Vrijwillige bemiddeling
Wanneer kan een vrijwillige bemiddeling door de Raad gebeuren?
Van bij de aanvang van een bestuurlijke procedure tot minnelijke schikking of een procedure tot het sluiten van een dading, kan elke belanghebbende vragen aan de Raad om een vrijwillige bemiddeling op te starten. Dit geldt ook in geval van weigering van een minnelijke schikking of een dading door de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur, de gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur of de burgemeester.
Het deelnemen aan een bemiddelingsproces gebeurt steeds uit vrije wil van alle partijen. Is een van de betrokken partijen niet bereid aan de bemiddeling deel te nemen, dan kan het bemiddelingsproces niet worden opgestart. Elke partij kan ook op ieder ogenblik uit een bemiddelingsproces stappen.
Wat houdt de bemiddeling in en volgens welke principes verloopt de bemiddeling?
Bij bemiddeling door de Raad probeert de bemiddelaar een directe dialoog tot stand te brengen tussen alle partijen. Dit zijn enerzijds de belanghebbende(n), bv. de vermoedelijke overtreder, en anderzijds de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur, de gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur of burgemeester van de betrokken gemeente. De bemiddelaar begeleidt het verloop van de dialoog en faciliteert het overleg, doch adviseert geenszins de partijen.
De bemiddelaar is ofwel een lid van de Raad ofwel een lid van het permanent secretariaat van de Raad. Elke bemiddelaar heeft een passende opleiding heeft gevolgd om deskundig te bemiddelen.
De bemiddeling gebeurt met respect voor de volgende beginselen:
1° Neutraliteit: de bemiddelaar is neutraal, wat ook wel meervoudig partijdig wordt genoemd;
2° Vertrouwelijkheid: alles wat wordt besproken is vertrouwelijk en kan, indien de bemiddeling bv. geen succes kent, niet worden naar buiten gebracht voor de rechtbank;
3° Vrijwilligheid: partijen zijn vrij om al dan niet in of uit de bemiddeling te stappen.
De Raad heeft als beleidskader aangenomen dat de aangestelde bemiddelaar aan de Raad niet rapporteert over de inhoud van wat tijdens het bemiddelingsproces aan bod komt.
Dit verhindert niet dat de bemiddelaar aan de Raad rapporteert over de evolutie van het bemiddelingsproces, met respect voor het vertrouwelijke karakter van de inhoudelijke besprekingen, zoals wordt gegarandeerd door het bemiddelingsprotocol dat voorafgaand aan elke bemiddeling moet worden ondertekend door alle betrokken partijen en door de bemiddelaar zelf.
Procedure
- Stap 1
Van bij de aanvang van een bestuurlijke procedure tot minnelijke schikking of een procedure tot het sluiten van een dading , kan elke belanghebbende vragen aan de Raad om een vrijwillige bemiddeling op te starten.
Een minnelijke schikking is een vergelijk tussen de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur, de gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur of de burgemeester, respectievelijk in naam van het Vlaamse Gewest of de gemeente, met de vermoedelijke overtreder(s) of andere belanghebbenden, waarvan de uitvoering elk verder recht op herstel of vergoeding van schade, geleden door het algemeen belang naar aanleiding van de inbreuken of misdrijven, uitdooft.
Met betrekking tot definitieve rechterlijke herstelmaatregelen waarvan de uitvoeringstermijn al meer dan vijf jaar overschreden is, kan de bevoegde overheid die de titel heeft doen betekenen met bevel tot uitvoeren, een nieuwe uitvoeringstermijn verlenen in de vorm van een dading met de veroordeelden, hun rechtsopvolgers en de rechthebbenden van het onroerend goed waarop de herstelmaatregel rust.
Van bij de aanvang van een procedure tot minnelijke schikking of een procedure tot het sluiten van een dading kan elke belanghebbende dus vragen aan de Raad om een vrijwillige bemiddeling op te starten.
Dit geldt ook in geval van weigering van een minnelijke schikking of een dading door de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur, de gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur of de burgemeester.
- Stap 2
U moet de bemiddelingsaanvraag per beveiligde zending (bijvoorbeeld een aangetekend schrijven of een afgifte tegen ontvangstbewijs) betekenen aan de Raad.
- Stap 3
Ja. U mag zich laten bijstaan en vertegenwoordigen door een raadsman naar keuze. Deze persoon kan in uw naam en voor uw rekening een bemiddelingsverzoek indienen.
Deze raadsman kan een vriend, een familielid, een advocaat, of eender welke andere persoon zijn.
Is uw raadsman advocaat of advocaat-stagiair, dan wordt hij geacht u te vertegenwoordigen en moet hij geen schriftelijke volmacht voorleggen.
Is uw raadsman geen advocaat of advocaat-stagiair (vb. een jurist die niet als advocaat is ingeschreven bij de balie, een architect, een familielid, een vriend, een kennis,…), dan moet hij beschikken over een schriftelijke volmacht van u. Deze door u ondertekende schriftelijke volmacht moet worden gevoegd bij uw bemiddelingsaanvraag.
Vermits het doel van de bemiddelaar is een bemiddelingscontext te creëren die tot een bemiddelingsakkoord leidt, kan u zich zelfs tijdens het bemiddelingsproces laten bijstaan door een advocaat. Dit is een mogelijkheid en geen verplichting. De keuze of u zich effectief al dan niet zal laten bijstaan door een advocaat, komt aan bod bij de installatievergadering waarmee het bemiddelingsproces start en waarbij wordt onderzocht of alle betrokken partijen bereid zijn in dit proces in te stappen. - Stap 4
De door de Raad aangewezen bemiddelaar neemt contact op met de betrokken partijen waarbij hij peilt naar de bereidheid om deel te nemen aan een bemiddelingspoging.
Als die bereidheid bij alle partijen aanwezig is, volgt een uitnodiging voor een eerste installatievergadering. Op deze vergadering wordt door de bemiddelaar uitvoerig toegelicht wat een bemiddelingsproces precies inhoudt waarbij wordt ingegaan op alle vragen die bij de partijen daarover leven. Daarna wordt opnieuw gepeild naar de bereidheid om effectief dit proces op te starten. Indien de bereidheid daartoe bestaat wordt dit vastgelegd in een protocol dat door alle partijen wordt ondertekend, ook door de bemiddelaar. Dit bemiddelingsprotocol is een overeenkomst die vastlegt hoe de onderhandelaars betrachten tot een bemiddelingsakkoord te komen met de hulp van de bemiddelaar. Het bevat de nodige bemiddelingsregels. Het doel van deze regels is er zorg voor te dragen dat deze bemiddeling in goede banen wordt geleid.
- Stap 5
Een vrijwillige bemiddeling neemt een einde wanneer de betrokken partijen een bemiddelingsakkoord bereiken.
De Raad kan anderzijds een vrijwillige bemiddeling te allen tijde beëindigen eens hij vaststelt dat de randvoorwaarden voor de verderzetting van de bemiddelingspoging niet (langer) zijn vervuld.De bemiddelingspoging neemt een einde wanneer een of meerdere, betrokken partijen een einde wensen te stellen aan de bemiddeling.
Neemt een bemiddelingspoging een einde, dan neemt de Raad hiervan akte en beslist hij formeel op voorstel van de bemiddelaar om een einde te stellen aan de bemiddelingspoging. De Raad stelt u daarvan per beveiligde zending in kennis.
De bemiddelaar rapporteert nooit over de inhoudelijke elementen die tijdens het bemiddelingsproces aan bod kwamen, gelet op de vertrouwelijkheid van de bemiddeling.
- Stap 6
Het is niet voorzien dat aan een bemiddelingspoging door de Raad kosten zijn verbonden.
- Stap 7
Neen. Aangezien bij de bemiddeling het beginsel van de vertrouwelijkheid voorop staat, kan niets van wat tijdens dit bemiddelingsproces werd besproken zonder toestemming van de partijen naar buiten worden gebracht, ook niet indien de zaak later door de rechtbank dient te worden beslecht. Deze vertrouwelijkheid wordt gegarandeerd door de ondertekening van het bemiddelingsprotocol.
- Stap 8
Ja.
In de procedure tot minnelijke schikking is de verjaring van de herstelvordering en van het recht een bestuurlijke maatregel op te leggen geschorst. Deze schorsing vangt aan vanaf de datum van betekening van de aanvraag aan de Raad.In de procedure tot dading is de verjaring van het recht op uitvoeren van de definitieve rechterlijke herstelmaatregel geschorst. Deze schorsing vangt aan vanaf de datum van verzending van de aanvraag aan de Raad.
Deze schorsing neemt een einde vanaf de datum waarop:
1° de Raad de beslissing tot niet-inaanmerkingneming van de bemiddelingsaanvraag aan de aanvrager betekent;
2° een bemiddelingsakkoord bereikt wordt;
3° de Raad de beëindiging van de bemiddeling omwille van de vaststelling dat de randvoorwaarden voor een geslaagde bemiddeling niet of niet langer zijn vervuld, betekent aan de betrokken partijen en desgevallend de betrokken derden.