Aanpassing onroerende bezitsvoorwaarde sociaal wonen: eerste principiële goedkeuring
Eerder vernietigde de Raad van State de onroerende bezitsvoorwaarde voor sociale huisvesting. Op 25 april 2025 keurde de Vlaamse Regering een aanpassing aan de regelgeving voor een eerste keer principieel goed. De nieuwe bepaling zal nog geen gevolg hebben tot na de definitieve goedkeuring. We informeren uw lokaal bestuur al, maar de woonmaatschappijen volgen voorlopig nog altijd de vorige werkwijze.
Eerder vernietigde de Raad van State de onroerende bezitsvoorwaarde voor sociale huisvesting. Op 25 april 2025 keurde de Vlaamse Regering een aanpassing aan de regelgeving voor een eerste keer principieel goed. De nieuwe bepaling zal nog geen gevolg hebben tot na de definitieve goedkeuring. We geven u deze informatie graag al mee zodat u op de hoogte bent, maar voorlopig volgen de woonmaatschappijen nog altijd de vorige werkwijze.
De nieuwe bepaling
Volgens een nieuwe bepaling in deze regelgeving mag een potentiële kandidaat-huurder geen woning of bouwgrond bezitten, waarvan hij een gedeeltelijk zakelijk recht heeft vervreemd binnen drie jaar vóór de datum van inschrijving. Een kandidaat-huurder mag dus een gedeeltelijke eigendom bezitten, tenzij hij eerst volledig eigenaar was en binnen de drie jaar voor de inschrijving een deel heeft vervreemd, om de onroerende bezitsvoorwaarde te omzeilen.
Bij een toewijzing zijn de toelatingsvoorwaarden dezelfde als de inschrijvingsvoorwaarden. Hier geldt dus ook dat de kandidaat-huurder geen gedeeltelijk zakelijk recht mag hebben vervreemd voorafgaand aan de toewijzing, meer bepaald tussen de datum van de laatste actualisering en het moment van de controle van de toelatingsvoorwaarden. Als er nog geen actualisering heeft plaatsgevonden mag dit niet gebeuren tussen de datum van inschrijving van de kandidaat in het centraal inschrijvingsregister en het moment van de controle van de toelatingsvoorwaarden.
Rechtzetting schrappingen en beëindigingen van huurovereenkomsten
De voorbije jaren werden mogelijks kandidaat-huurders van de woonmaatschappijen bij de actualisering geschrapt omdat zij een gedeeltelijk zakelijk recht bezaten. Zij kunnen, na de definitieve goedkeuring van het BVR, aan hun woonmaatschappij vragen om hun oorspronkelijke plaats op de wachtlijst terug te krijgen.
Ook heeft de woonmaatschappij mogelijks huurders uit de woning gezet, door opzegging of ontbinding via de vrederechter, omdat zij een gedeeltelijk zakelijk recht verwierven tijdens de huurperiode of omdat ze een kosteloos verworven gedeeltelijk zakelijk recht niet tijdig vervreemdden. De minister wil deze huurders de kans geven om snel opnieuw een sociale woning te bewonen door degenen die dat wensen een voorrang voor toewijzing te geven.
Meer informatie na definitieve goedkeuring
We informeren de woonmaatschappijen later nog over de concrete uitwerking van deze maatregelen. De maatregelen kunnen pas uitwerking krijgen na de definitieve goedkeuring van de nieuwe regelgeving.
Helpdesk sociale huur
socialehuur.wonen@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)