Heb je een geit of overweeg je om er een te houden? Ontdek wat erbij komt kijken, van voeding en verzorging tot het voorzien van een geschikt verblijf.
In een notendop
Voer: Ik heb veel ruwvoer nodig, maar zoek het liefst zelf uit wat ik eet.
Weide: Ik ben een echte spring-in-het-veld en moet kunnen klauteren. Regen haat ik, dus beschutting heb ik echt nodig.
Temperatuur: Zowel hitte als koude verdraag ik slecht.
Stal: Ik heb een droge, luchtige stal nodig.
Drinkbaar water: Ik heb elke dag vers water nodig want ik heb een hekel aan vuil water.
Giftige planten: Ik ben gevoelig aan allerlei giftige planten. Geef mij dus zeker geen haagsnoeisel en let op de kruiden in mijn weide.
Sociaal: Ik ben een kuddedier en word zeer ongelukkig als je me alleen houdt.
Ben je geschikt als geiten-eigenaar?
Geiten zijn vriendelijke en leuke dieren, maar je hebt wel wat kennis, ruimte én een goede omheining nodig om de dieren goed te kunnen houden. De volgende vragen helpen je om te bedenken of het houden van geiten bij je past:
- Heb je genoeg ruimte en een stal om een kudde geiten te houden?
- Heb je een manier om de mest van de dieren kwijt te geraken?
- Heb je tijd om dagelijks voor de dieren te zorgen?
- Kan je in de lammertijd extra veel bij de dieren zijn?
- Kan je 10 of 20 jaar voor de geiten zorgen?
- Kan je ongeveer 20 euro per maand spenderen per geit, of heb je eigen weides die de voederkost dekken?
Geiten zijn kuddedieren. Bekijk dus of je de ruimte hebt om minstens twee, maar liefst meer dieren te houden.
Waar haal je een geit?
Er is heel wat wetgeving over het houden van geiten. Zorg dat je dus op de hoogte bent van de nationale en plaatselijke regels. Voor alle geiten is er een identificatie- en registratieplicht en iedereen die geiten houdt, moet een beslagnummer hebben. Ieder dier moet in elk oor een oormerk dragen. Je vindt de nodige documenten op de website van Diergezondheidszorg Vlaanderen(opent in nieuw venster). Er zijn nog allerlei andere regels, bijvoorbeeld rond ziekteregistratie en verplaatsingsregisters. Je vindt die informatie op de website van het Federaal Voedselagentschap (FAVV)(opent in nieuw venster).
Koop geen dieren waarvan je de achtergrond niet kent. Je vraagt dus best raad aan een ervaren fokker of een fokvereniging, bijvoorbeeld:
- Steunpunt Levend Erfgoed(opent in nieuw venster)
- Kleine Herkauwers Vlaanderen(opent in nieuw venster)
- Belgische Dwerggeiten Organisatie(opent in nieuw venster)
Let op de toestand van de geit die je wil kopen. Koop nooit een dier dat er niet gezond uit ziet. Als je zieke, verwaarloosde dieren ziet, of merkt dat de verkoper zich niet aan de regels houdt, dan meldt je dit het beste bij de Dienst Dierenwelzijn Meldpunt verwaarloosde en mishandelde dieren.
Als je al een kudde hebt en je wil een nieuwe geit toevoegen, hou deze dan 4 weken in quarantaine. Gebruik die periode om de klauwen van het nieuwe dier te verzorgen en te ontsmetten. Het is ook een goed moment om het nieuwe dier te ontwormen.
Hoeveel kost een geit?
De prijs van een geit hangt sterk af van het ras en de leeftijd van het dier. Reken op enkele tientallen tot meer dan 200 euro.
De grootste kosten zijn de weide met omheining en de stal:
- Een stal kost ongeveer 2000 euro
- Een weide van 0,5 ha huren kost ongeveer 800 euro per jaar
Voor het voeder moet je rekenen op 10 tot 30 euro per maand gedurende de wintermaanden of als je weinig gras hebt en moet bijvoederen met hooi. Een kleine baal hooi kost tussen de 3 en 5 euro.
Vaccinaties, ontworming en andere dierenartskosten bedragen minimum 75 euro per jaar en kunnen hoger oplopen.
Wat heeft een geit nodig?
Geiten zijn kuddedieren die graag dingen samen doen. Ze hebben een grote weide en een stal nodig.
Geiten zijn sociale dieren. Hou dus steeds meerdere dieren en niet een enkele geit. In een geitenkudde bestaat een stabiele rangorde. Bepaalde dieren zijn dominant, wat een probleem kan vormen als er een tekort is aan bijvoorbeeld voeder of slaapruimte. De dieren die laag in de rangorde zitten, geraken dan vaak niet aan genoeg voeder, maar ook de dominante dieren hebben er merkbaar meer stress door. Voorzie om competitie (en agressie) in de stal te vermijden voldoende ligruimte, drink- en voederplaatsen, enz.
Een kale weide met enkel gras is niet geschikt, geiten hebben beschutting van struiken of bomen nodig. In de koude maanden zullen geiten de zon opzoeken om op te warmen. Als het te warm wordt, kruipen ze in de schaduw uit de felle zon. Bescherm wel de bomen, want anders worden ze zo goed als zeker geschild en sterven ze af. Een stevige bodem is belangrijk voor de klauwgezondheid.
Geiten zijn oorspronkelijk bergdieren en hebben dus grote behoefte aan bewegen en klauteren. Voorzie oude boomstammen, rotsblokken of een serie houten platforms in de weide zodat de dieren kunnen klimmen.
Door het geklauter en de nieuwsgierigheid van geiten moet je omheining zeer stevig zijn. Je kan schapengaas gebruiken, maar voor kleinere rassen is een afrastering met nog kleinere mazen beter. In alle gevallen reken je er best op dat de omheining zeker een meter hoog moet zijn. Sommige grotere geiten slagen er nog in hierover te springen. De geiten zetten er vaak hun voorpoten tegen, kies dus voor stevige palen. Een stroomdraad aan de binnenkant kan nuttig zijn. De omheining is ook heel belangrijk om roofdieren, zoals honden, buiten te houden. Hiervoor kan een elektriciteitsdraad bovenlangs gespannen worden.
Aan nattigheid hebben geiten een hekel: beschutting tegen regen en wind is dus noodzakelijk. Afhankelijk van het ras verdragen geiten temperaturen tussen 6 en 27 °C. Zeker jonge dieren hebben snel last van de koude. Een ruime stal waar de hele kudde tegelijk in kan, is dus onontbeerlijk.
Om stress en agressie te beperken is het best dat de stal niet gewoon een open ruimte is. Hoe kleiner de stal is, hoe belangrijker het is dat zwakkere dieren zich ergens kunnen terugtrekken en verstoppen voor dominante dieren. Enkele tussenmuurtjes, plateaus, of iets dergelijks zijn normaal voldoende daarvoor. Een goed geplaatste hooiruif is ook hiervoor nuttig. Ze mogen natuurlijk nergens in de val komen te zitten.
Voorzie verhoogde ligplaatsen waarop de geiten kunnen rusten. Geiten die het goed kunnen vinden met elkaar, zullen dicht bij elkaar (of zelfs tegen elkaar) rusten. Andere dieren houden ze liever op een afstand. Als het kan, gaan ze tegen een muur liggen en niet in het midden van de stal. Voldoende ligplaats is alleszins nodig om stress te vermijden. Reken op 1 tot 2 m² per dier.
Wanneer er gevoederd wordt, zullen alle geiten tegelijk willen komen eten. Voorzie daarom minstens één eetplaats per dier en maak die zo’n 0,5 m breed. Dat kan uiteraard meer zijn bij de grotere rassen. De concurrentie is groot tijdens de voedertijd, tussenschotten tussen de voederplaatsen hebben dus grote voordelen, maar zorg dat de geiten als het nodig is ook snel de eetplaats kunnen verlaten. Zeker als je veel geiten houdt, voorzie je ook best meerdere plaatsen in de stal waar gevoederd wordt. De minimumafstand tussen twee geiten hangt immers fel af van de relatie tussen de twee. Tussen sommige dieren is dat amper 0,5 m, maar dat kan oplopen tot 4 m.
Tijdens de lammertijd moeten geiten zich kunnen afzonderen van de kudde, zonder dat ze helemaal geïsoleerd zijn. Een aparte ruimte in de stal is een goede mogelijkheid. Er kan daardoor ook een goede binding tussen moeder en lam ontstaan.
De klauwen van geiten zijn gemaakt voor een harde, droge bodem. Dat is niet enkel in de weide belangrijk, maar ook in de stal. Een stevige en droge stalvloer is dus belangrijk. Een propere stal, met voldoende droog strooisel zorgt voor gezonde klauwen. Een goede vloer zorgt er ook voor dat de dieren niet uitglijden als ze zich krabben en schuren. Ook binnen hebben geiten een hekel aan vochtigheid, zorg dus voor een goede ventilatie, zonder tocht.
Geiten zijn herkauwers. Ze hebben daarom voldoende ruwvoer (vezelrijk) nodig. Krijgen ze dat niet, dan geraakt de werking van hun pens verstoord, wat hun gezondheid ernstig kan schaden. Geschikt ruwvoer is:
- Gras
- Hooi
- Hagen & struiken
- Bladeren & takken
Geiten zijn selectieve eters, dus ze zullen zeker niet alles opeten dat je aanbiedt. Je zal dus geregeld de overschotten moeten wegnemen.
De volgende planten zijn gevaarlijk voor geiten:
- Weidekruiden: Jakobskruiskruid, Sint-janskruid, bastaardklaver en goudhaver
- Planten in bermen en aan sloten: heermoes (paardenstaart), nachtschade-soorten, waterscheerling, smeerwortel
- Aan de bosrand: adelaarsvaren, eik (onrijpe eikels), knolamaniet
- Tuinplanten: taxus, buxus, herfsttijloos, rododendron, laurierkers, pruimen-, kersen- en appelbomen
In de wintermaanden en bij hoogdrachtige geiten is het nodig om extra te voeren, bijvoorbeeld met krachtvoer. Geef enkel voeder voor geiten. Daarin zit koper, wat geiten nodig hebben. In schapenvoer zit dit niet, dit is dus niet geschikt voor geiten. Let op dat je niet te veel krachtvoer geeft. Te veel krachtvoer krijgen kan zelfs dodelijk zijn voor een herkauwer.
Het is belangrijk dat er voldoende mineralen in het voeder zitten. Als geiten krachtvoer gevoederd krijgen, is dat meestal geen probleem. Krijgen ze enkel ruwvoer, dan is een liksteen nuttig. Gebruik best een liksteen voor geiten, een liksteen voor schapen is zeker niet geschikt.
Vaak wordt oud brood aan geiten gegeven. Dat kan af en toe (maximaal 2x/week) en in beperkte mate. Als je de dieren dagelijks brood geeft, zullen ze een tekort aan calcium krijgen. Dit kan leiden tot ontkalking van de beenderen met gevaar voor manken, breuken en andere gezondheidsproblemen.
Geiten drinken al zuigend. Ze drinken het liefst van een vrij wateroppervlak, dus een trog of een drinkschaal. Die zet je best niet te hoog, niet veel hoger dan de helft van de schofthoogte van de geiten. Om concurrentie te vermijden, zijn er zeker twee drinkplaatsen per stal nodig. Zorg dat er niet meer dan 15 geiten per drinkplaats zijn en zet deze ver genoeg uit elkaar. Geiten hebben een hekel aan vuil water, dus je moet dagelijks het water verversen. Hoeveel ze drinken hangt af van de temperatuur en de voeding. Ze drinken duidelijk meer als ze een lam zogen. Het kan oplopen tot 20 liter per dag per geit. Een automatisch drinksysteem is dus zeker niet overbodig als je veel geiten houdt.
Dagelijks
- Strooi de stal op (nieuw stro over de mest).
- Ververs het ruwvoer in de ruiven.
- Geef proper water.
- Neem even tijd om de dieren te bekijken, zo zie je best of ze gezond zijn en zich normaal gedragen.
Minstens eenmaal per week
- Verwijder de natte plekken uit de stal.
- Zorg voor voldoende nieuw strooisel in de stal.
- Controleer de afsluiting van de weide.
- Maak de waterbak proper.
Om de paar maanden
- Reinig en ontsmet de stal. Hoe meer dieren je houdt, hoe vaker je dat moet doen. Verwijder op dat moment alle demonteerbare materialen en verwijder al het los en aangekoekt vuil. Een hogedrukreiniger met een reinigingsmiddel is daarvoor handig. Spoel vuil en inweekmiddel af en zorg dat er geen plassen achterblijven.
- Controleer om de twee maanden de klauwen. In de natuur slijten de klauwen van geiten door de harde ondergrond. Bij ons (op een weide) is dat echter niet het geval. Als ze te ver doorgroeien, krult de teen op en krijgt de geit een ongezonde pootstand. Meestal zal je twee tot vier keer per jaar de klauwen moeten (laten) bijsnijden. Laat dit voordoen door een ervaren bekapper.
Gezondheid
Neem genoeg tijd om je dieren te bekijken. Op die manier herken je vaak al vroeg bepaalde problemen. Als er een probleem is met de voeding, dan hebben de geiten vaak een ruw of schurftig haarkleed of hangt er mest aan de achterhand. Dat laatste wijst op diarree en pensverzuring omdat ze normaal vrij droge keutels produceren. De normale lichaamstemperatuur van een geit ligt tussen 38,5 en 40 °C.
Let op de conditie van je geiten om in te schatten of ze gezond zijn. Druk met je hand op de ruggengraat. Voel je de wervels duidelijk liggen, dan is het dier te mager. Voel je de wervels zelfs met druk niet, dan is de geit te dik. Bij sommige rassen is de conditiescore iets anders, sommige zijn van nature mager gebouwd en bij andere mag je altijd behoorlijk wat spieren voelen. Informeer je bij rasverenigingen of ervaren kwekers. Een te dikke geit wordt vermoedelijk te veel gevoederd. Als een geit te mager is, krijgt ze misschien te weinig of ongeschikt voeder, maar het kan ook een teken zijn van ziekte.
Op de website van Dierengezondheidszorg Vlaanderen vind je veel informatie over aandoeningen bij geiten(opent in nieuw venster).
De belangrijkste gezondheidsproblemen zijn: