Gedaan met laden. U bevindt zich op: Oudere dieren Verzorging van huisdieren

Oudere dieren

Het hangt af van de gemiddelde leeftijd van de diersoort of je een dier “senior” of “oud” noemt. Binnen een diersoort kan dit ook verschillen naargelang het ras en het individuele dier.

Oudere dieren hebben meer zorg nodig dan hun jongere soortgenoten. Er kunnen ouderdomskwalen ontstaan, het dier wordt stram, kan een verstoord dag- en nachtritme hebben, heeft het sneller koud of te warm en moet meer rusten. Dit vraagt ook een aanpassing van de verzorger: je kan niet meer zomaar een dag weg, je maakt geen lange wandelingen meer en het verzorgen van een oud dier kan intensief zijn.

Oudere dieren verzorgen

  • Zorg voor een comfortabele rustplaats met een aangename temperatuur. De ligplaats moet zacht en proper zijn en de nodige ondersteuning bieden.
  • Oude weidedieren hebben het sneller koud. Ze hebben zeker goede stalling nodig. Hou de ligplaats comfortabel, schoon en droog.
  • Help de vacht verzorgen, vooral op de plaatsen die het dier niet meer zelf kan wassen. Ideaal hiervoor is een licht vochtige microvezeldoek waarmee je het dier aait. Met een warme, vochtige doek kan je ook het achterste van het dier proper maken.
  • Geef kwalitatief goede voeding . Kies bij voorkeur voor seniorvoeding als die beschikbaar is voor je diersoort, want die is aangepast aan de behoeften van een ouder wordend dier.
  • Laat de dierenarts elke 6 maanden een seniorencheck doen. Een regelmatig bloedonderzoek is ook aangeraden. Soms zijn bepaalde aandoeningen moeilijk te herkennen. Je dierenarts kan deze vroegtijdig opsporen zodat op tijd kan worden ingegrepen.
  • Het gedrag van oude huisdieren zoals honden en katten verandert soms. Ze zijn ’s nachts wakker, zijn angstiger, hebben oriëntatieproblemen of worden onzindelijk. Ze worden mogelijk minder sociaal en kunnen moeilijker lopen of springen . Dementie komt voor bij honden en katten, maar veel van deze gedragsveranderingen zijn te wijten aan pijn of ziekte. Neem daarom altijd contact op met je dierenarts.
  • Zet geld opzij voor hogere dierenartskosten, zoals voor medicatie en speciaal voer. De kosten voor medicatie kunnen gemakkelijk oplopen tot 100 euro per maand.

Ouderdomsklachten bij honden en katten

Ouderdomsklachten bij knaagdieren en konijnen

Wanneer is het juiste moment voor euthanasie?

De keuze om een dier te laten inslapen, is voor iedereen anders. Voor de levenskwaliteit en het welzijn van het dier is het belangrijk een objectieve afweging te maken tussen de pijn en ongemakken van het dier en de momenten dat het dier nog zichzelf kan zijn en plezier heeft.

De volgende vragen helpen je het juiste moment voor euthanasie te bepalen:

  • Heeft het dier pijn, en zo ja, wat kan daar nog aan gedaan worden?
  • Hoe graag eet het dier nog? Heeft het honger of raakt het ondervoed?
  • Hoeveel drinkt het dier? Heeft het veel dorst of uitdrogingsverschijnselen?
  • Is het dier nog vrolijk? Hoeveel goede dagen heeft het in verhouding tot moeilijke dagen?
  • Is het dier nog mobiel en in hoeverre bepaalt dit het welzijn van het dier?
  • Hoe goed verzorgt het dier zichzelf nog en kan het dier nog schoongehouden worden?

Schrijf de antwoorden van deze vragen op, en doe dit na 1 of 2 weken opnieuw. Overleg deze punten regelmatig met de dierenarts.

Als je eenmaal voor euthanasie hebt gekozen, dan kan je dit thuis in de vertrouwde omgeving doen. Zo hoeft het dier niet nog eens verplaatst te worden.

Mijn dier is gestorven, en nu?

Het is belangrijk om iedereen afscheid te laten nemen van het overleden dier, ook kinderen en andere dieren. Iedereen doorgaat zijn eigen rouwproces en het is belangrijk hiervoor de tijd te geven. Laat het dode dier nog even liggen zodat alle andere dieren het kunnen zien en besnuffelen. Zo voorkom je dat dieren later gaan zoeken naar hun huisgenoot.

Het verlies van een huisdier kan heel zwaar zijn. Als je extreem veel verdriet hebt, praat hier dan over, eventueel met de huisarts of een vertrouwenspersoon. Gun jezelf de tijd om stil te staan bij de mooie momenten die je had met het dier.

Het overleden dier kan je achterlaten bij de dierenarts, laten cremeren, begraven of laten ophalen. Hou hierbij rekening met de wetgeving.

Lees meer op ‘Gestorven huisdier’.