Onder communicatie van niveau 4 verstaan we alle communicatie naar zowel een breed als specifiek publiek die kadert in samenwerkingsverbanden tussen entiteiten van de Vlaamse overheid onderling (intern) en tussen entiteiten en organisaties die niet tot de Vlaamse overheid behoren (externen).

Deze richtlijnen zijn van toepassing op interne en externe, digitale en niet-digitale en formele en informele communicatie van alle entiteiten.

Communiceer je naar een internationaal publiek? Raadpleeg dan de internationale huisstijlgids.

Communiceer je in Brussel naar een Nederlandstalig publiek? Voeg dan het N-logo toe aan je communicatie. Alle info over het N-logo vind je op de huisstijlsite.

Het gebruik van het logo van Vlaanderen is een basisvereiste om de steun van de Vlaamse overheid zichtbaar te maken. Wil je die zichtbaarheid vergroten? Leg dan in de overeenkomst extra afspraken vast en vraag actief om bijkomende communicatiemogelijkheden.

Zo pak je het aan:

• Vraag tijdig informatie over de communicatiestrategie, het plan van aanpak en de planning van het project of de organisatie die steun ontvangt.

• Voorzie promotiemateriaal bij fysieke evenementen, vergaderingen of bijeenkomsten (bv. flyers, folders, gadgets, roll-ups, stands of relatiegeschenken).

• Gebruik een boilerplate over Vlaanderen op de projectwebsite en neem die standaard op in persberichten en brochures. Pas de tekst aan aan het beleidsthema waarin de steun kadert.

• Maak afspraken rond sociale media: laat de organisatie de account van jouw entiteit taggen en vaste hashtags gebruiken zoals #vlaanderen, #vlaanderenverbeeldingwerkt of #vlaanderen_is_[thema].