Verkiezingscampagnes tijdens de sperperiode
De uitgaven en financiële verbintenissen voor verkiezingspropaganda(opent in nieuw venster) mogen bepaalde maximumbedragen niet overschrijden in de sperperiode. Die bedragen (per kandidaat en per partij)(opent in nieuw venster) vindt u op Verkiezingen.fgov.be.
Daarnaast zijn een aantal campagnemiddelen niet toegelaten tijdens de sperperiode. De partijen, de lijsten of de kandidaten en ook derden die voor hen propaganda voeren mogen:
- geen geschenken of gadgets verkopen of verspreiden
- geen commerciële telefooncampagnes voeren
- geen reclamespots op radio, televisie of in de bioscoop uitzenden
- geen gebruik maken van commerciële reclameborden of affiches
- geen gebruik maken van niet-commerciële reclameborden of affiches groter dan 4 m².
Voor verkiezingsaffiches langs autosnelwegen en gewestwegen gelden bijkomende regels(opent in nieuw venster). In sommige gevallen staat de overheid publiciteit op openbaar domein toe als de kandidaat de nodige vergunningen heeft of als de gemeente zelf de nodige dragers voorziet. In de meeste gevallen is affichering op openbaar domein echter verboden (bv. langs snelwegen).
Voor gepersonaliseerde communicatie met de kiezer (bv. verkiezingsdrukwerk op naam, e-mailboodschappen) moeten de kandidaten rekening houden met de nieuwe Europese privacywetgeving (AVG), in werking sinds 25 mei 2018. Kandidaten, lijsttrekkers en politieke partijen rekening moeten houden met verstrengde eisen in de verwerking en het bijhouden van persoonsgegevens(opent in nieuw venster).
Bijzondere regels voor overheidscommunicatie tijdens de sperperiode
Overheidscommunicatie moet te allen tijde politiek neutraal, informatief en objectief zijn. De communicatie mag zich zich niet lenen voor propaganda en ondersteuning van partijpolitieke of ideologische doeleinden.
Wat regeringsmededelingen betreft is bovendien uitdrukkelijk bepaald dat die het imago van de minister of de Vlaamse regering niet mogen bevorderen. Hetzelfde geldt voor de mededelingen van de voorzitter van het Vlaams Parlement.
Tijdens de sperperiode wordt het verbod op imagobevorderende mededelingen extra strikt geïnterpreteerd. De voorzitters van het federaal parlement en de deelstaatparlementen sluiten telkens een protocolakkoord waarin een aantal afspraken worden vastgelegd:
- De mededelingen moeten 'gedepersonaliseerd' zijn. In de communicatie mag de functie van een minister vermeld zijn, maar niet zijn of haar naam, handtekening of afbeelding.
- Persberichten van de Vlaamse overheid mogen wel de naam of afbeelding van de minister bevatten. Ook persconferenties mogen gewoon doorgaan.
De overheid moet ook terughoudend zijn bij het voeren van een campagne tijdens de sperperiode. De campagne moet altijd informatief en objectief zijn.