Gedaan met laden. U bevindt zich op: Een evaluatie van ondernemerstrajecten voor niet-werkende werkzoekenden Nieuwsberichten van het kennisplatform

Een evaluatie van ondernemerstrajecten voor niet-werkende werkzoekenden

Blogbericht
22 maart 2023

Maak Werk van je Zaak, Activiteitencoöperaties en het project AZO! Ondernemen als nieuwkomer in Vlaanderen zijn trajecten die worden aangeboden aan werkzoekenden die ondernemer willen worden. Daarnaast ondersteunt de transitiepremie startende ondernemers vanuit werkloosheid in hun eerste twee jaren als ondernemer. In dit artikel verneemt u of en in welke mate deze initiatieven tegemoetkomen aan de noden van startende ondernemers.

 

Context: stimuleren van ondernemerschap in Vlaanderen

De Vlaamse regering zet sterk in op het stimuleren van ondernemerschap en heeft daarbij ook aandacht voor de groep van werkzoekenden. De Vlaamse regering wil het ondernemerschap bij deze groep stimuleren als een evenwaardige keuze tot activering. Deze keuze wordt daarom aan elke werkzoekende proactief aangeboden en dat met voldoende ondersteuning en begeleiding. De afgelopen jaren werden dan ook heel wat initiatieven ontwikkeld die werkzoekenden ondersteunen bij hun eerste stappen als ondernemer. Naast een aantal financiële incentives voor startende ondernemers, werden verschillende begeleidingstrajecten opgestart.

Focus: evaluatie van drie ondernemerstrajecten en de transitiepremie

We onderzochten of en in welke mate deze initiatieven tegemoetkomen aan de noden van startende ondernemers. Worden de beoogde doelgroepen bereikt? Komt de aangeboden begeleiding tegemoet aan de noden van de startende ondernemers? Met de antwoorden op deze vragen, kunnen we adviezen formuleren om de efficiëntie en effectiviteit ervan te verhogen.

Er wordt gefocust op drie specifieke ondernemerstrajecten die, op een bepaald moment in de tijd, onder het beheer vielen van het Departement Werk en Sociale Economie:

  1. Maak Werk van je Zaak
  2. Activiteitencoöperaties
  3. Het project AZO! Ondernemen als nieuwkomer in Vlaanderen. Omdat de gegevens over AZO! beperkt waren, gaan we er hieronder niet verder op in.

Naast deze ondernemerstrajecten voor werkzoekenden bekijken we ook de transitiepremie die startende ondernemers vanuit werkloosheid ondersteunt in hun eerste twee jaren als ondernemer. Hoewel een aantal trajecten al langer lopen, beperkten we ons bij deze analyses tot de data vanaf 2015. Individuele trajecten die voor 2015 werden opgestart, zijn niet opgenomen in de analyses.

Opzet

  1. In het eerste deel van het onderzoek worden de ondernemerstrajecten geanalyseerd op basis van administratieve data van het Departement Werk en Sociale Economie, aangevuld met data van VDAB.
  2. Het tweede deel bestaat uit een online bevraging bij werkzoekenden die de overstap hebben gemaakt naar zelfstandig ondernemerschap. Die bevraging werd afgenomen met de hulp van VDAB. Die bevraging werpt een licht op de redenen om (niet) deel te nemen aan ondernemerstrajecten, de ervaring en tevredenheid over de ondernemerstrajecten en de opleidings- en mentoringsnoden van startende ondernemers.

Hieronder bespreken we de bevindingen die uit het onderzoek kwamen.

De totale groep van werkzoekenden die start met ondernemen in hoofdberoep is veel groter dan de groep die een ondernemerstraject volgt

Tussen 2015 en 2020 zijn 1.882 werkzoekenden die een ondernemerstraject volgden, gestart met ondernemen in hoofdberoep. Een veel grotere groep, namelijk 37.023 werkzoekenden, startte met ondernemen in hoofdberoep zonder het deelnemen aan een ondernemerstraject bij VDAB.

Ondernemerstrajecten zijn onbekend en onbemind bij werkzoekenden

Ondernemers hebben meerdere redenen om niet deel te nemen aan ondernemerstrajecten. Uit de resultaten van de survey blijk dat 46% van de groep die startte met ondernemen zonder het volgen van een ondernemerstraject, inschatte dat het niet nodig was om een opleiding te volgen voor de opstart van hun onderneming. Daarnaast wist 44% van de groep die geen ondernemerstraject volgde, niet dat er opleidingen over starten met ondernemen bestonden. Wanneer deze ondernemers hier na hun opstart op terugkeken, vond een aanzienlijk deel dat een opleiding voor de opstart wel wenselijk was geweest. Van de groep die achtte geen opleiding nodig te hebben, gaf 40% na de opstart van hun onderneming aan dat een opleiding toch wenselijk was geweest. Bij de groep die niet wist dat er een opleidingsaanbod bestond, is dit aandeel 70%.

Het VDAB-aanbod bereikt niet alle werkzoekenden die wensen te ondernemen

Traditioneel komen werkzoekenden die als werknemer aan de slag willen vooral bij VDAB terecht. Bij VDAB is er ook een aanbod om werkzoekenden met interesse in ondernemen te ondersteunen. 36% van de groep werkzoekenden die startte met ondernemen in hoofdberoep en geen ondernemerstraject had gevolgd, wist niet dat VDAB opleidingen aanbiedt aan werkzoekenden die wensen te ondernemen in hoofdberoep. Deze groep heeft daarom geen contact gehad met VDAB over hun ambities om te starten als ondernemer. 12% van de werkzoekenden die startten met ondernemen in hoofdberoep en geen ondernemerstraject hadden gevolgd, namen wel contact op met VDAB. In gesprekken met de bemiddelaar kwam echter niet naar voor dat VDAB via ondernemerstrajecten deze werkzoekenden kon ondersteunen in hun plan om te starten met ondernemen.

Kortgeschoolden en personen met een migratieachtergrond worden minder bereikt in ondernemerstrajecten

Het aandeel van kortgeschoolde personen en personen met een migratieachtergrond bij instroom lag binnen Maak Werk van je Zaak en bij de Activiteitencoöperaties aanzienlijk lager dan het aandeel van deze kansengroepen binnen de populatie werkzoekenden die startten met ondernemen in hoofdberoep. Binnen de Activiteitencoöperaties waren middengeschoolden eveneens ondervertegenwoordigd. Kortgeschoolden, personen met een migratieachtergrond en personen met een arbeidshandicap zetten ook vaker hun ondernemerstraject vroegtijdig stop.

Deelnemers van ondernemerstrajecten worden vaak geactiveerd

Zowel voor Maak Werk van je Zaak als voor de Activiteitencoöperaties geldt dat zes maanden na de beëindiging van het traject ongeveer 27% is gestart met ondernemen in hoofdberoep. Bij beide trajecten is ongeveer 16% na zes maanden gestart in loondienst zonder zelfstandige activiteit. Wat betreft het ondernemen in bijberoep, zien we grotere verschillen tussen Maak Werk van je Zaak en de Activiteitencoöperaties. Alleszins merken we dat er voor beide trajecten een aanzienlijke groep zes maanden na uitstroom is geactiveerd.

De overlevingsgraad van ondernemingen van ondernemers die een ondernemerstraject hebben gevolgd ligt hoger

We vergelijken de overlevingsgraad van ondernemingen opgestart door deelnemers van Maak Werk van je Zaak of Activiteitencoöperaties met de overlevingsgraad van werkzoekenden die ondernemen in hoofdberoep zonder het volgen van een ondernemerstraject. Daarbij zien we dat de overlevingsgraad substantieel hoger ligt bij de deelnemers van Maak Werk van je Zaak of de Activiteitencoöperaties. Uit deze evaluatie bleek ook dat een persoon die volgens de gegevens van VDAB een ondernemerstraject heeft gevolgd, 24% meer kans heeft om nog steeds actief te zijn als zelfstandige dan iemand met gelijkaardige karakteristieken die geen traject heeft gevolgd. We kunnen niet met zekerheid zeggen of de hogere overlevingsgraad van ondernemers die een traject hebben gevolgd, is toe te schrijven aan de kennis die zij hebben verworven en begeleiding die ze hebben gekregen tijdens het traject of aan een mogelijk selectie-effect waarbij sterkere ondernemersprofielen hebben deelgenomen aan de trajecten. Verder onderzoek omtrent wat de impact van een ondernemerstraject (per kansengroep) is, is aangewezen.

Uit de evaluatie bleek ook dat ondernemingen opgestart door werkzoekende vrouwen een lagere overlevingskans hebben dan ondernemingen opgestart door werkzoekende mannen. Dit geldt ook voor kort- en middengeschoolden ten opzichte van hooggeschoolden, personen met een migratieachtergrond ten opzichte van personen zonder migratieachtergrond en voor personen met een arbeidshandicap ten opzichte van personen zonder arbeidshandicap. Ook stelden we vast dat de ondernemingen van jongeren en ouderen een lagere overlevingskans hebben dan de ondernemingen van personen tussen de 35 een 55 jaar.

Opleidingen binnen Maak Werk van je Zaak focussen zich vooral op haalbaarheid en het maken van een ondernemingsplan

De ene pijler van het traject Maak Werk van je Zaak bestond uit coaching, de tweede pijler bestond uit opleidingen uit een keuzelijst die de deelnemers konden volgen. Uit de evaluatie blijkt dat 61% van de deelnemers zich beperkt heeft tot het volgen van één opleiding. Ongeveer 80% van alle deelnemers volgt minstens één opleiding met een focus op haalbaarheid van een ondernemersidee en het maken van een ondernemingsplan. Deze thema’s blijken dus voor veel deelnemers op de voorgrond te staan.

Transitiepremie zorgt voor meer startende ondernemers, maar bereikt vooral sterkere profielen

We stellen vast dat de transitiepremie zorgde voor een significante toename van het aantal werkzoekenden ouder dan 45 jaar die startten met ondernemen in hoofdberoep. Dit is een belangrijke vaststelling aangezien dit ook het objectief van de maatregel was. Daarnaast zagen we dat er binnen de groep werkzoekenden ouder dan 45 jaar meer ondernemerstrajecten werden gevolgd sinds het ontstaan van de premie. De premie moedigt ondernemers aan om een opleiding te volgen, nog voor ze starten met ondernemen in hoofdberoep. Net zoals de ondernemerstrajecten bereikt de transitiepremie disproportioneel meer hoogopgeleiden en minder personen die het Nederlands minder machtig zijn en/of een migratieachtergrond hebben.

Meer nood aan coaching en opleiding in het eerste opstartjaar

Ondernemers stelden in het eerste jaar na hun opstart verschillende competentiedeficits vast. Eén op de tien ondernemers volgde een bijkomende opleiding tijdens het opstartjaar. 36% gaf aan dat ze graag een opleiding hadden gevolgd, maar dat niet deden, vooral omdat de opleiding niet in het schema van de ondernemer paste of te duur was. Dertien procent van de ondernemers maakte gebruik van coaching of mentoring in hun opstartjaar. 48% had er wel graag gebruik van gemaakt, maar deed het niet, vooral omwille van het gebrek aan een geschikt aanbod en de kostprijs. De groep die een ondernemerstraject had gevolgd, maakte in het eerste jaar na de opstart significant meer gebruik van opleiding en coaching.

Subjectieve kenniskloof tussen hoger- en kortgeschoolde ondernemers na het volgen van ondernemerstraject

Respondenten, ongeacht of zij een ondernemerstraject volgden of niet, voelden zich in het algemeen relatief goed opgeleid en dit zowel op het vlak van technische competenties als van managementcompetenties. Opvallend was dat langgeschoolden die een ondernemerstraject hebben gevolgd zich significant beter opgeleid voelen voor het beleid van hun onderneming in vergelijking met kortgeschoolden die een traject volgden. Dit verschil stelden we niet vast bij de ondernemers die geen traject hadden gevolgd.

Conclusie

  • De ondernemerstrajecten bereiken momenteel nog maar een beperkte groep werkzoekenden, ook al geven startende ondernemers vaak aan dat meer opleiding en coaching wel gewenst zou zijn.
  • De ondernemerstrajecten bereiken disproportioneel meer profielen met onder meer een hoger opleidingsniveau of taalniveau.
  • Ondernemers die een traject gevolgd hebben, blijven vaker actief als zelfstandige dan diegenen die geen traject gevolgd hebben.
  • De transitiepremie zet werkzoekenden aan tot zelfstandig ondernemen.