Gedaan met laden. U bevindt zich op: Uitoefening van een mandaat in een overlegorgaan: de syndicale delegatie - 1ste jaar (regio Brussel)

Uitoefening van een mandaat in een overlegorgaan: de syndicale delegatie - 1ste jaar (regio Brussel)

Opleidingsverstrekker

Formation, Education, Culture

Registratienummer

ODB-U00582

Geregistreerd

op: 22 mei 2025

Deze opleiding komt in aanmerking voor

  • Opleidingscheques
  • Vlaams opleidingsverlof

Aantal uren: 40 uur

Eindbeoordeling voorzien: nee

Blended leren: nee

Mentoropleiding: nee

Doelgroep

Vertegenwoordigers van werknemers in bedrijven met een mandaat voor vakbondsafvaardiging

Voorwaarden

  • Specifieke voorwaarden per opleidingsincentive

    Elke opleidingsincentive heeft zijn eigen specifieke voorwaarden om te bepalen of u recht heeft. Kijk na of u voldoet aan de voorwaarden van de opleidingsincentive waarvan u gebruik wil maken (Vlaams opleidingsverlof, Vlaams opleidingskrediet en opleidingscheques voor werknemers

  • Opleidingscheques: beperkende voorwaarde opleidingsniveau

    Deze opleiding kan u betalen met een opleidingscheque. Bent u hooggeschoold (u behaalde een graduaats-, bachelor- of masterdiploma)? Dan kan dat enkel als u een ‘attest loopbaanbegeleiding’ heeft van maximaal 6 jaar oud. In dit attest verklaart een loopbaanbegeleider dat de opleiding noodzakelijk is voor de uitvoering van uw persoonlijk ontwikkelplan (POP).

Inhoud van de opleiding

De opleiding heeft tot doel het bedrijf te analyseren als terrein voor vakbondsactie en de opbouw van machtsverhoudingen. De kenmerken en actoren van het bedrijf zullen worden geanalyseerd, met een focus op de complementariteit van overlegorganen, het werk en de werking van de syndicale delegatie (waarom? wie? welke rol?), en de opbouw van machtsverhoudingen (elementen die de capaciteit voor mobilisatie, legitimiteit, geloofwaardigheid en strategie opbouwen, de concepten van mandaat, vertegenwoordiging en delegatie, de principes van bemiddeling, informatief overleg). De rol en bevoegdheden van de vakbondsafvaardiging zullen worden geanalyseerd en de basisbeginselen van de sociale wetgeving zullen worden aangereikt. De onderwerpen aansluiting en onthaal van werknemers in de vakbond komen ook aan bod.

De doelstellingen zijn de ontwikkeling van een gedeelde visie op het bedrijf en zijn actoren, de ontwikkeling van een vakbondsdynamiek en het opbouwen van gezamenlijke onderhandelingsmacht door het identificeren van de actoren die betrokken zijn bij het sociaal overleg in het bedrijf.

De functies van de overlegorganen en de vakbondsafvaardiging zullen worden geanalyseerd, met hun respectieve wettelijke bevoegdheden en de actoren die bij elk orgaan betrokken kunnen zijn (preventieadviseur, arbeidsarts, bedrijfsrevisor, propagandist, enz.).Door middel van groepsoefeningen zal worden geprobeerd een gecoördineerde vakbondsactie te ontwikkelen voor een situatie op basis van de bijdragen van elk adviesorgaan en om een samenwerkingsdynamiek binnen de groep te ontwikkelen en de vaardigheden van de deelnemers als werknemersvertegenwoordigers te ontwikkelen. Tijdens deze groepsoefeningen kunnen de deelnemers ook hun communicatievaardigheden ontwikkelen om effectief en efficiënt informatie uit te wisselen in een werkcontext.

Aan het einde van de opleiding zullen de deelnemers kennis hebben opgebouwd over het statuut van de vakbondsafvaardiging (belangrijkste bevoegdheden, structuren), de hiërarchie en de belangrijkste bronnen van sociaal recht; ze zullen, in geval van een vraag van een werknemer over sociaal recht, weten welke juridische bronnen ze moeten raadplegen en hoe ze de informatie moeten interpreteren; ze zullen weten hoe ze de ACV-gids over sociaal recht moeten gebruiken en argumenten kunnen opbouwen om mensen te overtuigen lid te worden van het ACV en hen het belang van vakbondswerk te laten inzien.

De focus van de laatste twee dagen van de opleiding ligt op het begrijpen van de ecologische, economische en sociale transitie en het omgaan met de uitdagingen op het gebied van rechtvaardigheid en gelijkheid. De deelnemers worden gestimuleerd om zichzelf het perspectief aan te meten waarmee ze zowel binnen als buiten hun organisatie kunnen handelen binnen het kader van een rechtvaardige transitie om de werking ervan te optimaliseren.