Gedaan met laden. U bevindt zich op: Reactiepatronen van werkgevers en sectoren tijdens het eerste jaar covid Nieuwsberichten van het kennisplatform

Reactiepatronen van werkgevers en sectoren tijdens het eerste jaar covid

Blogbericht
31 maart 2022

Economische schokken zoals de coronacrisis zorgen voor pieken en dalen in het benodigde arbeidsvolume in bedrijven en sectoren. Dit VIONA-onderzoek focust op vijf maatregelen of instrumenten die de werkgevers hebben benut om de daling van het arbeidsvolume te ondervangen, met een speciale focus op het systeem van tijdelijke werkloosheid. Het onderzoek is afgebakend tot 2020, en neemt dus de impact van de eerste en tweede golf van het coronavirus in beeld. Het onderzoek bestaat uit twee deelrapporten:

  • Het eerste rapport verkent hoe en welke strategieën gecombineerd werden.
  • Het tweede rapport onderzoekt de determinanten van de inzet van tijdelijke werkloosheid.

Inzet van instrumenten door werkgevers ter aanpassing van het arbeidsvolume op de Belgische arbeidsmarkt

Focus

Het eerste rapport focust op de maatregelen of instrumenten die werkgevers hebben benut om de daling van het arbeidsvolume te ondervangen. In dit luik wordt een verkennende analyse gemaakt van de mate waarin vijf van dergelijke maatregelen of instrumenten al dan niet gecombineerd worden toegepast, en wordt bekeken of de onderscheiden patronen verschillen al naargelang de sector.

De vijf bestudeerde maatregelen zijn:

  1. tijdelijke werkloosheid, (al dan niet) samen met
  2. de vermindering van nieuwe intredingen
  3. de natuurlijke en gedwongen of vrijwillige uitstroom van personeel
  4. het verminderen van uitzendarbeid en
  5. het verlagen van studentenarbeid.

Resultaten

  • Het beroep op tijdelijke werkloosheid wegens corona-overmacht, de Belgische crisisvariant voor tijdelijke arbeidsduurverkorting, kende een nooit geziene piek in 2020. Het stelsel van tijdelijke werkloosheid bestaat al veel langer, en is dus voor heel wat bedrijven een vertrouwd instrument. Het verschil tijdens corona is de bredere toegankelijkheid en vereenvoudiging van het stelsel.
  • Daarnaast passen bedrijven het volume aan door meer of minder gebruik te maken van uitzendwerk en studentenarbeid, op hun beurt twee vertrouwde instrumenten van flexibilisering op de Belgische arbeidsmarkt. Heel wat ondernemingen hebben in de eerste maanden van de crisis het beroep op uitzendwerk en studentenarbeid teruggeschroefd om het arbeidsvolume snel te corrigeren. Tegelijk blijken hier al vanaf de tweede golf in het vierde kwartaal 2020 de eerste tekenen van herstel. De flexibele schil vervult zo een dubbele, en niet te onderschatten, rol: deze van schokdemper en deze van tewerkstellingsmotor bij een prille heropleving.
  • Tenslotte corrigeren werkgevers het volume met een stijging of daling van de aanwervingen en de exits. In vergelijking met de op- en neergaande bewegingen van uitzend- en studentenarbeid blijven de aanwervingen en exits eerder onderdrukt, waardoor de arbeidsmarktdynamiek hapert. Niet enkel tijdens de crisisgolven in 2020, maar ook in de eerste helft van 2021, blijven de bewegingen van werknemers op een (te) laag niveau. Naast de grotere onzekerheid en terughoudendheid bij werkgevers (om mensen te laten gaan) en werknemers (om naar een andere werkgever te gaan), tempert vooral het systeem van tijdelijke werkloosheid de dynamiek op de arbeidsmarkt die hoort bij een heroplevende economie vanaf eind 2020.

    Onderzoek naar de verschillen en determinanten van het gebruik van tijdelijke werkloosheid door Belgische werkgevers

    Focus

    Het tweede deel van het onderzoek is verklarend. Het zoekt een antwoord op de vraag naar de determinanten van de inzet van tijdelijke werkloosheid, één van de maatregelen die werkgevers kunnen benutten om een daling in het arbeidsvolume te ondervangen.

    Resultaten

    • Niet alleen typeert de covid-crisis een grote heterogeniteit tussen sectoren, met groei, stabiliteit of krimp onafgezien van individuele bedrijfskenmerken, en dat ondanks het algemene crisisklimaat. Ook binnen sectoren valt het op hoe verschillend individuele bedrijven reageren in het benutten van tijdelijke werkloosheid, zelfs in een zwaar getroffen sector zoals de horeca. De analyse naar determinanten toont dat op het individuele bedrijfsniveau tijdelijke werkloosheid voornamelijk is terechtgekomen bij die ondernemingen die het op korte termijn vanwege de slechte vooruitzichten en de precedenten pre-corona echt nodig hadden. Hierbij verdienen vooral startende en kleine ondernemingen extra aandacht.
    • Tegelijk zien we dat ondernemingen met een groter aandeel 50-plussers meer gebruik maken van tijdelijke werkloosheid, gecontroleerd voor alle andere factoren. Het betreft mogelijk een bewuste keuze van werkgevers, die hun meest waardevolle (volgens kennis, ervaring, maar ook bijvoorbeeld dure ontslagvergoedingen) willen beschermen. Door deze keuze voor 50-plussers wordt echter een groep die ook in ‘normale’ tijden al weinig beweegt, beschermd in hun job, terwijl vanuit beleid al langer de aandacht uitgaat naar initiatieven om de mobiliteit van deze groep te verbeteren.