Bevoegdheden van de Hoge Raad voor de Handhavingsuitvoering
De huidige bevoegdheden van de Raad zijn:
Herstelbevoegde overheden (stedenbouwkundige inspecteur, burgemeester) moeten de Raad om advies vragen wanneer zij een herstelvordering wensen in te leiden bij het Openbaar Ministerie of de burgerlijke rechtbank.
Als de Raad een negatief advies geeft, kan de herstelvordering niet op ontvankelijke wijze worden ingediend bij het Openbaar Ministerie of de burgerlijke rechtbank.
Herstelbevoegde overheden (stedenbouwkundige inspecteur, burgemeester) of derde-belanghebbenden kunnen tegen de afgifte van een negatief advies door de Raad een gemotiveerd verzoek tot heroverweging indienen.
Bij een verzoek tot heroverweging wordt de Raad om legaliteits- en/of opportuniteitsredenen verzocht een eerder negatief advies te heroverwegen.
Herstelbevoegde overheden (stedenbouwkundige inspecteur, burgemeester) moeten de Raad om advies vragen wanneer zij een opeenvolgende herstelvordering wensen in te dienen bij het Openbaar Ministerie of de burgerlijke rechtbank.
Er is sprake van een opeenvolgende herstelvordering wanneer de herstelbevoegde overheid de herstelvordering eerst heeft ingediend bij het Openbaar Ministerie en deze nadien wenst in te dienen bij de burgerlijke rechtbank of omgekeerd.
Als de Raad een negatief advies geeft, kan de opeenvolgende herstelvordering niet op ontvankelijke wijze worden ingediend bij het Openbaar Ministerie of de burgerlijke rechtbank.
Titelhoudende overheden (stedenbouwkundige inspecteur, burgemeester) moeten de Raad om advies vragen vooraleer een ambtshalve uitvoering van een door de rechter bevolen herstelmaatregel kan worden opgestart.
Als de Raad een negatief advies geeft, kan de titelhoudende overheid de ambtshalve uitvoering niet opstarten.
Herstelbevoegde overheden (stedenbouwkundige inspecteur, burgemeester) moeten de Raad om advies vragen voorafgaand aan sommige betekeningen van vonnissen of arresten waarin de rechter de herstelbevoegde overheid heeft gemachtigd om ambtshalve in de uitvoering ervan te voorzien.
Als de Raad een negatief advies geeft, kan de herstelbevoegde overheid niet overgaan tot betekening.
De Vlaamse Regering of het college van burgemeester en schepenen moet verplicht het advies inwinnen van de Raad over een gemotiveerd verzoek om tijdelijk of definitief af te zien van de verdere inning van een opeisbaar geworden dwangsomschuld.
Na de verplichte adviesinwinning bij de Raad, beslist de Vlaamse Regering of het college van burgemeester en schepenen over het gemotiveerde dwangsomverzoek. Het advies van de Raad kan doch hoeft niet te worden gevolgd.
De Vlaamse Regering moet verplicht het advies inwinnen van de Raad over een bestuurlijk beroep ingesteld bij de Vlaamse Regering tegen de beslissing tot de toepassing van bestuursdwang of tot het opleggen van een last onder dwangsom.
Het advies van de Raad is hierbij niet bindend.
Er zijn twee soorten bemiddeling waar de Raad optreedt als bemiddelaar:
Van bij de aanvang van een bestuurlijke procedure tot minnelijke schikking of een procedure tot het sluiten van een dading, kan elke belanghebbende vragen aan de Raad om een vrijwillige bemiddeling op te starten.
Dit geldt ook in geval van weigering van een minnelijke schikking of een dading door de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur, de gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur of de burgemeester.
Wanneer reeds een gerechtelijke procedure loopt, kan de rechter een gerechtelijke bemiddeling bij de Raad bevelen. Die bemiddeling vindt plaats tijdens een strafproces of een gerechtelijke procedure.
De behandeling van de zaak voor het rechtscollege wordt dan opgeschort tot wanneer de bemiddelingspoging een einde neemt. In principe duurt de gerechtelijke bemiddeling niet langer dan drie maanden.