Gedaan met laden. U bevindt zich op: Berekening van de planbatenheffing - voor RUP's voorlopig vastgesteld vanaf 15 april 2024

Berekening van de planbatenheffing - voor RUP's voorlopig vastgesteld vanaf 15 april 2024

De berekening van de planbatenheffing gebeurt per perceel. De planbatenheffing bedraagt tussen 25% en 50% van de vermoede meerwaarde van het perceel. De vermoede meerwaarde is het verschil in eigenaarswaarde voor en na de bestemmingswijziging door het RUP.

Opgelet: Het Instrumentendecreet zorgt voor wijzigingen aan de planbatenheffing. De informatie op deze pagina gaat over RUP’s die de planbatenheffing doet ontstaan die voorlopig vastgesteld zijn vanaf 15 april 2024. Kijk dus goed na of deze informatie op uw situatie van toepassing is.

Werkwijze

De berekening gebeurt altijd per kadastraal perceel afzonderlijk. De berekening van de planbatenheffing gebeurt in 2 stappen:

  • eerst wordt een vermoede meerwaarde vastgesteld
  • waarop nadien de heffing wordt berekend.

De detailberekening van de planbatenheffing voor uw concrete situatie is bijgesloten bij het aanslagbiljet.

Vaststelling van de vermoede meerwaarde

  • De vermoede meerwaarde is het verschil tussen de eigenaarswaarde vóór de bestemmingswijziging en de eigenaarswaarde na de bestemmingswijziging.
  • De vermoede meerwaarde wordt door de bevoegde Landcommissie(opent in nieuw venster) per kadastraal perceel vastgelegd in een meerwaarderapport.
  • Het ontwerp van meerwaarderapport wordt aan de eigenaars bezorgd; zij kunnen daar bezwaar tegen indienen bij de Landcommissie vooraleer het meerwaarderapport definitief wordt. Ook voor vragen kunnen eigenaars daar terecht.
  • Stap 1
    • De initiërende overheid - dat is de overheid die het RUP opmaakt, dus de gemeente, de provincie of het Vlaams Gewest - bezorgt de noodzakelijke gegevens van het RUP aan een van de vijf provinciale Landcommissies.(opent in nieuw venster)
    • Binnen de 30 dagen na de definitieve vaststelling van het RUP
    • De Landcommissie kan aanvullende gegevens opvragen, die ook binnen de 30 dagen bezorgd moeten worden. Tot zolang de gegevens niet ontvangen zijn, loopt de procedure niet verder.
  • Stap 2
    • De Landcommissie maakt een ontwerp van meerwaarderapport op en bezorgt het aan de initiërende overheid.
    • Binnen de 150 dagen na de ontvangst van de gegevens van het RUP.
  • Stap 3
    • De initiërende overheid kan technische opmerkingen geven op het ontwerp van meerwaarderapport.
    • Binnen de 30 dagen na ontvangst van het ontwerp.
  • Stap 4
    • De Landcommissie bezorgt het ontwerp van meerwaarderapport aan alle heffingsplichtigen die planbatenheffing zullen moeten betalen. Dat zijn de eigenaars van percelen die een bestemmingswijziging ondergaan waardoor een belastbare meerwaarde ontstaat.
    • Binnen de 210 dagen na ontvangst van de gegevens van het RUP van de initiërende overheid.
  • Stap 5
    • De heffingsplichtigen kunnen bezwaar indienen tegen het ontwerp van meerwaarderapport.
    • Bij de bevoegde Landcommissie(opent in nieuw venster) die het ontwerp opgemaakt heeft.
    • Binnen de 30 dagen na de ontvangst van het ontwerp van meerwaarderapport.
  • Stap 6
    • De Landcommissie stelt het meerwaarderapport definitief vast, nadat de eventuele bezwaren behandeld zijn.
    • Binnen de 90 dagen na het einde van de bezwaartermijn.
  • Stap 7
    • De Landcommissie bezorgt het definitieve meerwaarderapport aan alle betrokken partijen: de heffingsplichtige eigenaars, de initiërende overheid en de Vlaamse Belastingdienst.
    • Binnen de 30 dagen na de definitieve vaststelling van het meerwaarderapport.

Bijzondere regeling voor permanente bewoning in een recreatiezone voor weekendverblijven

In geval van een planologische oplossing van permanente bewoning in een recreatiezone voor weekendverblijven wordt voor de berekening van de vermoede meerwaarde de oppervlakte van de bestemmingswijziging beperkt tot een maximale oppervlakte van 2.750 m², als tegelijk aan volgende voorwaarden is voldaan :

  1. het betreft een bestemmingswijziging zoals vermeld in artikel 5.4.2, tweede lid; het moet dus gaan om een planologische oplossing van permanente bewoning in een recreatiezone voor weekendverblijven
  2. de bestemmingswijziging heeft niet tot gevolg dat het bestaande aantal woongelegenheden verhoogd kan worden.
  3. de bestemmingswijziging heeft niet tot gevolg dat het bouwvolume verhoogd kan worden tot meer dan 1.000 m³.
  4. de bestemmingswijziging heeft niet tot gevolg dat een verkavelingsvergunning voor het perceel afgeleverd kan worden.

De beperking van de oppervlakte is niet van toepassing op eventuele andere gelijktijdige bestemmingswijzigingen op het perceel.

Berekening van de heffing op de vermoede meerwaarde

De totale vermoede meerwaarde wordt opgedeeld in twee schijven, waarop telkens een tarief wordt toegepast. De som van de te betalen bedragen per schijf, vormt samen de planbatenheffing verschuldigd voor het perceel.

Gedeelte van de vermoede meerwaarde

%

van 0.01 tot en met 250.000 euro

25%

boven de 250.000 euro

50%