Kamers en studentenkamers

Voor kamers en studentenkamers gelden een aantal specifieke regels. Er moet een minimum aan comfort zijn, zoals een individuele wastafel met warm water in elke kamer. Er moeten ook voldoende gemeenschappelijke functies (bad of douche, toilet en keuken) aanwezig zijn.

Een kamer is in principe bestemd voor een persoon, tenzij ze groot genoeg is (tenminste 18m²) dan mogen er twee personen verblijven, op voorwaarde dat ze een duurzame band hebben met elkaar (bijvoorbeeld een koppel of ouder en kind).

De gemeente kan via een gemeentelijk kamerreglement bijkomende lokale veiligheids- en kwaliteitsvereisten opleggen aan bestaande kamers.

Kamers voor seizoenarbeiders

De woningkwaliteitsnormen voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders houden rekening met de specifieke behoeften en problemen van de tuinbouwsector. De normen voor kamers voor seizoenarbeiders verschillen daarom van kamers en studentenkamers.

De oppervlakte van een kamer of slaapruimte voor seizoenarbeiders moet minstens 8 m² per persoon bedragen. Er staat geen grens op het aantal personen dat in een ruimte/kamer mag slapen, zolang de minimale oppervlakte van 8m² per persoon maar wordt gerespecteerd en het nodige comfort aanwezig is.

Een gebouw met kamers voor seizoenarbeiders moet over een gemeenschappelijke (leef-)ruimte beschikken. Die mag niet kleiner zijn dan 10m². Die minimumoppervlakte verhoogt naargelang het aantal bewoners.

Gewone kamers moeten elk over een individuele wastafel beschikken, voor seizoenarbeiders mag dat een gemeenschappelijke wastafel zijn (minimaal een wastafel per zes bewoners). Er moet minstens een gemeenschappelijk bad of douche per tien bewoners en een gemeenschappelijke WC per zes bewoners zijn.