Ongeveer de helft van de deelnemers vindt dat het welzijn van onze gezelschapsdieren in Vlaanderen de laatste 10 jaar verbeterd is. Dieren worden vooral gezien als een bron van liefde, warmte en gezelligheid, en men is van mening dat er rekening moet gehouden worden met de belangen van dieren. Een groot deel van de Vlamingen vindt dat een respectvolle omgang met dieren ons ook belangrijke waarden bijbrengt in relaties met mensen. Meer dan de helft van de Vlamingen beschikt dan ook over één of meerdere huisdieren, voornamelijk honden en katten.

Ongeveer een derde van de bevraagden houdt minstens één kat. Van deze katteneigenaars heeft 93% zijn kat laten steriliseren. De meerderheid van de Vlamingen en katteneigenaars geeft aan op de hoogte te zijn van de sterilisatieplicht. De kennis van deze verplichting stijgt met toenemende leeftijd van de bevraagden. Zo zijn jongeren tussen 18 en 24 jaar het minst op de hoogte. 74% van de Vlamingen vindt de verplichte sterilisatie verantwoord om de populatie van huis- en zwerfkatten onder controle te houden.

Bijna één vierde van de Vlamingen zou nooit een hond aanschaffen. De anderen denken hiervoor in eerste instantie aan adoptie uit een dierenasiel. Bij mensen die al een hond hebben, ligt dit wat anders en denkt bijna een even groot aandeel aan aankoop bij een hondenfokker. Opvallend: 52% van de Vlamingen vindt grote hondenkwekerijen niet aanvaardbaar, ook wanneer deze voldoen aan de dierenwelzijnsregels. Deze mening wordt gedeeld door hondeneigenaars.

Bijna de helft van de bevraagden vindt dat een cursus moet gevolgd worden voor de aanschaf van een dier. Ook vinden zij dat eigenaars de nodige tijd moeten spenderen aan hun dieren en er alles aan moeten doen om het leven van hun dier te redden.

Als de eigenaar zijn dier niet langer wil houden, vindt 20% van de bevraagden dat euthanasie door een dierenarts mogelijk moet zijn. In geval van opvang in een opvangcentrum of dierenasiel vindt 25% dat een dier in aanmerking mag komen voor euthanasie, bij plaatsgebrek en bij het uitblijven van adoptie na een periode van een half jaar.

In het algemeen blijkt de Vlaming nu positiever tegenover dierenwelzijn in de landbouwsector te staan dan in 2019. De helft van de respondenten is van mening dat het welzijn van landbouwdieren in de afgelopen 10 jaar verbeterd is. Ook wordt het welzijn van landbouwdieren in Vlaanderen hoger ingeschat dan dit in andere Europese landen.

Toch heeft de Vlaming ook enkele bezorgdheden rond het welzijn van dieren in de landbouwsector, waarvan de voornaamste de invasieve ingrepen zijn - zoals het couperen van staarten bij varkens, het buiten houden van dieren zonder beschutting en het doden van dieren om economische redenen.

Het aandeel van de respondenten dat in de winkelrekken al labels van diervriendelijke productie heeft opgemerkt is eerder laag, maar van de groep die deze labels al heeft opgemerkt, zegt de overgrote meerderheid producten met deze labels te kopen.

Het aantal bevraagden dat minstens één keer per jaar een dierentuin of dierenpark bezoekt, ligt 10% hoger dan in 2019.

Bezoekers hechten daarbij niet alleen belang aan hun eigen beleving, maar ook aan het feit dat dieren de kans krijgen om hun natuurlijk gedrag te vertonen, denk bijvoorbeeld aan genoeg ruimte hebben om te lopen, of toegang hebben tot voldoende schuilpaatsen.

Tegelijk blijkt dat, hoewel het merendeel van de Vlamingen vindt dat het welzijn van de dieren altijd voorop moet staan, toch ongeveer een kwart van de bevraagden verwacht dat alle dieren zichtbaar zijn tijdens een bezoek – zelfs wanneer dieren zich liever terugtrekken.

Proefdieronderzoek is voor veel mensen een gevoelig thema. Het merendeel van de Vlamingen heeft een eerder kritische tot negatieve houding tegenover het gebruik van dieren in onderzoek.

Tegelijkertijd is 40% van de respondenten van mening dat het welzijn van proefdieren de afgelopen tien jaar sterk verbeterd is en bijna 1 op 3 denkt dat Vlaanderen het beter doet dan andere Europese landen.

Pijn bij dieren blijft een gevoelig punt: slechts 17% van de Vlamingen vindt het aanvaardbaar dat een dier ernstige pijn lijdt, ook al is het voor medisch onderzoek. Tegelijk is 35% van mening dat het ontwikkelen van geneesmiddelen zonder dierproeven momenteel niet realistisch is.

Bij aankopen zegt 43% van de Vlamingen (soms) rekening te houden met dierenproeven, maar slechts 13% doet dit consequent.