Gedaan met laden. U bevindt zich op: Wijziging Decreet Integraal Waterbeleid: uitzondering op het achteruitgangsverbod voor de verplaatsing van verontreinigd water of sediment

Wijziging Decreet Integraal Waterbeleid: uitzondering op het achteruitgangsverbod voor de verplaatsing van verontreinigd water of sediment

Nota

Samenvatting

Bij de aanleg van riolering, wegen en woningen of bij bodemsaneringen en de uitvoering van bepaalde natuurherstelmaatregelen is tijdelijke bemaling vaak nodig om droog en veilig te kunnen werken. Wanneer dit bemalingswater verontreiniging zoals PFAS bevat, kan dit leiden tot problemen bij de vergunningverlening voor de lozing van het bemalingswater. Dit kan zelfs gelden als er geen netto toename van verontreiniging optreedt, maar enkel een verplaatsing van de verontreiniging binnen een natuurlijk verbonden watersysteem, omdat op het nieuwe lozingspunt een achteruitgang van de toestand kan optreden. Bij de verplaatsing van sediment speelt een gelijkaardige problematiek. Tijdens de Europese onderhandelingen over de herziening van de kaderrichtlijn Water werden deze knelpunten breed erkend. Op 23 september 2025 keurden de Europese Raad, Commissie en Parlement de herziening van de kaderrichtlijn Water goed waarin onder andere een bepaling is voorzien die de achteruitgang van de toestand van een oppervlaktewaterlichaam als gevolg van de verplaatsing van reeds aanwezige vervuiling in water en sediment onder bepaalde voorwaarden toestaat zolang er geen netto-toename van de vervuiling is. De Vlaamse Regering wijzigt nu principieel haar Decreet Integraal Waterbeleid om deze Europese bepaling om te zetten in intern recht. Het voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt voor advies ingediend bij de Minaraad en de SERV.