Deze dataset wil een vervolg zijn op de eerste afbakening van de ecodistricten, die werd opgesteld door het Instituut voor Natuurbehoud en opgenomen in het Structuurplan Vlaanderen, deelfacet Open Ruimte (1993). Voor het opstellen van een concept voor een verfijnde ecologische indeling in Vlaanderen werd teruggegrepen naar het theoretisch uitgewerkte voorbeeld van Nederland. De theorie geeft een nauwkeurige beschrijving van de ecologische hierarchische niveaus. Bovendien is de context van de Nederlandse ecologie behoorlijk aanschouwelijk als voorbeeld voor een Vlaamse indeling. Er werd uitgegaan van een eenduidige definitie voor ecodistricten, die later aangepast werd aan de Vlaamse context (de ecologische situatie enerzijds en de beschikbaarheid van al dan niet gebiedsdekkende informatie anderzijds).
Filter
83 resultaten
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
- Esri Shape
- Generalisatie van de Belgische bodemkaart (1 : 20 000). Samenvoegen van bodemkaarteenheden tot zones, gekenmerkt door bodem-, reliëf- en hydrologische landschapkenmerken, die de intrinsieke geschiktheid van het gebied bepalen. Aan de gegenereerde zoneringseenheden zijn gevoeligheden en kwetsbaarheden gekoppeld, evenals een indicatie van kwel/infiltratie. De "inhoudelijke legende" verschilt naargelang de regio. De informatie is het resultaat van de studie "Kartering van het Fysisch Systeem en de Ruimtelijke structuren in Vlaanderen op schaal 1 : 50 000" (Stichting Plattelandsbeleid) in 1994, in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij.Esri ShapeGML
- Deze dataset geeft de bebossing op de 3de editie van de topografische kaarten op 1:20.000 (1910 - 1940) weer. Zeer geschikt als aanvulling bij de bosleeftijdskaart of voor specifiek onderzoek zoals het lokaliseren van ontbossingen. Het gebruik voor detailstudies wordt afgeraden, tenzij voor een terreinverkenning. De 3de editie van de topografische kaarten vertonen immers geografische afwijkingen. Deze kaart werd voor vectorisatie van historische bossen geselecteerd omdat automatisering mogelijk was. Als informatiebron heeft de kaart als nadeel dat ze als gevolg van WOI over een ruime periode tot stand gekomen is. Oost- en West-Vlaanderen (inclusief 1:50.000 nummers 15, 22, 30 en 38) werden gekarteerd rond 1910. De oostelijke helft van Vlaanderen werd gekarteerd in de jaren '20 en '30. Sommige kaartbladen (19/7, 19/8, 20/5, 28/8 en 30/3) werden zelfs niet opnieuw gekarteerd in het begin van de 20ste eeuw en geven dus de situatie weer van rond 1885.Esri ShapeGML
- Deze dataset geeft de bebossing op de kaarten van Vandermaelen (opgenomen in de periode 1846-1854) weer. Deze datasets is geschikt als aanvulling bij de bosleeftijdskaart of voor specifiek onderzoek zoals het lokaliseren van ontbossingen. Het gebruik voor detailstudies wordt afgeraden, tenzij voor een terreinverkenning. De kaarten van Vandermaelen vertonen immers geografische onnauwkeurigheden.Esri ShapeGML
- Geografisch vectoriële lijnen-dataset met de verspreiding en typologie van ecologisch waardevolle waterlopen van het Vlaamse Gewest. De informatie is de samenvoeging van de resultaten van de studie 'Onderzoek naar de verspreiding en de typologie van ecologisch waardevolle waterlopen in het Vlaamse Gewest' die werd uitgevoerd door de Universitaire Instelling Antwerpen, Departement Biologie. in opdracht van het Ministerie van de Vlaanse Gemeenschap, AMINAL, Afdeling Water. Dit onderzoek is is uitgevoerd in de periode 1998 - 1994.Het basisbestand is gemerkt met de oude COI waterlopencode.Niet meer geactualiseerd sinds 31/12/2004.Niet gekend
- De bosleeftijdskaart (1771 - 2001) combineert de gegevens van volgende 4 kaarten:1. De Ferrariskaarten (opgemaakt tussen 1771 en 1778)2. De kaarten van Vandermaelen (opgemaakt tussen 1846 en 1854)3. De 3de editie van topografische kaarten op 1:20.000 (het merendeel werd opgemaakt tussen 1910 en 1940)4. De actuele bebossing volgens de boskartering, versie 2001.Op deze 4 kaarten werd enkel het onderscheid gemaakt tussen bos en niet-bos. De bosleeftijdskaart wordt optimaal gebruikt op schaal 1/50.000. De kaart is geschikt voor landschapsstudies, ecosysteemvisies e.d. maar minder voor detailstudies (beheersplannen, MER's, ... ). Ze kan in dergelijke gevallen wel een eerste indruk geven van de boshistoriek, maar het is sterk aan te bevelen om zoveel mogelijk historisch kaartmateriaal te bekijken om aan de beperkingen van de bosleeftijdskaart, nl. de geografische onnauwkeurigheid en het beperkt aantal bronnen, te verhelpen.Esri ShapeGML
- Deze dataset geeft de bebossing op de Ferrariskaarten (1771-1778) weer. Zeer geschikt als aanvulling bij de bosleeftijdskaart of voor specifiek onderzoek zoals het lokaliseren van ontbossingen. Het gebruik voor detailstudies wordt ten zeerste afgeraden, tenzij voor een terreinverkenning. De Ferrariskaarten vertonen immers belangrijke geografische fouten. Men moet goed beseffen dat de Ferrariskaarten een momentopname zijn zoals alle andere kaarten en dat het landgebruik in Vlaanderen reeds voor 1800 een grote dynamiek kende. Locaties die op de Ferrariskaarten als bos staan aangeduid, zijn dus niet noodzakelijk 'nooit ontgonnen'. Een klein deel van het huidige Vlaanderen (Lommel, een stukje van Voeren, Westouter) behoorde niet tot de Oostenrijkse Nederlanden en wordt bijgevolg niet weergegeven op de kaarten van Ferraris.Esri ShapeGML
- De PNV geeft weer welke Potentieel Natuurlijke Vegetatie zich zou kunnen ontwikkelen bij een natuurlijke verbossing. Met menselijke ingrepen die hydrologie, bodem e.d. sterk wijzigen, werd geen rekening gehouden. De kaart wordt optimaal gebruikt op schaal 1:20.000. De kaart is geschikt voor landschapsstudies, ecosysteemvisies e.d. maar minder voor detailstudies (beheersplannen, MER's, ... ). De kaart werd immers ontwikkeld uit de digitale bodemkaart en neemt de fouten ervan gedeeltelijk over. In zeepolders en polders in het brakwatergebied langsheen de Schelde is bos geen climax en deze gebieden werden niet ingekleurd.Esri ShapeGML
- Bij de opmaak van een natuurbeheerplan, een projectsubsidie natuur, of andere gelijkgestelde instrumenten ter realisatie van de IHD (instandhoudingsdoelstellingen), kunnen welbepaalde natuurstreefbeelden tot doel gesteld worden voor vegetaties, leefgebieden van soorten of procesgestuurde natuur. Het Instandhoudingsbesluit (BVR 20/06/2014, art. 8) stelt echter dat het realiseren van de Europees te beschermen boshabitattypen niet mag leiden tot een betekenisvolle verslechtering of achteruitgang van de zgn. vegetaties van regionaal belang (VRB’s), zoals gespecificeerd in bijlage bij het besluit. De VRB’s zijn gedefinieerd aan de hand van welbepaalde karteringseenheden uit de Biologische Waarderingskaart (BWK) en Natura 2000 Habitatkaart. Door deze selectie te vertalen naar een ruimtelijk bestand is het voor elke opsteller van een natuurbeheerplan duidelijk op welke percelen of delen van percelen art. 8 van het Instandhoudingsbesluit van toepassing is.Deze kaartlaag geeft de best beschikbare informatie anno 2018 weer over de verspreiding van de vegetaties van regionaal belang. Dit kan een vereenvoudiging zijn van de werkelijkheid op terrein. Te allen tijde geldt de reële situatie op het terrein voor toepassing t.b.v. het beleidsmatig en wettelijk kader.Noch de auteurs noch het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke fouten en de gevolgen die daaruit kunnen voortvloeien.Esri ShapeGMLEsri File Geodatabase
- Watervlakken 1.1 is een gegeorefereerd digitaal bestand van stilstaande oppervlaktewateren in Vlaanderen. Het bestand, opgebouwd door combinatie van bestaande topografische kaartlagen, orthofotobeelden, het digitaal terreinmodel Vlaanderen versie II en in beperkte mate veldwerk, omvat 88.713 polygonen met een grootte tussen 1,5 m² en 2,46 km² en kan beschouwd worden als de meest volledige weergave van stilstaande wateren die momenteel voor het Vlaamse grondgebied beschikbaar is. In die zin kan het gebruikt worden voor een breed scala aan toepassingen in onderzoek, beleidsvoorbereiding en -uitvoering, beheerplanning en -evaluatie waarbij de verspreiding en kenmerken van stilstaande wateren een rol spelen. ‘Watervlakken’ verschaft tevens een unieke referentie voor het verdere gegevensbeheer betreffende dergelijke waterlichamen.Bij deze nieuwe uitgave van Watervlakken (1.1) werd gebruik gemaakt van de orthofotobeelden van 2018 en 2019 en het digitaal terreinmodel Vlaanderen. Hierbij werden 1261 UTM-hokken, goed voor 31,5% van het Vlaams Gewest, systematisch gereviseerd. Tevens werden ad hoc meldingen van gebruikers en terreinwaarnemingen aangewend om nieuwe watervlakken te digitaliseren, vormcorrecties aan te brengen en gedempte plassen te verwijderen uit de kaartlaag. Voor een aantal watervlakken werden gegevens over waterdiepte en connectiviteit in de attributentabel opgenomen.Esri ShapeGML
- Sinds meerdere decennia staat het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in voor de aanleg, de selectie en het beheer van levende collecties van bomen en struiken.Deze collecties dienen een drievoudig doel, met name i. Uitgangsmateriaal ii. Proefpercelen en iii. Basiscollecties.UitgangsmateriaalBosbouwkundig uitgangsmateriaal omvat levende collecties van bomen en struiken die de basis vormen voor de productie van bosbouwkundig teeltmateriaal zoals zaden, plantendelen en plantgoed. In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (3 oktober 2003) mag teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht enkel geoogst worden op erkend uitgangsmateriaal.Het erkend uitgangsmateriaal wordt als “toegelaten eenheid” met een unieke referentiecode ingeschreven in het Register van het Bosbouwkundig Uitgangsmateriaal dat door het INBO wordt bijgehouden.ProefpercelenIn 1948 werd aan het INBO (toenmalig Instituut voor Populierenteelt) een selectie- en veredelingsprogramma rond populier uitgebouwd, gericht op voorbrengen van populierenklonen gekenmerkt door een hoge en kwalitatief hoogwaardige houtproductie. Vanaf de jaren ’80 werd dit veredelingsprogramma verder uitgebreid naar andere economisch belangrijke boomsoorten zoals wilg, boskers, gewone es, zwarte els, gewone esdoorn en wintereik.Ter ondersteuning van dit veredelingsonderzoek werden talloze veldproeven aangelegd waarin periodisch meerdere bosbouwkundig relevante kenmerken werden gemeten en geobserveerd (groeikracht, vorm, ziekteresistentie, fenologie).In het kader van de klimaatverandering worden sinds enkele jaren bijkomende veldproeven aangelegd. Doelstelling is het aanpassingsvermogen van boom- en struiksoorten in beeld te brengen door het uitvoeren van observaties in jaren met uiteenlopende klimatologische condities en in veldproeven aangelegd op sterk verschillende standplaatsen.BasiscollectiesAan het INBO worden sinds meer dan een halve eeuw basiscollecties aangelegd van diverse boom- en struiksoorten. Enerzijds vormden deze uiterst waardevolle collecties de basis van jarenlange veredelingsprogramma’s van economisch waardevolle boomsoorten met als einddoel de selectie of creatie van genetisch hoogwaardig uitgangsmateriaal.Anderzijds werden recenter meerdere collecties aangelegd in functie van het behoud van waardevolle (autochtone) genotypes en/of populaties van inheemse boom- en struiksoorten.
- Watervlakken 1.2 is een gegeorefereerd digitaal bestand van stilstaande oppervlaktewateren in Vlaanderen. Het bestand, opgebouwd door combinatie van bestaande topografische kaartlagen, orthofotobeelden, het digitaal terreinmodel Vlaanderen versie II en in beperkte mate veldwerk, omvat 93.135 polygonen met een grootte tussen 1,45 m² en 2,47 km² en kan beschouwd worden als de meest volledige weergave van stilstaande wateren die momenteel voor het Vlaamse grondgebied beschikbaar is. In die zin kan het gebruikt worden voor een breed scala aan toepassingen in onderzoek, beleidsvoorbereiding en -uitvoering, beheerplanning en -evaluatie waarbij de verspreiding en kenmerken van stilstaande wateren een rol spelen. ‘Watervlakken’ verschaft tevens een unieke referentie voor het verdere gegevensbeheer betreffende dergelijke waterlichamen.Voor versie 1.2 werden 843 2 x 2 kilometerhokken systematisch gereviseerd, voornamelijk gelegen in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg. Daarbij werd ook de gehele duinregio opnieuw gereviseerd om ook de meest recente herinrichtingen op te nemen. De provincie West-Vlaanderen is hierdoor nu volledig gereviseerd sinds versie 1.0. De gereviseerde hokken in Watervlakken 1.1 en Watervlakken 1.2 beslaan samen 57% van de oppervlakte van Vlaanderen. Gemiddeld werden er per gereviseerd hok in Watervlakken 1.2 zes watervlakken bijgetekend of aangepast van vorm.In vergelijking met versie 1.1 werden 5.429 nieuwe watervlakken toegevoegd, dit betreft hoofdzakelijk nieuw aangelegde poelen, tuinvijvers en zwemvijvers. Van 948 watervlakken werd de vorm aangepast op basis van de meest recente orthofoto’s (Informatie Vlaanderen 2019, 2020). Deze zijn zowel toe te schrijven aan effectieve veranderingen op het terrein (heraangelegde oevers en plassen en effecten van langdurige veranderingen in waterpeil), als aan correcties van eerdere digitalisaties. Verder werden 1.007 watervlakken verwijderd die door demping of andere herinrichtingen uit het landschap zijn verdwenen.Esri ShapeGMLGeoPackageEsri File Geodatabase