Gedaan met laden. U bevindt zich op: Berekening van de planbatenheffing - voor RUP's voorlopig vastgesteld vóór 15 april 2024

Berekening van de planbatenheffing - voor RUP's voorlopig vastgesteld vóór 15 april 2024

De berekening van de planbatenheffing gebeurt per perceel. De planbatenheffing bedraagt tussen 1% en 30% van de geschatte meerwaarde van het perceel. De meerwaarde wordt progressief belast per schijf.

Opgelet: Het Instrumentendecreet zorgt voor wijzigingen aan de planbatenheffing. De informatie op deze pagina gaat over RUP’s die de planbatenheffing doet ontstaan die voorlopig vastgesteld zijn vóór 15 april 2024. Kijk dus goed na of deze informatie op uw situatie van toepassing is.

Werkwijze

De berekening gebeurt altijd per kadastraal perceel afzonderlijk. De berekening van de planbatenheffing gebeurt in 2 stappen:

  • eerst wordt forfaitair een vermoede meerwaarde berekend
  • waarop nadien de heffing wordt berekend.

De detailberekening van de planbatenheffing voor uw concrete situatie is bijgesloten bij het aanslagbiljet.

Berekening vermoede meerwaarde

Afhankelijk van de aard van de bestemmingswijziging wordt een vermoede meerwaarde berekend, aan de hand van:

  • een forfaitair bedrag per m², afhankelijk van de aard van bestemmingswijziging. Het is logisch dat een bestemmingswijziging van “bos” naar “wonen” een grotere mogelijke meerwaarde creëert dan een bestemmingswijziging van “bos” naar “landbouw”.
  • de kadastrale oppervlakte van het betrokken perceel.

Als er meerdere bestemmingswijzigingen op eenzelfde perceel tegelijkertijd gebeuren, worden de overeenkomstige tarieven pro rata toegepast.

De vermoede meerwaarde wordt per bestemmingswijziging decretaal vastgelegd. Ze worden periodiek geactualiseerd. U vindt de historiek van de meerwaarden terug in de overzichtstabel meerwaarde per bestemmingswijziging(PDF bestand opent in nieuw venster).

Opgelet

  • De Vlaamse Belastingdienst moet verplicht de kadastrale oppervlakte van het perceel gebruiken. Deze kan licht afwijken van de werkelijke opgemeten oppervlakte.
  • Aangezien de vermoede meerwaarden per bestemmingswijziging decretaal zijn vastgelegd, kan u geen bezwaar aantekenen tegen de hoogte ervan.

Berekening van de heffing op de meerwaarde

De totale berekende vermoede meerwaarde wordt opgedeeld in een aantal schijven, waarop telkens een tarief wordt toegepast, gaande van 1% op de eerste schijf van 12.500 euro tot 30% op de schijf boven 500.000 euro.

De som van alle te betalen bedragen per schijf, vormt samen de planbatenheffing verschuldigd voor het perceel.

Indexering van de heffing

De vermoede meerwaarden per m² moeten vijfjaarlijks worden geactualiseerd.

  • De eerste cyclus liep van 1 januari 2009 tot 31 december 2013. Na de eerste cyclus werd niet meteen een actualisering doorgevoerd. Daarom moet de planbatenheffing geïndexeerd worden voor ruimtelijke uitvoeringsplannen die in werking getreden zijn vanaf 1 januari 2014.

Hoe?

De planbatenheffing wordt vermenigvuldigd met de gezondheidsindex voor de maand volgend op de maand van de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, en gedeeld door de gezondheidsindex voor de maand volgend op de maand van de inwerkingtreding van het decreet waarin het toepasselijke bedrag van de vermoede meerwaarde per m² voor het laatst werd vastgesteld of aangepast.

  • De tweede cyclus van 5 jaar met geactualiseerde vermoede meerwaarden per m² is gestart op 30/12/2017. Gedurende deze periode wordt het bedrag van de heffing niet geïndexeerd. Als na de tweede cyclus van 5 jaar actualisering uitblijft, moet het bedrag van de heffing opnieuw geïndexeerd worden voor RUP's met een datum van inwerkingtreding vanaf 31/12/2022.