Voorwaarden
Een vergund voertuig kan tijdelijk vervangen worden wanneer het niet langer dienst kan doen door:
- een ongeval
- een ernstig technisch defect
- brand
- diefstal.
De uitbater mag een vervangingsvoertuig inzetten op voorwaarde dat dit ingeschreven is bij de gemeente. Het vervangingsvoertuig mag maximaal voor een periode van 3 maanden gebruikt worden.
Procedure
U vult een aanvraagformulier tot machtiging van vervanging van een taxi- of verhuurvoertuig in. Dit formulier is te verkrijgen bij de gemeente.
Volgende bewijsstukken voegt u bij het aanvraagformulier toe:
- bij een ongeval, ernstig technisch defect of brand: het attest van de garage waar het te vervangen voertuig zich bevindt met vermelding van de schade
- bij diefstal: het attest van diefstal dat door de politie werd afgeleverd
- een bewijs, afgeleverd door een erkende verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat het vervangingsvoertuig verzekerd is als verhuurvoertuig of taxi.
Bij taxivoertuigen voegt u volgende bijkomende bewijsstukken toe:
- een bewijs dat het voertuig is uitgerust met een wettelijke taxameter en printer
- één originele print van de dienststaat, het vervoerbewijs van een testrit en het controlerapport
- een kopie van het testrapport van de taxameter.
De gemeentelijke administratieve dienst reikt binnen de 2 werkdagen de vervangingskaart uit. Na afloop van de toegestane termijn van 3 maanden moet de exploitant binnen 2 werkdagen de vervangingskaart weer inleveren.
Wetgeving
- Decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg (B.S. 21 augustus 2001)
- Besluit van 18 juli 2003 van de Vlaamse regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (B.S. 19 september 2003)
- Aanvullende bepalingen uitgevaardigd door de gemeente of stad.