeoPackageGML
- Op voorliggende kaart wordt de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) voor eutrofiëring (of vermesting) van de Europees te beschermen stikstofgevoelige habitats in de Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in Vlaanderen weergegeven in de tinten geel-oranje-rood. De groene gebieden zijn de stikstofgevoelige habitats waarbij de KDW niet in overschrijding zijn. De KDW is de hoeveelheid depositie (kilogram stikstof per hectare per jaar of kg N/ha.jaar) voor een bepaald ecosysteem waaronder er op lange termijn, volgens de huidige wetenschappelijke kennis, geen betekenisvolle verandering in de biodiversiteit optreedt. Voor ieder habitattype is een specifieke KDW bepaald. De overschrijdingskaart is opgemaakt door het VITO op basis van volgende gegevens: (A) De gemodelleerde deposities van eutrofiërende stoffen op basis van VLOPS23, dat gebruik maakt van emissie- en meteogegevens van het jaar 2021; (B) De BWK-habitatkaart versie 2023; (C) De voorlopige zoekzones voor instandhoudingsdoelstellingen - versie 0.2 en (D) de natuurstreefbeelden (passend beheer) zoals opgenomen in de natuurbeheerplannen, versie januari 2024. De kaartlagen B, C en D zijn samen ook beschikbaar als KDW-kaart versie 2024.GeoPackageGML
- Het product is de integratie van enerzijds de gebieden van het VEN die opgenomen waren in de beslissing van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 en anderzijds de gebieden van het VEN en de natuurverwevingsgebieden die afgebakend zijn in de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het bestand is geschikt voor gebruik op middenschalig niveau, maximale schaal 1/25.000. Het bestand heeft geen juridische waarde. Het bestand wordt geactualiseerd op basis van nieuwe gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of vernietigingen hiervan door de Raad van State.ShapefileGML
- De bosleeftijdskaart (1771 - 2001) combineert de gegevens van volgende 4 kaarten:1. De Ferrariskaarten (opgemaakt tussen 1771 en 1778)2. De kaarten van Vandermaelen (opgemaakt tussen 1846 en 1854)3. De 3de editie van topografische kaarten op 1:20.000 (het merendeel werd opgemaakt tussen 1910 en 1940)4. De actuele bebossing volgens de boskartering, versie 2001.Op deze 4 kaarten werd enkel het onderscheid gemaakt tussen bos en niet-bos. De bosleeftijdskaart wordt optimaal gebruikt op schaal 1/50.000. De kaart is geschikt voor landschapsstudies, ecosysteemvisies e.d. maar minder voor detailstudies (beheersplannen, MER's, ... ). Ze kan in dergelijke gevallen wel een eerste indruk geven van de boshistoriek, maar het is sterk aan te bevelen om zoveel mogelijk historisch kaartmateriaal te bekijken om aan de beperkingen van de bosleeftijdskaart, nl. de geografische onnauwkeurigheid en het beperkt aantal bronnen, te verhelpen.Esri ShapeGML