Toon belangrijke data direct en expliciet op de grafiek:

• Geef cruciale gegevens direct weer bij grafiekelementen (bijvoorbeeld labels op data-punten in een lijn- of staafdiagram).
• Voeg waarden toe bovenop de staven of punten, zodat de gebruiker deze niet uit de assen hoeft af te leiden.
• Maak gebruik van kleuren, iconen of stijlen om directe visuele associaties te bieden, zoals stijging of daling.

Minimaliseer het gebruik van hover-interacties:

• Vermijd het verbergen van waarden achter hover-interacties, omdat deze niet altijd intuïtief zijn en moeilijk kunnen zijn voor mobiele gebruikers.
• Geef waar mogelijk de informatie meteen zichtbaar weer. Als extra details nodig zijn, bied dan hover-informatie als aanvulling, niet als vereiste.

Signaleer een klik-interactie duidelijk:

• Als een gebruiker moet klikken om waarden te zien, moet dit duidelijk visueel aangegeven worden. Voor dergelijke elementen waar een actie vereist is, zoals een lijnpunt in een grafiek, kan je markeringen gebruiken.
• Overweeg symbolen als markering (bijvoorbeeld kleine cirkels of vierkanten bij data-punten) die laten zien dat er aanvullende informatie beschikbaar is na een klik.
• Zorg ervoor dat deze visuele aanwijzingen duidelijk genoeg zijn, zonder de leesbaarheid van de grafiek te overbelasten.

Lees hier meer over het niet verbergen van interacties.

Verplaats de mentale belasting zoveel mogelijk van de gebruiker naar het ontwerp. Elk element moet een logische en onmiddellijke toegang tot de benodigde data bieden.