Gestorven huisdier

U kunt uw gestorven dier bezorgen bij een erkend verwerker. In sommige gevallen mag u het dier ook begraven in uw tuin. Het is verboden om het dode dier mee te geven met het restafval.

Begraven in uw eigen tuin ​​​​​

Informeer bij uw gemeente of het toegestaan is om uw huisdier te begraven in uw eigen tuin. Daarnaast zijn er nog een aantal voorwaarden:

• Het dier mag niet gestorven zijn door een besmettelijke ziekte.
• Het dier mag niet meer dan 10 kg wegen.
• De grond mag niet klei- of leemachtig zijn.
• De put moet minstens een halve meter diep zijn.
• Het dier mag niet worden begraven in plastic of een andere slecht afbreekbare verpakking.
• Het dier mag niet worden begraven op openbaar terrein.

Bezorgen aan een erkend verwerker

Kies uit de volgende opties:

• Dierenarts: als uw huisdier sterft bij de dierenarts kan die het dier tijdelijk in zijn praktijk bewaren en daar laten ophalen door een erkend ophaler. Als uw huisdier thuis sterft, mag de dierenarts het alleen meenemen als hij daarvoor een vergunning heeft.
• Gemeente: sommige gemeenten hebben een inzamelplaats voor dode dieren. Informeer bij de milieudienst van uw gemeente.
• Dierencrematorium of dierenbegraafplaats: u kunt het dier naar een erkend dierencrematorium of erkende dierenbegraafplaats(opent in nieuw venster) brengen. U kunt daarbij informeren of ophalen ook mogelijk is.
• Erkende ophaler: u kunt kiezen voor een erkende ophaler die het kadaver verwerkt. U vindt de erkende ophalers op de website van de OVAM(opent in nieuw venster): selecteer de DBP-code ‘2° - Categorie 1 - materiaal, in het bijzonder kadavers van gezelschapsdieren’.