Gedaan met laden. U bevindt zich op: Opschorting van de planbatenheffing

Opschorting van de planbatenheffing

In een aantal gevallen wordt de betaling van de planbatenheffing opgeschort. Zolang u aan bepaalde voorwaarden voldoet, moet de heffing niet betaald worden, zelfs als u al een aanslagbiljet hebt ontvangen.

Wanneer?

Als de Vlaamse Belastingdienst op het moment van inkohiering en verzending van het aanslagbiljet op de hoogte is van een reden tot opschorting van betaling, dan stelt die u daarvan op de hoogte. In zo’n geval wordt het aanslagbiljet en de kopieën aan de mede-eigenaars telkens samen verstuurd met een begeleidende brief. Daarin wordt uitgelegd dat er opschorting van betaling is en de daaraan gekoppelde voorwaarden.

Als u vrijwillig een opgeschorte heffing toch volledig betaalt, en u doet dat binnen het jaar na verzending van het aanslagbiljet, krijgt u automatisch een korting van 15% ook al werd er al een startfeit gesteld

Redenen voor opschorting

De opschorting kan alleen verleend worden na een tijdige aanvraag. Alleen als opschorting van betaling werd gegeven, kan de heffing uiteindelijk ook niet verschuldigd zijn; een afzonderlijke aanvraag tot vrijstelling is dus niet mogelijk.

Mogelijke redenen van opschorting zijn:

Onteigening of overdracht in der minne ten algemenen nutte

Het perceel zal onteigend worden en de onteigenende instantie deelt dit mee aan de Vlaamse Belastingdienst. Als de onteigening of overdracht in der minne ten algemenen nutte een feit is, kan de vrijstelling aangevraagd worden; als de onteigeningsbeslissing herroepen wordt, vervalt ook de opschorting;

Schorsing van het RUP zelf

De Raad van State of de Raad voor Vergunningsbetwistingen (vanaf 31 december 2024) schorst het RUP dat aanleiding geeft tot het heffen van planbaten. Als het RUP of een deel ervan vervolgens vernietigd wordt, dan vervalt de planbatenheffing. Als de Raad van State of de Raad voor Vergunningsbetwistingen (vanaf 31 december 2024) de schorsing beëindigt, vervalt ook de opschorting.

Onbebouwbaarheid van het perceel

  • Het perceel kan niet bebouwd worden omwille van redenen die eigen zijn aan het perceel zelf. Dit kan bijvoorbeeld zijn omwille van de fysieke toestand ervan (bv. waterziek), of door de vorm, de ligging of de beperkte omvang. Als de reden van het onbebouwbaar zijn ophoudt te bestaan, vervalt ook de opschorting;
  • Het perceel kan niet bebouwd worden door een erfdienstbaarheid van openbaar nut. Als de erfdienstbaarheid van openbaar nut wordt beëindigd, vervalt ook de opschorting.

Brownfieldconvenant

Het perceel maakt deel uit van een definitief gesloten brownfieldconvenant en aan elk van volgende voorwaarden is voldaan:

  • De belastingplichtige is actor bij het brownfieldconvenant.
  • Op de datum van inwerkingtreding van het RUP is het brownfieldconvenant nog niet gerealiseerd.
  • Het verzoek tot opschorting gebeurt binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzendingsdatum vermeld op het aanslagbiljet of binnen een termijn van drie maanden na de definitieve afsluiting van het brownfieldconvenant.

De opschorting vervalt van zodra de voorwaarden van het brownfieldconvenant niet of niet tijdig worden nageleefd. De opgeschorte heffing is in die gevallen alsnog verschuldigd.

De opgeschorte heffing is niet verschuldigd als wordt vastgesteld dat het brownfieldproject tijdig werd gerealiseerd conform de in het brownfieldconvenant opgenomen voorwaarden. In dit geval worden de reeds betaalde bedragen terugbetaald, zonder dat moratoriuminteresten verschuldigd zijn.

Opschorting aanvragen

Als u meent recht te hebben op een opschorting, dan meldt u dit best aan de Vlaamse Belastingdienst. U voegt documenten bij die kunnen aantonen (bijvoorbeeld: de weigering van een bouwvergunning).